Hoorcollege 2A: interdisciplinair werke
Waarom interdisciplinair werken
- Menselijk gedrag is moeilijk te begrijpen. De manier van hoe we naar dingen kijken, kleurt de
perceptie. Dus om er samen naar te kijken geeft een beter beeld. De sleutel naar het begrijpen van
menselijk gedrag is diversiteit, dus verschillende
- Theoretische frameworks (verschillende theorieën vanuit verschillende wetenschappen
- Methode
- Onderzoeksvragen
- Perspectieve
Maatschappelijke problemen zijn niet op te lossen zonder interdisciplinaire samenwerking. Ze
moeten geanalyseerd worden op het niveau van: het brein, psychologische ervaring, sociale
interacties en instituties. Hiervoor hebben we een samenwerking nodig van specialisten op ieder
gebied. Toch kunnen er problemen ontstaan: taal-barrière, andere concepten, andere methoden en
andere operationarisatie van constructen
Er wordt gezegd dat de psychologie gefragmenteerd is. De wetenschap versimpelt niet ons idee
van de werkelijkheid. Meer kennis leidt tot meer complexiteit. Dit is geen fragmentatie, maar
differentiatie! Het is nodig om tot kennis te komen. Interdisciplinariteit leidt tot verdieping (dus
specialisatie).
Voordelen van interdisciplinaire samenwerking
We krijgen beter begrip (1). Er is innovatie en creativiteit (Kruisbestuiving van ideeën) (2). Er is
meer impact voor de maatschappelijke relevantie (3). Bestendiger tegen trends/Training veelzijdige
onderzoekers (4) en meer kans voor samenwerking, inclusive en diversiteit (5
College 2a: interdisciplinair werken: Zittoun, T., Gillespie, A., & Cornish, F. (2009).
Fragmentation or differentiation: Questioning the crisis in psychology. Integrative
psychological and behavioral science, 43, 104-115
Binnen de psychologie bevinden we ons momenteel in een crisis. We ontbreken namelijk een
eenheid die binnen de psychologie intern consistent moet zijn, en dat er op consensus gebaseerde
vooruitgang moet zijn in de richting van een grootse verenigende theorie van de psychologie.
Vanuit een pragmatisch perspectief kunnen we duidelijk maken wat voor soort crisis er
bestaat. Volgens het pragmatisme wordt de waarde van een concept of een theorie bepaald door wat
het ons in staat stelt te doen. Er is dus sprake van een crisis in de psychologie als we niet de
activiteiten kunnen uitvoeren die we als psychologen nodig hebben
Met fragmentatie wordt o.a. bedoeld dat psychologen werken in geïsoleerde velden met ieder hun
eigen tradities, methoden en theorieën. Het gevolg daarvan zou zijn dat psychologen in
verschillende subdisciplines op zulke verschillende manieren kennis verzamelen en interpreteren
dat er geen sprake meer kan zijn van een gedeelde onderzoeksagenda. Fragmentatie wordt
beschouwd als het belangrijkste symptoom van de crisis van de psychologie
Hoe heeft de psychologie zich ontwikkeld? Ten eerste is het duidelijk dat er in de psychologie geen
geïsoleerde ontdekking bestaat. Lokale wetenschappelijke netwerken zijn een noodzakelijke
voorwaarde voor het bestaan van de wetenschap en voor de vooruitgang van kennis. Ten tweede
kan de ontwikkeling (van een organisme, individu, groep of kennislichaam) worden beschreven in
termen van differentiatie. Naarmate de psychologie zich ontwikkelde, is zij ook
gedifferentieerd. Er zijn subvelden gecreëerd die diepte en precisie verkrijgen. In die
zin is differentiatie vooruitgang. Gezien het analyseniveau waarin zij zich specialiseren,
ontwikkelen deze groepen hun taal, instrumenten, methoden en verspreidingswijzen. Door hun
activiteiten worden natuurlijke grenzen gecreëerd tussen de activiteiten van de ene groep en de
n
n
?
.
n
:
.
.
.
