Inhoud van de samenvatting:
- Alle hoofdstukken van Prins
- Alle verplichte artikelen en hoofdstukken
- Alle hoorcolleges
Ik heb alles wat dubbel is samengevoegd, zodat je niet meer hoeft te doen dan nodig!!
Alles staat in de volgorde van de planning, dus alles staat per onderwerp!
Behandeling & Interventie Samenvatting – Prins, losse artikelen en hoofdstukken én hoorcolleges
Johnson H1: Conceptuele modellen
De diagnostiek en behandeling van kinderproblematiek zijn vooral gevormd door de modellen van
psychopathologie bij volwassenen. Dit heeft ertoe geleidt dat bepaalde ontwikkelingsfactoren door
clinici worden genegeerd en dat het lastiger is effectieve interventie strategieën in te zetten.
De afgelopen 15-20 jaar is er meer aandacht voor onderzoek bij kinderen. Hierdoor is er meer kennis
over:
- De verschillen tussen psychologische problemen bij kinderen en bij volwassenen;
- Oorzaken van verschillende stoornissen bij kinderen;
- De behandeling van kinderen.
Model van psychopathologie= een verzameling werkzame elementen met betrekking tot de rol van
biologische, psychologische, sociaal-economische en/of andere factoren waarvan wordt aangenomen
dat ze bijdragen aan de ontwikkeling van psychopathologie.
- Het is een soort conceptueel en theoretisch raamwerk die clinici kunnen gebruiken bij het
organiseren van de informatie over de cliënt en om het ‘abnormale’ gedrag te kunnen begrijpen.
- Het conceptuele kader bepaalt de factoren die causaal verband houden met de problemen, de
manier waarop beoordeeld wordt en de keuze voor daaropvolgende behandeling.
Verschillende modellen van psychopathologie:
1. Het medische model:
- Afwijkend gedrag werd toegeschreven aan onderliggende fysiologische afwijkingen of
ziekteprocessen. Het is dus een uiting van een biologisch probleem. Denk aan genetische
afwijkingen, neurobiologische problemen of vergiftiging. Al dan niet in interactie met een
stressvolle omgeving.
- Etiologie probleemgedrag:
o Gedragsproblemen en emotionele problemen zijn terug te voeren op hersenorganische
disfuncties
Genetisch
Biochemisch/neurologisch
Neurotransmitters
Organische factoren
Metabolische factoren
Temperament
- Diagnostiek:
o Ontwikkelingsgeschiedenis
o Neuro(psycho)logisch onderzoek
- Assessment is ontworpen om vast te stellen in hoeverre het kind kenmerken vertoont die
overeenkomen met een diagnose op het gebied van psychopathologie. Daarnaast worden
biologische factoren vastgesteld die verband kunnen houden met de problemen.
- De behandeling die ingezet wordt bij een psychopathologie die biologische bepaald is:
farmacologische en biologische benaderingen van behandelingen, zoals medicatie.
- Visie op behandeling:
o Wijzigingen aanbrengen in (chemische huishouding) hersengebieden
- Interventies: diëten, psychofarmacologie (bijv. stimulantia, antidepressiva, antipsychotica, anti-
epileptica)
2. Psychodynamische model:
,- Dit is een mix van het medische model en de basisprincipes van de psychoanalytische theorie
(Freud).
- Het is ontwikkelingsgericht; het kind moet ontwikkelingsfasen (orale, anale, fallisch en genitale)
succesvol doorlopen, want deze zijn cruciaal voor het persoonlijk en sociaal/emotionele welzijn.
o Orale fase geboorte – 2 jaar uitingen met de mond bijten, spugen
o Anale fase 2 – 4 jaar ophouden of loslaten van ontlasting/urine gaat over
autonomie gaat de moeder wel niet ter beschikking zijn?
o Fallische fase 4 – 6 jaar pronken/exhibitioneren geslachtsverschil krijgt grotere
betekenis willen domineren.
Oedipus/elektra complex Het verwijst naar een verlangen naar seksuele betrokkenheid
met de ouder van het andere geslacht en een bijbehorend gevoel van rivaliteit met de ouder
van hetzelfde geslacht.
- Freud onderscheidt drie onderdelen van persoonlijkheid: id, ego en superego.
o De id is het instinctieve, met als enige functie bevredigen van biologische behoeften en
impulsen.
o Het ego is de ratio die een middenweg zoekt tussen de eisen van id en van de
samenleving.
o De superego is het geweten.
