100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Radbout eerste kwartaal Farmacologie en Toxocologie, Mechanismen Gezondheid en Ziekte, 2024 compleet, met hoofdleerdoelen, plaatjes en tentamen vragen met antwoorden R139,53   Add to cart

Class notes

Radbout eerste kwartaal Farmacologie en Toxocologie, Mechanismen Gezondheid en Ziekte, 2024 compleet, met hoofdleerdoelen, plaatjes en tentamen vragen met antwoorden

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is het complete eerste kwartaal Farmacologie en Toxocologie van Radbout uit 2024, 'Mechanismen gezondheid en ziekte'. Alles uit de colleges met visuele ondersteuning, tentamenvragen en leerdoelen.

Preview 3 out of 22  pages

  • April 28, 2024
  • 22
  • 2023/2024
  • Class notes
  • .
  • Eerste kwartaal 2024
avatar-seller
lOMoARcPSD|2668334

, lOMoARcPSD|2668334




HC waarom helpen medicijnen niet altijd?

De nieren zijn erg belangrijk met het uitscheiden van medicijnen  de delen die je lichaam niet
gebruikt worden door gezonde nieren uitgescheden. Wanneer je nieren niet goed werken, zullen er
zich onnodige bestanddelen van medicijnen in je lichaam ophopen  veel last van bijwerkingen,
waaronder een nog slechtere nierfunctie.

Hoofdleerdoel:

Je kunt beredeneren aan de hand van welke factoren een individuele behandeling voor pijn
opgesteld wordt en je kunt de werking van deze medicijnen verklaren met behulp van het
pijnsysteem.

Eigenlijk zit alles in je lichaam dat gereguleerd wordt vast aan een regelkring  deze regelkring kan
verstoord raken, waarvoor medicijnen ontwikkeld zijn. Je hebt altijd een setpoint die verstoord
kan raken  sensor merkt dit op  via de regelorganen wordt dit gecorrigeerd.

We hebben verschillende klassen pijnstillers: opioïde = zware pijnstiller
zoals morfine. Niet-opioïde = minder zware pijnstiller zoals paracetamol.

Geneesmiddelen zijn vroeger eigenlijk per toeval ontdekt bijvoorbeeld
via planten (niet-synthetisch) of bijvoorbeeld aspirine waarbij de
uitvinder een zuurgroep kon koppelen aan aspirinemolecuul
(synthetisch). Morfine is ook hiermee ontwikkelt. Waar je altijd aan
moet denken is dat de dosis van een bepaald geneesmiddel bepalend is!

Je hebt geneesmiddelen die agonistisch en antagonistisch werken.
Agonistisch zorgt juist wel voor een signaaltransductie en een antagonist
juist niet.

Wanneer je gaat kijken tussen het verband van
concentratie en de werking kan je gaan kijken bij de
werking van 50%. Hier zie je dat je bij histamine
een veel kleinere concentratie nodig hebt dan bij
het andere geneesmiddel  histamine is potenter.
Wanneer je een hele lage potentie hebt, zal een
medicijn niet erg specifiek zijn en dus ook op andere
enzymen gaan inwerken en zal je dus meer
bijwerkingen krijgen. Bij potentie kan je ook wel
spreken over Ka = affiniteit (concentratie die je nodig
hebt om 50% van de receptoren te bezetten).

Bij deze geneesmiddelen kan je dus groepen maken: volledige agonisten, partiele agonisten en
antagonisten.

, lOMoARcPSD|2668334




Het is goed om te weten dat er verschillende receptoren zijn in ons lichaam, waarbij de ene ook
sneller zorgt voor een reactie dan de ander. De 2G-receptoren komen vooral voor bij pijn waar we
dit kwartaal mee bezig gaan.




Je hebt pijn op allerlei verschillende niveaus (pijnmodel van Loeser):

• Nociceptie  de pijn die wordt uitgeoefend
• Pijngewaarwording  de een vindt de pijn erger dan de ander terwijl je
dezelfde pijn uitoefent
• Pijnbeleving  mensen die bijvoorbeeld al eerder pijn hebben gevoeld
kunnen beter inschatten op schaal van 1 tot 10
• Pijngedrag  hoe voelt iemand zich en hoe gedraagt hij zich?

Anatomie:
Je hebt het perifere niveau en het centraal zenuwstelsel in je lichaam. Er zijn verschillende typen
vezels die de pijn doorgeven:


1) A-delta vezels: geven de pijn veel sneller door dan
de C-vezels, doordat ze een myelineschede in zich
hebben  sprongsgewijze overdracht. Ook is de
drempelwaarde van alfa-vezels voordat ze
geprikkeld worden hoger.
2) C-vezels: hebben geen myelineschede en geven
de pijn dus veel langzamer over.

De mechanoceptoren veroorzaken via snelle A-neuronen
een hevige, plaatselijke, stekende of scherpe pijnsensatie (somatische pijn). De polimodale
nociceptoren geven via trage C-neuronen een doffe, zeurende of brandende pijn (viscerale pijn).

In principe kan bij pijnbestrijding onderscheid worden gemaakt tussen een causale en een
symptomatisch gerichte behandeling. De causale behandeling is voornamelijk gericht op het
wegnemen van de pijnprikkel, zoals dit bijvoorbeeld gebeurt bij het opheffen van drukpijn door
incisie (insnijding) van een abces, operatief verwijderen van een gezwel, of het afwassen van
huidirriterende chemicaliën. Bij de symptomatische behandeling wordt uitsluitend het symptoom

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Scriptiebibliotheek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R139,53. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85169 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R139,53
  • (0)
  Buy now