)
)
, andere. In de loop van de tijd worden deze grenzen wat wij tradities noemen. Er worden problemen
voor de ontwikkeling van de psychologie als vakgebied zichtbaar
1. De grenzen kunnen regime en achterhaald worden. Grenzen worden inderdaad in veel gevallen
geactiveerd en versterkt: in groepsinteracties, wanneer de aan groepen toegewezen middelen
schaars worden en wanneer er legitimiteitsvragen op het spel staan. In deze omstandigheden,
wanneer het voortbestaan van een netwerk op het spel staat, worden grenzen vaak defensief. De
traditie grenzen kunnen dan obstakels worden. (Geen sprake van samenwerking
2. Er is sprake van een lokale organisatie van groepen. Er bestaat geen allesomvattend,
overkoepelend systeem dat al deze onderdelen zou kunnen coördineren. We willen een manier
voorstellen om de grenzen en netwerken die de productie van psychologische kennis
structureren te reorganiseren, namelijk een methodologie van gezamenlijk onderzoek
Onze stelling is dat psychologen een 'crisis' ervaren wanneer: zij andere onderzoekers tegenkomen
die hun theoretisch raamwerk niet zo fundamenteel vinden; wanneer hun theoretische instrumenten
ontoereikend zijn om de problemen waarmee zij worden geconfronteerd aan te pakken; en wanneer
ze niet in staat zijn om te communiceren en de noodzakelijke activiteiten te coördineren met
onderzoekers uit andere tradities. Over het algemeen zijn crisises aanleiding voor reorganisatie,
differentiatie en mogelijk het verdwijnen van sommige subsystemen. Bijgevolg zijn er twee reacties
gebruikelijk: depressie – omdat alle acties beloofd lijken te mislukken – of alle hoop vestigen op
een grootse verenigende oplossing die alle spanningen zou oplossen. Een derde reactie, die wij
pleiten, is het doen van gezamenlijk onderzoek. Door samenwerking rond een gedeeld object wordt
communicatie en coördinatie, evenals het realiseren van de verschillen tussen perspectieven,
mogelijk. Het idee is dat je knooppuntconcepten moet vinden die de coördinatie van verschillende
theorieën en modellen mogelijk maken. (≈ concepten die gebruikt kunnen worden om verschillende
disciplines met elkaar in gesprek te brengen). Knooppunten zijn een manier om de versteviging van
grenzen te voorkomen; in die zin zijn het ‘grensoverschrijdende’ objecten.
College 2B: Persoonlijkheidsleer: diversiteit en individuele verschillen
De de nitie van persoonlijkheid:
1. Psychische en fysieke eigenschappen (systemen van persoonlijkheid)
2. Van één speci ek persoon (het is dus uniek
3. Zijn op een dynamische manier met elkaar verbonden (ze werken op elkaar in
4. Bepalen hoe die persoon zich meestal voelt en gedraagt (persoonlijkheid kan dit bepalen
We hebben dan ook 3 lagen van persoonlijkheid. Deze lagen heb je nog om een volledig beeld van
een persoon te vormen
1. Trekken (denk aan big ve; OCEAN): Alledaagse woorden om een persoon mee te beschrijven
(denk aan vriendelijk). We hebben ook trekken labels: dimensies die de rode draad vormen
voor verschillende lossen trekken. Denk aan vriendelijkheid: hoort bescheiden, zorgzaam onder.
Waar komen deze trekken vandaan? We hebben de moderen theorie van Eysenck. Mensen
verschillen in hun ARAS (Opstijgend reticulair activeringssysteem) systeem. Dit systeem
reguleert sensorische input naar de hersenen. Extraverte mensen zijn chronisch onderprikkeld,
wat prestaties beperkt (Yerkes-Dodson-wet). Je hebt altijd een bepaald niveau van
prikkel nodig. Dit zorgt ervoor dat extraverten op zoek gaan naar stimulatie, want
zij hebben extra stimulatie nodig. Introverte mensen hebben dit niet nodig (zij
hebben als genoeg prikkels
2. Motivaties: De dingen die wij in het leven willen doen of onze doelen, hier
krijgen we namelijk energie van. Denk aan doelen, waarden en interesse. Hiervoor
kunnen we naar het RIASEC model kijken.
3. Levensverhalen over jezelf: je verteld dan aan een persoon wie je bent, hoe je zo
geworden bent en waar je naartoe wilt werken.
