Complete samenvatting van de colleges en literatuur voor het vak psychotherapeutische stromingen
49 views 13 purchases
Course
Psychotherapeutische Stromingen (70120320DY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Psychotherapie
Integratie van de college aantekeningen en literatuur van het vak psychotherapeutische stromingen. De samenvatting is opgesplitst op basis van de leerdoelen die terugkomen op het tentamen. Per stroming zijn de leerdoelen behandeld en de overige leerdoelen zijn onderaan de samenvatting besproken.
...
Samenvatting Psychotherapeutische Stromingen MET kaders
All for this textbook (33)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Pedagogische Wetenschappen
Psychotherapeutische Stromingen (70120320DY)
All documents for this subject (32)
Seller
Follow
cradegroot
Reviews received
Content preview
Psychotherapeutische stromingen – Hoorcolleges en literatuur
Gedragstherapie/behaviorisme (Skinner)
Onderliggend mensbeeld
Het mensbeeld dat ten grondslag ligt aan de gedragstherapie gaat uit van nurture, het gaat
ervan uit dat de mens gedetermineerd is (gevolgen op gedrag bepalen namelijk wat jij doet en
dit gebeurt automatisch) en het gaat ervan uit dat de mens maakbaar is (gedrag kan veranderd
worden via de omgeving). Er is een ethisch debat omtrent het laatste punt, omdat de
therapeuten als het ware hun cliënten trainen om anders te zijn. De intentie achter de training
is hier van groot belang.
Theoretische principes
Uitganspunten behaviorisme:
Wetenschap hoort objectief te zijn, waarbij waarneembaar gedrag centraal staat.
Complex gedrag bestaat uit een reeks opeenvolgende elementaire leerprocessen die
ontleend kunnen worden in kleine delen die kunnen worden bestudeerd.
Er is geen onderscheid tussen mens en dier.
Gedrag is aangeleerd.
Mensen geven zelf geen richting aan gedrag, omgevingsinvloeden bepalen gedrag.
Gedrag is enkel te verklaren vanuit het hier en nu.
De klassieke conditionering van Watson stelt dat iemand gedrag vertoont door bepaalde
associaties te leggen. Volgens hem is klassieke conditionering de kern van al het leren. Een
neutrale stimulus krijgt betekenis middels conditionering waardoor de omgeving voorspelbaar
wordt (contingentie). Discriminatie vindt plaats wanneer de conditionering enkel van
toepassing is op het geleerde, terwijl generalisatie plaatsvindt wanneer de conditionering van
toepassing is op meer dan het geleerde.
De operante conditionering van Skinner stelt dat iemand gedrag vertoont op basis van
aangeleerde consequenties. Dit is gebaseerd op de wet van effect. Hierbij zijn er verschillende
soorten consequenties. Positieve beloning vindt plaats waanneer gedrag toeneemt nadat er iets
positiefs is toegevoegd, terwijl negatieve beloning plaatsvindt wanneer gedrag toeneemt
nadat iets negatiefs is verwijderd. Positieve straf vindt plaats wanneer gedrag afneemt nadat
iets positiefs is verwijderd, terwijl negatieve straf plaatsvindt wanneer gedrag afneemt nadat
iets negatiefs is toegevoegd. Gedrag wat altijd beloond wordt, dooft snel uit wanneer de
beloning wegvalt. De consequentie is een reinforcing stimulus.
De twee-factoren theorie van Mowrer
combineert de klassieke en operante
conditionering in het verklaren van
vermijdingsgedrag. Volgens dit model
ontstaat angst middels het koppelen van
een neutrale situatie aan een
onaangename situatie (klassieke
conditionering). De angst blijft
voortbestaan vanwege het vermijden
ervan (operante conditionering).
,De sociale leertheorie van Bandura stelt dat iemand gedrag vertoont door het aanleren van
gedrag op basis van observaties. Imitatie speelt hierbij een grote rol, terwijl bekrachtiging niet
per se noodzakelijk is. Het wordt gezien als een hoger vorm van leren die enkel bij mensen
voorkomt. Tijdens het leren moet er een beroep worden gedaan op cognitieve processen zoals
het geheugen.
