100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige Samenvatting Juridische Argumentatieleer (slides, boek en notities)(zelf 16/20) R167,26   Add to cart

Summary

Volledige Samenvatting Juridische Argumentatieleer (slides, boek en notities)(zelf 16/20)

 137 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Nauwkeurig samengesteld tijdens het academiejaar voor het vak JAL, gedoceerd door Professor Goossens. Deze samenvatting is een uitgebreide combinatie van de lesinhoud van de slides, verrijkt met zorgvuldige lesnotities en aanvullende informatie uit het handboek Deze samenvatting is ideaal voor st...

[Show more]
Last document update: 11 months ago

Preview 4 out of 106  pages

  • December 16, 2023
  • December 16, 2023
  • 106
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
De inhoudsopgave van het document staat achteraan. Het volgt
de lesopbouw en bevat lesnotities, slide-informatie en
handboekinformatie. Samengesteld gedurende het academiejaar
2023-2024.
DISCLAIMER: Dit document is vertrouwelijk en mag niet worden
gedeeld, gekopieerd of verspreid zonder toestemming van de
eigenaar.

JURIDISCHE
ARGUMENTATIELEER
Inleiding
1. Situering
 Belang en beperkingen van het recht
 Recht in tijden van grote maatschappelijke uitdagingen: recht als middel om
beleid juridisch bindend en afdwingbaar te maken
 Recht in tijden van grote maatschappelijke uitdagingen: recht als middel om
(maatschappelijke) conflicten te beslechten
 Belang van het recht in een rechtsstaat: grenzen aan wat de overheid
mag doen
 Plaats van recht in de maatschappij
 Soms sturend (recht als normerend instrument)
 Taak van het recht in de maatschappij: sturen (bv homohuwelijk
invoeren, toen is maatschappij in plooi gelegd door de juridische keuze)
 Soms volgend en beperkt (recht als codificerend instrument)
 Maar helaas ook soms volgen: en dan kan die maar beperkt ingrijpen,
codificerende werking. Bv discussie wapenwet in VS heeft geen
draagvlak ondanks het recht wel zou kunnen sturen zal hij daarom toch
politiek moeten volgen.
 Relativiteit van het recht
 In tijd en plaats
 Impact: soms gedifferentieerd, niet doeltreffend of perverse effecten
 Rechtspluralisme: naast elkaar bestaan van verschillende regelgevende
systemen
 Belang en beperkingen van JAL
 JAL als sleutel tot de technische eigenheid van het recht
 Wat maakt recht recht? Welke technieken hebben juristen om hun
boodschap over te brengen?
 Juridische argumentatieleer (JAL): verwoording, onderbouwing en
overtuigingskracht van het recht
 (Wetgeving → wetgevingstechniek: buiten dit vak)
 Beleid: parlementaire handelingen, politieke communicatie
 Rechtspraak: conclusies, pleidooien, rechterlijke beslissingen
 Rechtsleer
 Beroepsleven algemeen (bv. bedrijven)

 Wat is een ‘goede’ redenering?
 Wat zijn overtuigende argumenten om mijn boodschap te onderbouwen?
 Wat zijn de spelregels voor een productief verloop van de discussie?
 Welke denkfouten bestaan er en hoe kunnen die mijn denken manipuleren?
 Retorica en welsprekendheid: zeer lange traditie

 JAL als leer van het redeneren en (juridisch) argumenteren
 Redeneren: aaneenschakelen van beweringen, waarbij één
bewering (de conclusie) wordt afgeleid uit één of meerdere
andere beweringen (de premisse(n))
 Binnen één persoon (monoloog)
 ↔ Argumenteren: tussen minstens twee personen (dialoog)