De verschillende lagen interacteren ook met elkaar.
fi fi :
fi )
)
:
)
)
.
)
, College 2b: persoonlijkheidsleer: diversiteit en individuele verschillen
A new Big Five: Fundamental principles for an integrative science of personality (mcadams
Persoonlijkheidsfactoren hebben een grote invloed op mensen hun keuzes. De theorie over de
gehele persoon beschrijft de eigenschappen die alle mensen hebben, hoe sommige mensen
verschillen op bepaalde eigenschappen en de patronen van het leven van een individu
Principe 1: Evolutie en menselijke natuu
Dit principe houdt in dat de levens van mensen allemaal variaties zijn op een algemeen evolutionair
ontwerp. Om de individualiteit van mensen te begrijpen is het daarom van belang om te weten wat
mensen ‘mens’ maakt, dus wat zijn de overeenkomsten tussen alle mensen. Persoonlijkheids
psychologen die de evolutietheorie hebben gebruikt noemen als uitgangspunt vaak ‘omgeving van
evolutionaire aanpassing (EEA)’. Dit beschrijft speci eke aanpassingen die zijn geëvolueerd op
basis van de benodigdheden van mensen, zoals het kunnen jagen en samen kunnen wonen. Dit
wordt ook wel ‘modaliteit’ of cognitieve niche genoemd. Mensen bestaan uit een heleboel
modules, die elk zijn ontworpen door natuurlijke selectie als reactie op een probleem zodat mensen
konden blijven overleven. Persoonlijkheid moet worden geanalyseerd op 4 verschillende niveaus:
1. Basisbehoeften (voeding, water, zuurstof en slaap)
2. Aangeboren sociaal-cognitieve mechanismen (gevoeligheid voor bedriegers, de neiging om
mensen te classi ceren in groepen, gezichtsuitdrukkingen herkennen)
3. Psychologische behoeften (autonomie, competentie en verbondenheid)
4. Socio-culturele gedragingen (het maken van kleding, huisdieren houden, religie)
Principe 2: Dispositionele eigenschappe
Dispositionele eigenschappen zijn eigenschappen die beschrijven hoe een persoon zich aanpast
aan de sociale wereld: hoe een mens dingen doet, denkt, of voelt. Deze kenmerken zijn een schets
van menselijke individualiteit die beschrijven hoe mensen zich (meestal) gedragen voor een langere
periode (maar niet voor altijd). Er zijn variaties tussen mensen op een aantal brede, dispositionele
eigenschappen die belangrijk zijn voor een sociaal leven, zoals extraversie, dominantie,
vriendelijkheid, nauwkeurigheid, depressiviteit, kwetsbaarheid enzovoorts. Verschillen in deze
eigenschappen van mensen zijn verklarend voor individuele verschillen in gedrag, gedachten, en
keuzes
Principe 3: Karakteristieke aanpassinge
Mensen variëren ook op motivationele, sociaalcognitieve en ontwikkelingseigenschappen, die
gebaseerd zijn op tijd, plaats en/of hun sociale rol. Karakteristieke aanpassingen van mensen zijn
motieven, doelen, plannen, strategieën, normen en waarden, zelfbeeld en andere factoren die te
maken hebben met mensen hun motivationele, sociaal-cognitieve en ontwikkelingsbehoeften.
Karakteristieke aanpassingen verschillen over culturen, families, en over de levensduur. Daarnaast
zijn karakteristieke aanpassingen meer speci ek en vervormbaar dan dispositionele eigenschappen.
Een verschil tussen karakteristieke en dispositionele eigenschappen: KE’s worden geactiveerd als
reactie op gebeurtenissen in iemand zijn of haar sociale leven. DE’s zijn een schets van iemand zijn
of haar individualiteit en karakteristieke aanpassingen vullen de details
Principe 4: Levensverhalen (narratieven) en de uitdagingen van moderne identitei
Mensen verschillen in levensverhalen. Levensverhalen zijn verhalen die mensen creëren om de
moderne wereld te begrijpen en hun identiteit te kunnen bepalen. Narrative identiteit betekent dat
iemand de gebeurtenissen uit zijn of haar verleden samenvoegt met dromen over de toekomst om zo
betekenis, doelen en eenheid te ervaren in hun leven. Narrative identiteiten kunnen ook gebruikt
worden om persoonlijkheid te analyseren
.
fi n
n
r
.
fi
fi
.
t
.