- Conflicten komen tot uiting op een bewust en een onbewust niveau. Conflicten op het
onbewuste niveau zijn het meest bedreigend voor het welzijn. De ego heeft de taak dit te
bemiddelen.
- Een optimale aanpassing en persoonlijkheidsfunctioneren ontstaan wanneer en een evenwicht is
tussen de id, ego en superego. Deze balans is grotendeels een gevolg van het adequaat
bemiddelen van de ego.
- Ziekteprocessen worden gezien als psychologisch van aard. Het wordt gezien als het gevolg van
onderliggende psychologische problemen zoals onderdrukte conflicten, traumatische ervaringen
of een fixatie in een ontwikkelingsstadium.
- Assessment bestaat uit ouder of kind interviews, vragenlijsten of psychologische testen om
bewijs te krijgen over onbewuste conflicten. Bij oudere kinderen kan een gesprek gevoerd
worden gericht op het verkrijgen van informatie over bijdragende factoren. Bij jonge kinderen kan
je observeren van het spel van het kind met daarbij verbale interactie. Een kind laat met spelen
betekenisvolle informatie zien over zijn/haar emotionele problemen.
o Ongestructureerde testinstrumenten zijn het meest consistent bij het psychodynamische
model.
o Bij kinderen kan gebruik worden gemaakt van projectieve technieken. Wanneer het kind
iets ongestructureerds te zien krijgt, zal hij proberen structuur aan te brengen en daarbij
zal belangrijke informatie rondom zijn persoonlijkheid, conflictgebieden etc. zichtbaar
zijn.
- De behandeling bestaat uit het op gang brengen van de ontwikkeling door het kind inzicht te
geven in tegenstrijdige wensen en gevoelens. Dit kan met verbale instructie of met spel.
o Er wordt aangenomen dat openlijke symptomen verdwijnen als de onderliggende
conflicten en problemen zijn opgelost.
- Interventies:
o Melanie Klein: eerste analytica die de rol van ‘spel’ benadrukte bij de behandeling van
kinderen.
o De pyschoanalytische interpretatie van het spel van het kind als equivalent van de vrije
associatie.
3. Behavioral model:
- De focus ligt op het zichtbare (openlijke) gedrag. Het gaat om gedrag dat zich voordoet in een
context waarin het niet gepast is.
,- Het problematische gedrag is het primaire probleem (en dus niet het onderliggende).
- Inadequaat gedrag en emotionele problemen door onjuiste cognities
- Onjuiste cognities uiten zich in:
o Negatieve verwachtingen en waardering, onjuiste attributies en irrationele overtuigingen
o Tekorten in zelfregulatie en zelfcontrole
- Veel van het abnormale gedrag wordt aangeleerd, denk daarbij aan klassieke conditionering,
operante conditionering en sociaal leren.
- Assessment: de nadruk ligt op het bepalen van het specifieke gedrag waardoor het kind zich niet
kan aanpassen en de omgevingsfactoren die hierop van invloed zijn. Een (gedrags)interview is het
startpunt. Daarnaast kunnen observaties of vragenlijsten worden afgenomen bij ouders of
leerkracht.
o Informatie kan worden uitgelegd aan de hand van S-O-R-C. S: de stimuli, O: organismic
variabelen (lichamelijke factoren, cognities etc.), R: de response, C: de gevolgen
Variantie van het ABC-schema.
- Behandeling: gedrag is aangeleerd en kan worden aangepast met leerprincipes. Benaderingen
zijn: systematische desensitization (exposure), modeling, operante conditionering, cognitieve
gedragstherapie.
4. Cliëntgerichte model (humanistisch):
- Visie: individuen hebben in zichzelf het vermogen tot persoonlijke groei en adaptief functioneren.
o Ontwikkeling van het ‘self-concept’
‘Organismic valuing process’ ieder individu heeft de innerlijke behoefte
zichzelf te ontplooien (‘self’)
‘Need for positive regard’ kind heeft een elementaire behoefte aan
waardering van de ouders (‘experience’)
- Psychopathologie ontstaat als gevolg van sociale- of omgevingsomstandigheden die de
persoonlijke groei (zelfontplooiing) blokkeren/belemmeren.
- Assessment: de richting van de therapie moet grotendeels door de cliënt worden bepaald. De
cliënt heeft dus de regie. Kijken vanuit wat er mis is met de cliënt wordt gezien als veroordelend
en verkeerd.