1

,  Argumenteren is per definitie uitwendig, steeds gericht naar
iemand anders (dialoog)
 Redeneren (monoloog)
 Wat is een ‘goede’ redenering?
 ≠ Juist (in de zin van waarheidsgetrouw)
 → Geldig redeneren: zuiver formeel criterium, namelijk geldig
afleiden van conclusie uit premissen. Premissen moeten niet
gebaseerd zijn op waarheid om een geldige redenering op te
bouwen.
 Goede redenering is niet per se juist!!!
 Gaat over opbouw! Hoe je van premisse naar conclusie gaat
 Argumenteren: gericht op overtuigen
 Tussen minstens twee personen (dialoog)
 Wat is een ‘goed’ argument?
 ≠ Juist: in tegenstelling tot feiten hebben argumenten geen absoluut
waarheidsgehalte
 ≠ Geldig: in tegenstelling tot wat voor redeneren het geval is, is er
geen vaststaand formeel criterium voor een ‘geldig’ argument. Wel
zijn er verschillende theorieën over welke argumenten inhoudelijk
het meest overtuigen.
 → Deugdelijk argumenteren: argumenten die voldoen aan
bepaalde kwaliteitseisen
 Redenering ≠ argumentatie
 → Redeneringen zijn geldig of ongeldig; argumentaties zijn
deugdelijk of ondeugdelijk
 → Een geldige redenering vormt (idealiter) de basis voor een
deugdelijk argument
 Juridisch argumenteren: kerntaak van elke jurist
 Argumenteren in een specifieke context met eigen regels, gebruiken en
vakterminologie

 Belang van JAL
 Argumentatie wordt recht. Recht codificeert en stuurt de
werkelijkheid (supra)
 Inzicht in eigenheid juridisch argumenteren: sleutel tot eigenheid recht
 Recht kan pas sturend zijn dankzij argumentatie, argumentatie wordt
recht.
 Beperkingen van JAL
 Beperkt tot techniek. Biedt denkkaders en ijkpunten voor kwaliteitsvolle
(deugdelijke) juridische argumenten, maar geeft hier geen inhoud aan.
Nochtans is een technisch deugdelijke juridische redenering niets zonder
inhoud. Inhoud argumenten wordt bepaald door:
 Rechtsregels (in brede zin)
 Maar ook: de finaliteit van recht en belangen achter het recht. Anders
voor elke individuele situatie en elke individuele jurist. Wordt bepaald
door:
 Maatschappelijke context, verwachtingen en waarden
 Belangen en waarden opdrachtgever
 Belangen en waarden jurist, maar ook diens positionaliteit
(persoonlijkheid, sociale identiteit, ervaringen)
 …
 Taalvaardigheid en -beheersing (zie o.a. vak Rechtstaalbeheersing)

 Uitdaging: JAL en technologische innovatie (AI)

2

,  Opportuniteiten voor juristen
 Gebruik AI bij opzoekings- en schrijfvaardigheden: training in andere
vakken
 Maar ook valkuilen: misinformatie (nonsens, bias), ontbrekende
bronvermelding, beperkte schrijfvaardigheid (< adviesnota Studentenraad
UAntwerpen)
 Hoe werkt ChatGPT (en andere generatieve AI)?
 “[ChatGPT] wordt getraind op enorme hoeveelheden tekstdatasets om te
leren het volgende woord in een zin te voorspellen. Het probeert patronen
te herkennen en gebruikt statistische technieken om de waarschijnlijkheid
van bepaalde woorden of zinnen te bepalen in een gegeven context.”
(A. van Duin, “ChatGPT in het juridisch onderwijs: elke student een
personal assistent”, Ars Aequi september 2023, p. 699)
 Elke student een assistent met ChatGPT? Hoe gaan proffen iets toevoegen
zodat juristen niet vervangen kunnen worden door AI?