Wetenschappelijke ondersteuning voor de theoretische opvattingen over het ontstaan van
psychische problemen is niet sterk vanuit de gedragstherapie. Volgens gedragstherapeuten is
het symptoom namelijk het probleem.
Klassieke gedragstherapie Moderne gedragstherapie
Mens wordt bepaald door Wisselwerking tussen mens en
omgevingsinvloeden omgevingsinvloeden
Gericht op probleemgedrag Gericht op probleemgedrag én denken en
voelen
Recente conditioneringen staan centraal Recente conditioneringen en vroegere
leerprocessen staan centraal
Methoden en technieken staan centraal Goede therapeutische relatie is een
voorwaarde voor succesvol gebruik van
methoden en technieken
Beoordeling van problematiek op basis van Beoordeling van problematiek op basis van
gedragsobservaties gedragsobservaties en zelfregistratie
Behandeling op basis van gedragstechnieken Behandeling op basis van gedragstechnieken
en technieken uit andere benaderingen
Werkwijze
De duur van gedragstherapie is kortdurend. De stijl van de gedragstherapeut is sturend,
oftewel de therapeut stelt zich op als deskundige die naar een doel toewerkt. De relatie is
instrumenteel van aard, het is enkel bedoeld om de behandeltechniek over te brengen. Binnen
de relatie heeft de therapeut de rol van deskundige en de cliënt de rol van
samenwerkingspartner.
Geactiveerde veranderingsmechanismen:
1. Gedragsregulatie (oefenen),
veranderen van gedrag.
2. Affectieve beleving (ervaren),
uitlokken of accentueren van
emoties.
3. Cognitieve beheersing (begrijpen),
verwerven van inzichten.
Behandelingsverloop wordt regelmatig
beoordeeld door registratie of meting van de
klachten. De cliënt krijgt
huiswerkopdrachten mee naar huis en de
samenwerking met de therapeut wordt
regelmatig geëvalueerd. Zie afbeelding voor
het verloop van de therapie.
,Behandeltechnieken
Er worden weinig eisen gesteld aan cliënten om voor behandeling in aanmerking te komen.
Gedragstherapie is gericht op het veranderen van probleemgedrag (associatie) en op actuele
omstandigheden. De behandeling is makkelijk onder te brengen in behandelprotocollen.
Technieken voor het aanleren van probleemoplossend gedrag:
Sociale vaardigheidstraining model-leren of nieuwe positieve ervaringen opdoen
door het vertonen van gewenst gedrag. Dit blijkt effectief bij sociale fobie,
drankproblemen en depressie.
Ontspanningsoefeningen autogene training (concentratie op zwaartegevoel),
progressieve relaxatie (spiergroepen aanspannen en ontspannen) of toegepaste
relaxatie (spieren die niet nodig zijn ontspannen).
Zelfbeheersing/zelfcontrole verwerven gewoonte-omkering (habit reversal) door
bewustwording en toepassing van een concurrerende respons. Gewoontevervaging
(habit substitution) door afleiding te zoeken.
Contingentiemanagement (operante conditionering) belonen van gewenst gedrag
en/of het weghalen van de huidige beloning.
Technieken voor het afleren van ongewenst gedrag:
Exposure (klassieke conditionering) blootstelling aan gevoelens van angst. Dit kan
in de verbeelding (in vitro) of in het echt (in vivo). De angst wordt niet afgeleerd,
maar er wordt geleerd dat er uitzonderingen zijn op de verwachting van angst in
bepaalde situaties (uitdoving).
Systematische desensitisatie geleidelijke gewenning
Flooding onmiddellijke blootstelling aan het gevreesde. Door gewenning
(habituatie) treedt dan uitdoving van de angst op.
Exposure met responspreventie bij blootstelling mag er niet op de gebruikelijke
manier gereageerd worden.
