Methoden van het wetenschappelijk onderzoek Deel 1 (P0M24A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Custom Research Methods for the Behavioral Sciences
Dit is een samenvatting van het vak "Methoden van het wetenschappelijk onderzoek, deel 1" van prof Van den Bussche, geschreven in 2023.
Deze samenvatting is een combinatie van het boek, de slides uit de lessen en mijn lesnotities. Het boek lezen is dus eigenlijk niet meer nodig, de samenvatting i...
,Methoden van wetenschappelijk onderzoek, 1 Annefleur Sauter
13.1 Inleiding beschrijvende onderzoeksstrategieën ............................................................................................. 109
13.2 ObservaDoneel design ...................................................................................................................................109
13.3 Survey design ................................................................................................................................................. 112
13.4 Case study design ....................................................................................................................................116
Hoofdstuk 14: Single-case experimentele onderzoeksdesigns (pp. 341-372) ...................................................... 118
Overzicht ................................................................................................................................................................ 118
14.1 Inleiding ................................................................................................................................................... 118
14.2 Fase en veranderingen in fases ............................................................................................................... 120
14.3 Reversal Designs ...................................................................................................................................... 124
14.4 MulDple-Baseline designs........................................................................................................................ 125
14.5 Voor- en nadelen van single-case designs ............................................................................................... 127
Open science .................................................................................................................................................... 129
Wie?....................................................................................................................................................................... 129
Wat is wetenschap? ............................................................................................................................................... 129
Wetenschappelijke cyclus ...................................................................................................................................... 129
Open science .......................................................................................................................................................... 131
Deel 1: Waarom Open Science (wat gaat er mis)? ................................................................................................ 131
Deel 2: Open Science in de prakDjk ........................................................................................................................ 137
Hoofdstuk: KwanNtaNeve en kwalitaNeve methoden ........................................................................................ 143
Overzicht ................................................................................................................................................................ 143
Case 1: kwanDtaDef à kwalitaDef ........................................................................................................................ 143
Case 2: kwalitaDef à kwanDtaDef ........................................................................................................................ 144
Besluit ....................................................................................................................................................................145
• We accepteren informa@e als waar, omdat het al@jd al zo geweest is of omdat bijgeloof de informa@e
ondersteunt.
• Gebaseerd op gewoonte of bijgeloof.
We geloven iets omdat we het al@jd al geloofd hebben, clichés (e.g., “tegengestelden trekken elkaar aan”
à Is eigenlijk niet waar, is wetenschappelijk bewezen).
• Of omdat bepaalde overtuigingen worden voorgesteld als feiten (e.g., “een spiegel breken levert 7
jaar ongeluk op”).
MAAR: info kan fou@ef zijn en het corrigeren is zeer moeilijk
Niet wetenschappelijke methode.
2. Intuï6e
• We accepteren informa@e als waar, omdat dit “juist aanvoelt”
• Gebaseerd op buikgevoel, voorgevoel of ins@nct
• Snelle manier om vragen te beantwoorden
• Vaak gebruikt als we over geen enkele info beschikken
• Ethische vraagstukken of morele dilemma’s worden vaak opgelost met de methode van intuï@e
• E.g., “ik voel aan dat mijn vriend een slechte dag heeT”
MAAR: geen enkele manier om accurate en fou.eve info te onderscheiden.
5
, Methoden van wetenschappelijk onderzoek, 1 Annefleur Sauter
Niet wetenschappelijke methode.
Voor belangrijke dilemma’s/keuzes kunnen we dit beter niet toepassen.
à Zeer gevoelig aan fouten.
3. Autoriteit
• We accepteren informa@e als waar, omdat de informa@e aWoms@g is van een expert rond dat
onderwerp
• Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit, expert
• Consulteren van een expert, het werk lezen van een expert, “Google it”, boeken, TV, internet, etc.