I. Redeneren
1. Cognitieve achtergrond
 H1. De mens als dier met sterke cognitieve capaciteiten
 Cognitieve capaciteiten < evolutionaire wortels
 Theorie drievuldig brein (triune brain)
 Oudste laag: reptielachtig brein
→ Stuurt rigide, obsessief, compulsief en paranoïde gedrag
 Onze evolutionaire roots zitten nog in ons brein. Zie survival of the
fittest.
 Reptielbrein: heeft nog steeds invloed, zal nog steeds ons denken en
ons handelen bepalen.
 Tweede laag: oude zoogdierenbrein
→ Emoties, drijfveren en motivatie, kennisverwerving, tijdsbesef,
geheugen, geur
 Nieuwste laag: recente zoogdierenbrein
→ Bijzondere cognitieve functies, bv. inventiviteit en abstract
redeneervermogen
 Nieuwste laag is wat ons mensen maakt, mogelijkheid om met de
problemen van onze maatschappij om te gaan.
 Opgepast: ‘triune brain’ niet wetenschappelijk nauwkeurig
 Mensen hebben cognitieve reflexen, mogelijkheid om dit te manipuleren.
 Voordeel: kader voor menselijke onredelijkheid
 Mensen en dieren verschillen niet alleen weinig qua cognitieve
capaciteiten, op sommige punten zijn dieren veel ‘verstandiger’
 Humans (echte mensen) vs. Econs (zuiver rationale actoren)
 Volledige rationaliteit, dit lijkt eerder op chimpansee
 Idee van mens als rationele actor is zeer invloedrijk (geweest) in het recht,
bv. contractenrecht
 Rationele actor: je weet op elk moment wat je doet
 Gevolg van evolutionaire wortels van menselijk redeneren:
 Manipuleerbaarheid (‘nudging’)
 Ook ten goede
 Manipulatie heb je niet altijd door. Omdat we dus die reflexen hebben




3

,  H2. Systeem 1 en Systeem 2-denken
 Wat bepaalt ons gedrag? Onderscheid tussen Systeem 1 en
Systeem 2-denken
 Systeem 1: snel, intuïtief
 Automatische piloot. Stuurt meeste van onze handelingen
 Bv: je kijkt naar een afbeelding van een boze man:
 Je merkt op dat het een man is
 Je merkt dat hij niet echt blij is
 Je had niet de intentie om zijn gemoedtoestand na te gaan, maar
het overkwam je
 = snel denken
 Systeem 1: shooting from the hip: hoe je geconditioneerd bent om
meteen intuïtief te handelen
 Systeem 2: traag, rationeel, analytisch
 Enkel bewust te activeren
 Bv: 13 x 28
 Je gaat het cognitieve rekenprogramma toe passen dat je leerde
op school
 Stap per stap oplossen
 =Traag denken
 2: je gaat de automatische piloot overrulen. Je probeert bewust iets
anders te doen dan je reflexen je meegeven.
 Activiteiten uit systeem 2 steeds: aandacht vereisend en
onderbroken als aandacht verslapt
 Zie bv: focussen op de stem van je partner in een rumoerig café
 Opgepast: Systeem 1 ≠ emotie; Systeem 2 ≠ rede
 Opgepast wat het onderscheid is, systeem 2 denken kan immers ook je
emoties gaan bepalen.
 We kunnen tot op zekere hoogte actief kiezen hoe we reageren op iets
dat emoties bij ons losmaakt.
 Plus systeem 1 is bevat meer dan emoties
 Overgang van Systeem 2 naar Systeem 1
 Inslijting – de rol van ervaring
 Van systeem 2 denken naar systeem 1 gaan
 Vb: peuter dat leert stappen, systeem 2, nu stappen= systeem 1.
 Keerzijde: curse of knowledge. Wanneer kennis vanzelfsprekend is
(geworden), is deze vaak ook moeilijker om over te dragen
 Je kan ervoor zorgen dat bepaalde zaken zo vertrouwd worden dat het
van sys 2 naar 1 gaat. Keerzijde: curse of knowledge: zie bv autorijden,
mama moet opnieuw remmen om het te kunnen uitleggen
 Onze cognitieve vaardigheden zijn al millennia ongewijzigd, maar de
behoefte om complexe redeneertaken uit te voeren is aanzienlijk
toegenomen
 Onze aandacht is wel verminderd dus we moeten opletten met welke
aandacht we vergaren.
 Opletten: Systeem 1 denken heeft de neiging om willekeurige
informatie te verweven tot één “coherent” verhaal
 Zie ook complottheorieën
 Tweets zijn korte blokken info, weinig aandacht nodig
 Parallel met GenAI: hallucinaties
 Kritisch nadenken: Systeem 2 activeren
 JAL: training in herkennen en vermijden van redeneerfouten



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studentrechten2324. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R167,26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R167,26  8x  sold
  • (0)
  Buy now