.
)
, Principe 5: De differentiërende rol van cultuu
Cultuur kan persoonlijkheidskenmerken beïnvloeden. Echter heeft cultuur de grootste invloed op
narrative identiteiten. Cultuur is een onderdeel van de omgeving, dat menselijk gedrag beïnvloedt.
De reden dat cultuur de meeste invloed heeft op verhalende identiteiten is dat een cultuur beschrijft
hoe mensen zouden moeten leven. Dit verschilt voor de mensen binnen culturen, zo heeft de één
andere mogelijkheden dan de ander. Wanneer mensen hun identiteit dus beschrijven in de vorm van
een verhaal, dan kiezen zij ervoor om dingen te beschrijven die voor hen belangrijk zijn en die
passen bij hun unieke leven.
- Met betrekking tot dispositionele eigenschappen biedt cultuur weergave-regels (stop met
onaardig zijn), maar het heeft minder invloed op de kracht/sterkte van de eigenschappen zelf.
- Met betrekking tot karakteristieke aanpassingen biedt cultuur doelen, dus men leert welke doelen
hij of zij na hoort te streven.
- Ten slotte heeft het de grootste invloed op verhalende identiteiten, omdat men in een bepaalde
cultuur uitkiest wat het beste verhaal zou zijn voor hem of haar en sommige dingen weglaat. Als
voorbeeld: wanneer iemand homoseksueel is en in een streng land leeft, dan zal hij of zij dit stuk
waarschijnlijk weglaten uit zijn of haar verhaal
Conclusie: Evolutie bepaalt het algemene ontwerp voor psychologische individualiteit.
Persoonlijkheid ontstaat als een unieke variatie op dit algemene ontwerp, dat zich uit in
dispositionele eigenschappen, karakteristieke aanpassingen, en integratieve levensverhalen die
gecompliceerd en differentieel zijn op basis van iemands cultuur.
College 3A: sociale neurowetenschappen
We hebben drie niveaus van verklaringen:
1. Sociaal: ventiel-instituut
2. Psychologisch: sociale identiteit en groepsgroep
3. Biologisch: denk aan testostero
De biologische processen zeggen ook iets over (sociale) psychologie. Je lichaam en geest zijn
namelijk 1. We proberen naar de relatie tussen de fysiologie en psychologie te kijken, denk aan
stress. Maar een valide fysiologische index voor psychologisch proces vinden is lastig (denk aan
reverse inference). Een oplossing kan zijn om een combinatie van verschillende metingen te doen,
je kan stress op verschillende manieren meten. Voordelen van fysiologische metingen:
- Objectieve metingen (denk aan hartslag bv
- We kunnen onbewuste processen meten, wat met alleen vragen niet lukt
- Vermijden van sociaal-wenselijke antwoorden
- Continue metingen (je kan in het moment zelf veranderingen meten
- Gezondheidsuitkomsten (klinische relevantie voor gezondheid
Toch zijn metingen in een lab nadelig. We trekken namelijk speci eke steekproeven aan, het kost
veel tijd om mensen te verzamelen en de externe validiteit is laag. Voordelen: gecontroleerde
omgeving en het is namelijk eenvoudig op te zetten.
College 3a: social neuroscience: From the Brain to the Field: The Applications of Social
Neuroscience to Economics, Health, and Law van Kedia et al
Sociale neurowetenschappen heeft als doel de biologische systemen te begrijpen die ten grondslag
liggen aan de gedachten, gevoelens en acties van mensen in het licht van de sociale context waarin
ze leven. Er zijn hier echter een aantal problemen mee die in dit artikel worden besproken
- Eén veelvoorkomende interpretatiefout is omgekeerde gevolgtrekking (reverse inference). Dit
houdt in dat een bepaald mentaal proces afgeleid kan worden uit hersenactiviteit. Hierdoor
probeert men door middel van hersenactiviteit te voorspellen wat iemand zal kiezen
n
)
r
.
)
.
fi )
.
.
.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indyborgers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R106,02. You're not tied to anything after your purchase.