• Vaak een prima startpunt om kennis te vergaren, snel en makkelijk
• Omvat ook de methode van geloof: blind vertrouwen in een autoriteitsfiguur waardoor we diens info
accepteren zonder twijfel of toetsing
MAAR: levert niet al@jd accurate info op: experts kunnen gebiast zijn, info kan een subjec.eve opinie
reflecteren, exper@se wordt gegeneraliseerd naar andere domeinen, de exper@se wordt niet in vraag
gesteld, expert is niet echt een expert
Niet wetenschappelijke methode.
Methode van geloof:
Bv: sektes à alle info wordt gewoon als waar geacht in de sekte.
Expert kunnen gebiast zijn, info kan beïnvloed zijn door subjec@eve opinie van de expert zelf.
Exper@se gegeneraliseerd naar andere domeinen: bv acteurs die parfum verkopen (“die zal wel goede
producten hebben”).
Methode van geloof valt onder die van autoriteit. Methode van geloof is extremer, hier gaan we de
“expert” blind geloven.
4. Ra6onalisme
• Antwoorden zoeken door logisch te redeneren
• We vertrekken van een set gekende feiten of assump@es (= premissen) en gebruiken logica om tot
een conclusie of antwoord te komen
• Voorbeeld:
Argument:
Een angstaanjagende ervaring met een hond veroorzaakt angst
Premissen
voor honden in de toekomst.
Logische Amy heeT angst voor honden
conclusie Dus, Amy heeT een angstaanjagende ervaring met een hond gehad.
Niet wetenschappelijke methode.
Premissen (als we ervan uit gaan dat assump@es waar zijn).
• Indien de premissen waar zijn en de gehanteerde logica is correct, dan is de conclusie sowieso
correct
• Let op: de ra@onale methode start pas NA de premissen
• Geen info verzameld, geen observa@es, geen eviden@e, etc.
6
,Methoden van wetenschappelijk onderzoek, 1 Annefleur Sauter
• Vaak gebruikt om alterna@even logisch af te wegen, zonder alle mogelijkheden ook daadwerkelijk uit
te proberen (e.g., op de dag van een examen is je auto stuk: wat zijn mogelijke alterna@even om
@jdig op het examen te geraken?)
We stellen de premissen niet in vraag.
Vanuit de premissen begint men logisch te redeneren.
We doen niet veel, alles gebeurt in je hoofd. Je weet dus ook pas als je je theorie hebt uitgetest of je juist
hebt geredeneerd.
• MAAR:
§ Alles valt of staat bij de juistheid van de premissen (e.g., een angstaanjagende ervaring met een
hond veroorzaakt angst voor honden in de toekomst)
§ Alles valt of staat bij de juistheid van het logisch redeneren, maar we zijn niet zo goed in logisch
redeneren
Premissen moeten wel juist zijn, want we stellen deze niet in vraag. Maar we starten wel vanuit deze
premissen.
à Als we al starten vanuit foute premissen, loopt het mis.
De manier van logisch redeneren moet ook juist zijn, anders loopt het ook mis.
5. Empirie
• Antwoorden zoeken door directe observa@e of directe sensorische ervaring
• “Alle kennis wordt verworven door de zintuigen”
• E.g., “in de zomer is het warmer dan in de winter”
• Veel antwoorden zijn beschikbaar door de wereld rond ons te observeren
MAAR:
• Onze waarneming en interpreta@e van de wereld rond ons zijn niet al@jd correct
7
,Methoden van wetenschappelijk onderzoek, 1 Annefleur Sauter
§ Sensorische ervaring kan ons misleiden (e.g., visuele illusies)
In tegenstelling tot het ra@onalisme gaan we wel “doen”. Observeren…
Ook niet echt wetenschappelijk:
- waarnemingen zijn niet al@jd juist.
Onze zintuigelijke waarnemingen bedriegen ons soms, hierdoor kan men niet op zintuigen rekenen als
wetenschappelijke instrumenten.
(Bv op@sche illusies).
§ Invloed van voorkennis, verwach@ngen, gevoelens, overtuigingen op percep@e
§ Misinterpreta@e van sensorische ervaring
§ Kost @jd: met de empirische methode ga je bij een probleem verschillende oplossingen uitproberen
(ß à ra@onele methode) = trial-and-error
§ Kan gevaarlijk zijn (e.g., zijn deze paddenstoelen eetbaar of giTig?)