- Behandeling: meestal in de context van spelactiviteiten. Bij oudere kinderen ligt de nadruk op
verbale interactie. De therapeut moet het kind onvoorwaardelijk niet-oordelend en oprecht
accepteren als persoon. Ook wordt er aandacht besteed aan verheldering van de gevoelens van
het kind door reflectie.
Het ontwikkelen van een positief ‘self-concept’ en daarmee een basis creëren voor de ervaring
van zelf-actualisatie
- Interventies:
o Relatie: warmte en acceptatie
o Permissieve houding: uitnodigen tot vrije expressie van gevoelens
o Respect voor kind, vertrouwen in eigen vermogen problemen op te lossen
o Non-directieve instelling
5. The family model
- De nadruk ligt niet op de cliënt zelf, maar op variabelen die werkzaam zijn binnen het grotere
familiesysteem waarvan de cliënt onderdeel is.
- Het gezin wordt gezien als complex en dynamisch sociaal systeem waarbij het gedrag van elk
gezinslid een functie heeft binnen het systeem.
- Problemen van het kind worden gezien als disfunctie van het gezin. Verandering van het
probleem van het kind zonder veranderingen in het gezin kan leiden tot nieuwe symptomen bij
andere gezinsleden. Het gezin in totaal is dus de focus voor de interventie.
, - Assessment: er zijn verschillende beoordelingsmethoden voor gezinnen. Denk aan observaties
(zoals Dyadic Parent-child Interaction Coding System), zelfrapportage (zoals de Family Adaptability
and Cohesion Evaluation Scales), gezinsinterviews of vragenlijsten.
- Behandeling: er zijn verschillende soorten gezinstherapie. Deze bevatten vaak een therapeut,
mogelijk een co-therapeut en dit in interactie met een heel gezin.
Hoewel de therapie meestal gericht is op het omgaan met familieproblemen (deze liggen ten
grondslag aan probleemgedrag), kan de aanpak variëren. Sommigen hanteren een
systeembenadering (gericht op communicatie en interactiepatronen), sommigen hebben een
benadering meer psychodynamisch van aard, weer anderen leggen de nadruk op
gedragsprocedures binnen de context van het gezin.
Tegenwoordig wordt veel de multisystemische benadering gebruikt. Hierbij ligt de nadruk niet
alleen op het gezinssysteem maar ook op de invloed van andere systemen (vriendengroep, school
etc.).
Multiple Impact Gezinstherapie= een heel team van therapeuten werkt in korte tijd intensief
samen met een gezin om te dealen met de acute problemen van het gezin.
Het veld van kinderpsychopathologie is enorm breed, waardoor geen enkele benadering volledig past
bij het begrijpen, beoordelen en behandelen van alles stoornissen/problemen. Veel therapeuten
hebben daarom een meer eclectisch standpunt ingenomen.
- Eclectische benadering= selecteren van bruikbare methoden uit verschillende theoretische
oriëntaties in plaats van te vertrouwen op een specifieke theorie of behandeling. Er wordt
gekozen voor meerdere behandelmethoden en deze worden aangepast op de specifieke
behoeften van het kind.
De benadering voor behandeling wordt bepaald nadat alle gegevens en informatie zijn verzameld. Als
bijvoorbeeld na assessment wordt vastgesteld dat omgevingsfactoren de belangrijkste oorzakelijke
factoren zijn, dan ligt de focus van de behandeling daar.
De aanpak moet worden bepaald op basis van:
- De complexiteit van het individuele geval.
- Wat bekend is over de werkzaamheid van een bepaalde behandelmethode.
- En houdt ook rekening met de effectiviteit van de benadering.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
HC1:
Therapiecyclus
- Indicatieanalyse als scharnierpunt
tussen diagnostiek en behandeling.
- Planning
- Uitvoering
- Beoordeling van het effect
Tak - Hoofdstuk 1
4.1 Verantwoording van de keuze voor de regulatieve cyclus
Bij de empirische cyclus is het doel het stapsgewijs toetsen van hypothesen die ten grondslag liggen
aan de hulp die wordt geboden. Bij de regulatieve cyclus is het doel het stapsgewijs bereiken van
doelen bij het oplossen van een probleem. Iedere keer wanneer er in de regulatieve cyclus
beslissingen genomen moeten worden,
fundeert men dit op de empirische cyclus.
Vier perspectieven om de integratie van
empirische en regulatieve cyclus toe te
lichten:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller doriendeboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R138,14. You're not tied to anything after your purchase.