Behandeltechnieken binnen bestaande interventies
Deze behandeltechnieken worden toegepast in onder andere anti-pestprogramma’s, coaching
van leerkrachten, opvoedinterventies en mediatherapie. Bij de interventie YourSkills worden
lastige situaties geïdentificeerd (klassieke conditionering) waarbij het kind een nieuwe skill
leert. De behandelaar doet de skill voor (sociale leertheorie), waarna het kind de skill nadoet
en een ster krijgt (operante conditionering).
Voor- en nadelen
Voordelen Nadelen
Inzichtelijk en dus makkelijk Negeert gedachten
wetenschappelijk te onderzoeken
Biedt concrete handvatten Negeert subjectieve beleving
Laagdrempelig voor cliënten Symptoombestrijding?
Effectief voor veel klachten
, Cognitieve therapie (Beck)
Onderliggend mensbeeld
Volgens de cognitieve therapie is de mens een informatieverwerkend systeem waarbij de
wijze van informatieverwerking richtinggevend is voor gedachtes, gevoelens en gedrag.
Volgens de cognitieve gedragstherapie beïnvloeden onze opvattingen ons functioneren.,
Theoretische principes
Uitganspunten cognitieve psychologie:
De mens is een informatieverwerkend systeem dat constant informatie selecteert,
interpreteert en reorganiseert.
De wijze waarop men informatie verwerkt is bepalend voor emoties en gedragingen.
Bestudering van cognitieve processen moet voldoen aan de voorwaarden van
wetenschappelijk onderzoek.
Het cognitief functioneren kan enkel onderzocht worden met experimenten en
proefpersonen.
Ellis ontwikkelde de rationeel-emotionele therapie (RET) waarbij psychische problemen
worden toegeschreven aan irrationele overtuigingen. Door deze overtuigingen kritisch te
onderzoeken en te vervangen nemen problemen af. Volgens Ellis zijn er drie hoofdcategorieën
die ten grondslag liggen aan psychische problemen, namelijk (1) ik moet goed presteren om
mezelf de moeite waard te vinden, (2) anderen moeten mij eerlijk/aardig behandelen, anders
zijn ze waardeloos en (3) het leven moet aangenaam zijn, anders is het waardeloos.
Er ontstond kritiek op de cognitieve therapie. Het is namelijk eenzijdig, het heeft weinig
aandacht voor de therapeutische relatie, het doet een groot beroep op verstandelijke
vermogens en motivatie, er wordt geen rekening gehouden met het onbewuste,
informatieverwerking is niet observeerbaar, de tijdsvolgorde van denken en emoties is niet
duidelijk en het is weinig specifiek. Tevens bestaat er een verschil tussen houdbare
opvattingen (klopt met feiten) en bruikbare opvattingen (helpt mensen beter te bereiken wat
ze willen). Door deze kritiek is cognitieve therapie samengevoegd met de gedragstherapie
waarmee de cognitieve gedragstherapie ontstond. Cognitieve processen kunnen namelijk net
als gedrag onderworpen zijn aan leerprincipes. Het doel van cognitieve gedragstherapie is om
situaties reëler, functioneler of evenwichtiger te leren beoordelen waardoor gevoelens en
gedrag veranderen in een positieve of minder lastige/belastende richting.
Het cognitieve model van Beck
(zie afbeelding) is de leidraad voor
de cognitieve gedragstherapie.
Binnen dit model is
informatieverwerking ook van
belang. Bepaalde kerngedachtes en
cognitieve schema’s kunnen leiden
tot denkfouten en deze denkfouten
zorgen ervoor dat je een bias
ontwikkeld. Selectieve aandacht houdt in dat je focust op bepaalde (negatieve) informatie.
Selectieve interpretatie houdt in dat twee verschillende mensen totaal verschillende
betekenissen aan dezelfde situatie kunnen toeschrijven. Selectief geheugen houdt in dat
negatieve gebeurtenissen langer blijven hangen. Psychische problemen ontstaan doordat men
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cradegroot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R141,39. You're not tied to anything after your purchase.