Mensen zijn niet al@jd objec@ef, we zijn beïnvloed.
Misinterpreta@e van sensorische ervaring: bv bij een ongeval kan iedereen andere waarnemingen
hebben.
Kost @jd: alles uieesten
Bv je auto is stuk à Trein, bus, fiets allemaal uitproberen à Heel @jds behoevend. Wetenschappelijke
methoden zijn gebaseerd op het Ra@onalisme en Empirie.
Kleine samenvagng
Methode Manier van weten/kennis vergaren
Vasthoudendheid (tenacity) Gewoonte of bijgeloof
Intuï@e Buikgevoel, voorgevoel of ins@nct
Autoriteit Autoriteit, expert
Ra@onalisme Logisch redeneren
Empirie Directe observa@e of directe sensorische ervaring
1.2 De wetenschappelijke methode
• = Manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd worden en er vervolgens
systema.sch naar antwoorden gezocht wordt.
• Bevat verschillende elementen van de niet-wetenschappelijke methoden
• Deze combina@e tracht de beperkingen van individuele methoden te vermijden
• Doel = zo accuraat mogelijke antwoorden bekomen
• Bevat verschillende stappen
8
, Methoden van wetenschappelijk onderzoek, 1 Annefleur Sauter
De wetenschappelijke methode: STAP 1
• OBSERVATIE van gedrag of andere fenomenen
• Trekt je aandacht, roept vragen op
• Vaak informeel, natuurlijk, niet gepland, niet systema@sch
• Direct of indirect
• Voorb: Stephens, Atkins & Kingston (2009) merkten op dat ze vloeken telkens ze pijn ervaren
• Vaak worden de observa@es gegeneraliseerd à induc@e: op basis van enkele observa@es wordt een
algemene conclusie bereikt
• Voorb: vloeken is een gebruikelijke, bijna universele, reac6e op pijn
Kan ook indirect zijn, voortgaande op de observa@es van iemand anders.
Induc@e: vertrekken vanuit een paar voorbeelden en generaliseren/veralgemenen.
De wetenschappelijke methode: STAP 2
• HYPOTHESES vormen
• Iden@fica@e van variabelen die geassocieerd zijn met je observa@e
• Variabelen: karakteris@eken of condi@es die variëren binnen en/of tussen verschillende personen
(e.g., leeTijd, gezondheidstoestand, persoonlijkheid, intelligen@e, etc.)
• Je observa@es kunnen beïnvloed worden door verschillende variabelen en deze kunnen de observa@e
(deels) verklaren
• Voorb: de geobserveerde rela6e tussen pijn en vloeken kan beïnvloed worden door verschillende
andere variabelen (acute versus chronische pijn, alleen of in aanwezigheid van anderen,
persoonlijkheid, etc.)
• Selecteer één van de mogelijke verklaringen voor de observa@e die je gaat evalueren in een
wetenschappelijke studie = HYPOTHESE
• Bevat een beschrijving/verklaring van een rela@e tussen variabelen
• Andere mogelijke verklaringen worden niet ontkend, maar (voorlopig) niet opgenomen
• Geen defini@eve verklaring, maar een mogelijke, voorlopige verklaring die getest en kri@sch
geëvalueerd moet worden
• Voorb: vloeken is een gebruikelijke reac6e op pijn omdat het vloeken de ervaring van pijn wijzigt en
de ervaren intensiteit van de pijn vermindert.
We selecteren 1 variabele die we gaan onderzoeken.
Hypothese: start onderzoek.
De wetenschappelijke methode: STAP 3
• PREDICTIES vormen
• Hypothese toepassen op een specifieke, observeerbare situa@e
• Eén hypothese kan aanleiding geven tot verschillende predic@es
• Elke predic@e verwijst naar een specifieke situa@e/gebeurtenis die kan gemeten en geobserveerd
worden
• Predic@es moeten toetsbaar zijn: het moet mogelijk zijn om de predic@e te ondersteunen of
weerleggen obv observa@es
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annefleursauter1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R172,63. You're not tied to anything after your purchase.