Dit document bevat een overzicht van alle statistische testen van alle modules dat we gezien hebben. Per test staat wanneer hij gebruikt moet worden, de belangrijkste kenmerken en de bespreking van de output. Helemaal achteraan staat nog een groot overzicht van alle testen.
Interpreteer de onderzoeksvraag. Ben je opzoek naar een verschil tussen groepen of een relatie tussen variabelen?
VERSCHIL TUSSEN GROEPEN RELATIE TUSSEN VARIABELEN
RELATIE TUSSEN VARIABELEN
Relatie tussen In het geval dat je op zoek bent naar een relatie tussen variabelen, dan moet je jezelf afvragen of je louter het
variabelen verband (relatie) wil kennen, of dat je op zoek bent naar voorspellingen.
Relatie Voorspelling
RELATIE
Wanneer je geïnteresseerd bent in het verband tussen variabelen, dan moet je eerst de assumpties nagaan om te weten of je een parametrische
toets kan uitvoeren of je gebruik moet maken van een niet-parametrische toets. Assumpties:
1) De afhankelijke variabele is gemeten op schaalniveau (ratio of interval)
2) De afhankelijke variabele is normaal verdeeld. Dit kan gecontroleerd worden op verschillende manieren:
• Voor grote steekproeven (n ≥ 30): voorwaarde automatisch voldaan door de centrale limietstelling
• Voor kleine steekproeven (n < 30) moet de normaliteit nagegaan worden aan de hand van 3 testen:
− P-P plot: wanneer de punten heel dicht of op de rechte liggen wijst dit op een normale verdeling
− Histogram: klokvormig en symmetrisch rond het gemiddelde wijst op normale verdeling
− Kolmogorov-Smirnov test of Shapiro wilk test: p ≥ 0,05 wijst op een normale verdeling
!! Baseer je niet enkel op de laatste test combineer altijd met histogram en P-P plot.
Pagina | 1
,Indien aan beide voorwaarden voldaan is, dus de afhankelijke variabele is op schaalniveau gemeten en
Relatie
normaal verdeeld, kunnen we gebruik maken van een parametrische toets. Indien één van de twee
voorwaarden niet voldaan is, moeten we gebruik maken van een niet-parametrische toets.
Niet
Parametrisch: Parmetrisch
parametrisch
De parametrische toets om de relatie tussen 2 variabelen te krijgen is de Person correlatie. Dit is de index die
de lineaire relatie tussen twee kwantitatieve variabelen weergeeft. Kenmerken: Pearson Spearman
correlatie correlatie
• Populatieparameter: ρ (Griekse letter rho)
• AV en OV: interval of ratio
Kendall's Tau
• Hypothese kan éénzijdig of tweezijdig
Chikwadraat
1) Hypotheses: H0: ρ = 0 (er is geen relatie) voor
H1: ρ ≠ 0 (er is een relatie) kruistabellen
2) Significantie: 𝛼 = 0,05 → men is bereid een 5% kans op een type I fout te accepteren.
3) Verzamelen steekproefgegevens en kiezen statistische test → relatie tussen twee kwantitatieve variabelen
4) Output SPSS
− Pearson correlation: correlatiecoëfficiënt → in welke mate correleren de twee variabelen.
Een variabele correleert perfect met zichzelf, daarom zien we diagonaal twee maal 1 staan.
We moeten focussen op de andere waarde (-0,553)
− Sig. (2-tailed): aan de hand van de p-waarde kunnen we zien of de negatieve correlatie van
-0,553 niet slechts toevallig was, maar dat er echt een correlatie is. Bij een eenzijdige
hypothese moet deze waarde nog door 2 gedeeld worden.
− N: aantal observaties
5) Conclusie
− P-waarde < 0,05 → nulhypothese verwerpen en alternatieve hypothese aanvaarden. Er is voldoende bewijs dat er een verband is.
− P-waarde ≥ 0,05 → nulhypothese behouden. Er is onvoldoende bewijs dat er een verband is.
− Determinatiecoëfficiënt r² → aandeel van de variantie in de ene variabele die kan worden verklaard door de andere variabele.
Voorbeeld: (-0,533)² = 0,31 → 31% van de variantie in winst kan verklaard worden door de variantie in duurtijd van de opdracht.
Pagina | 2
, Niet parametrisch:
Spearman correlatie
De niet-parametrische toets om de relatie tussen 2 variabelen te krijgen is de Spearman correlatie. Dit is de index die de lineaire relatie tussen twee
ordinale variabelen weergeeft. Kenmerken:
• Populatieparameter: ρs (Griekse letter rho met subscript S → Spearman)
• Variabelen: ordinaal
• Hypothese kan éénzijdig of tweezijdig
1) Hypotheses: H0: ρs ≥ 0 (er is geen relatie)
H1: ρs < 0 (er is een relatie)
2) Significantie: 𝛼 = 0,05 → men is bereid een 5% kans op een type I fout te accepteren.
3) Verzamelen steekproefgegevens en kiezen statistische test → relatie tussen twee ordinale variabelen
4) Output SPSS
− Correlation coefficient: in welke mate correleren de twee variabelen. Een
variabele correleert perfect met zichzelf, daarom zien we diagonaal twee
maal 1 staan. We moeten focussen op de andere waarde (-0,373)
− Sig. (1-tailed): aan de hand van de p-waarde kunnen we zien of de negatieve
correlatie van -0,373 niet slechts toevallig was, maar dat er echt een
correlatie is. Merk op dat je in de meeste recente versies van SPSS kan kiezen
of je een één- of tweezijdige p-waarde wilt. Aangezien we een directionele
hypothese hebben opgesteld, hebben we een éénzijdige p-waarde nodig.
− N: aantal observaties
5) Conclusie
− P-waarde < 0,05 → nulhypothese verwerpen en alternatieve hypothese aanvaarden. Er is voldoende bewijs dat er een verband is.
− P-waarde ≥ 0,05 → nulhypothese behouden. Er is onvoldoende bewijs dat er een verband is.
− Determinatiecoëfficiënt r² → aandeel van de variantie in de ene variabele die kan worden verklaard door de andere variabele.
Pagina | 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MK2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R183,33. You're not tied to anything after your purchase.