100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting pedagogiek blok 1 R106,37   Add to cart

Summary

samenvatting pedagogiek blok 1

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

ik moést dit vak halen om door te mogen naar de universiteit. ik heb voor deze toets daarom wekenlang gestreden. met deze samenvatting heb ik 74% behaald. ik heb mijn uiterste best gedaan alles te verwerken.

Preview 4 out of 56  pages

  • No
  • Unknown
  • September 6, 2024
  • 56
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Pedagogiek samenvatting
Als opvoeden niet vanzelf gaat
Hoofdstuk 1.1-1.4.1
Een opvoeding verloopt vanzelf. Deels bewust, deels onbewust.
Wanneer ouders hun opvoedvragen niet zelf kunnen oplossen of deze niet vanzelf over gaan, leidt dat
tot spanningen in en buiten het gezin om. Er kan dan een opvoedingsimpasse ontstaan. Deze kan
worden opgemerkt door de ouders, maar ook door buitenstaanders.
Proces naar een opvoedingsimpasse:
1. de opvoeder merkt dat het kind niet in de door de opvoeder gewenste richting verloopt
2. de opvoeder heeft geprobeerd de ontwikkeling in gewenste richting te beïnvloeden
3. de opvoeder is op tijdstip x van mening dat dit niet gelukt is
4. de opvoeder ziet geen middelen meer om de ontwikkeling te beïnvloeden
5. de opvoeder heeft het idee die middelen binnen acceptabele termijnen niet te vinden
6. dit besef gaat samen met pijnlijke emoties bij de opvoeder
Opvoeding hangt samen met factoren als tijd, cultuur of wetenschappelijke opvattingen.

Sleutel/Ruyter:
Opvoeding: overkoepelende term voor een geheel van daden, activiteiten en praktijken.
Een geheel vanaf de kindertijd tot de volwassenheid.
Doel: bijdragen aan de ontwikkeling van het kind tot een volwassen persoon.
Het hoeft niet altijd over handelen te gaan. Handelen kan ook betekenen: niks doen.
Stagnerende opvoeding: als de opvoeders en kinderen de opvoeding als ontregeld beleven.
1 of meer betrokkenen of een buitenstaander waarderen die als negatief.
Ruyter is ervan overtuigd dat er geen afwijkende kinderen bestaan, omdat ieder kind het recht heeft
een specifieke opvoedingsvraag te stellen. Het is de opvoeder die moeite kan hebben het antwoord
op die opvoedingsvraag te geven.

Diekstra/Van Hintum:
Opvoeding is iedere invloed die mensen bedoeld of onbedoeld uitoefenen op de ontwikkeling van
een kind.

Van der Hoef:
Opvoeden als doel in zichzelf.
Opvoeden: leerproces waarin relevante waarden worden ontdekt en zich uitdrukken.

John Dewey:
De belangrijkste vertegenwoordiger van deze opvatting. Hij spreekt van groeien door ervaring. Het
opvoedingsproces is daarmee doel op zichzelf. Het heeft geen doel buiten dat proces. Gedurende het
proces wordt ontdekt welke waarden nastrevenswaardig zijn.
Hij wees op het belang van een goede opvoeding en een goed onderwijssysteem voor het realiseren
en handhaven van democratie.
Kinderen leren door actief deel te nemen aan gezamenlijke activiteiten/participatie.
Uiteindelijk gaat het om ‘het ik’ en de samenleving.
Democratie is op de eerste plaats als vorm van samenleven:
de school is een proeftuin, een samenleving in het klein.

,Kok: orthopedagoog
Opvoeden: aspect van het menselijk bestaan, die het humane voortbestaan mogelijk maakt.
Opvoeden is een dynamisch proces, waarin het kind zich ontwikkelt en de opvoeder opvoedt.
Het kind ontwikkelt zich vanuit een innerlijke drang door te oefenen en leren.
De opvoeder voedt op door zijn manier van ‘zijn’ en door hoe hij inspeelt op het kind en zijn
opvoedingsbehoeften.
De inhoud van het proces verandert steeds en is afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin het kind
zich bevindt. De opvoeders groeien mee in die ontwikkeling.
Opvoeden is het in relatie staan van opvoeders en opvoedingen, waarin de opvoeder zich als persoon
presenteert, een klimaat creëert dat persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo hanteert dar
deze optimale kansen bieden voor zelfontplooiing.
Opvoeden is samen op weg zijn, zonder het waarheen te kennen. In plaats van spreken over een doel
van opvoeden heeft hij het over een perspectief. Daarbij maakt hij onderscheid tussen het
opvoedersperspectief en het kindperspectief.
Opvoedersperspectief: hoop en verwachting voor het kind
Kindperspectief: wat in een kind aanwezig is en in de loop van zijn ontwikkeling gaat ontwaken.
Het concrete eindpunt van de opvoeding van hoe het kind zich ontwikkelt en waar het op uitkomst is
niet vooraf te bepalen. Mensen worden geboren met een startpakket aan
ontwikkelingsmogelijkheden die tot uiting komen in interactie met de omgeving.
Het proces verloopt beter naarmate het kind betere kansen worden geboden en opvoeders in staat
zijn sensitief en responsief te reageren op wat het kind de opvoeders vraagt.
Als er een doel zou zijn van opvoeding zou dit volgens Kok zijn: betrekking op het optimaliseren van
het proces van opvoeden: van de opvoedingsrelatie, opvoedingsklimaat en van de opvoedingssituatie
De relatie is de basis van het opvoedingsproces: zonder relatie is opvoeden niet mogelijk.
Het functionele karakter van de opvoeding (onderlinge betrokkenheid) is belangrijk.
De intentionele momenten of doelgerichte handelingen zijn een beperkt onderdeel van het totale
opvoedingsproces.
Van Sprang: geborgenheid, veiligheid en een uitnodigende leeromgeving als basis voor
zelfontplooiing van het kind. Op deze manier schept het opvoedingsproces voor kinderen kansen op
ontwikkeling.
Er heerst een groeiend kindperspectief bij een afnemend opvoedersperspectief. Er vindt namelijk een
verschuiving plaats naar meer eigen verantwoordelijkheid voor het kind.
Daarmee gaat opvoeding langzaam over in begeleiden.
Ontwikkelingsproblemen zijn een orthopedagogische vraagstellingen. Het gaat er niet om wat het
kind heeft, maar wat het vraagt.

Angenent:
Doel van opvoeden: ondersteuning bij de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind.
Zelfverwerkelijking en identiteitsvorming staan centraal.
De opvoeder moet de autonomie en eigenheid van het kind erkennen en ‘kindvolgend’ zijn om het
kind de ruimte te geven zichzelf te worden.
Het proces van opvoeden en de opvoedingsrelatie staan centraal: de uitkomst is niet te bepalen.
Bij het woord opvoeden zelf is dit anders: er wordt meestal verwezen naar meer concrete
handelingen in concrete situaties. ‘die mensen mogen hun kind wel beter opvoeden’
Als ouder of opvoeder heb je maar tot zekere hoogte grip op een gelukkig/gezond leven voor je kind.

Pels/Distelbrink/Postma:
De richting waarin je opvoedt is deels cultureel bepaald en ook tijd- en plaatsgebonden.
Opvoeding speelt zich namelijk af in samenhang met culturele en ecologische factoren.
Pels et al spreken van 2 centrale opvoedingswaarden: autonomie en conformiteit.
In de westerse samenleving staat autonomie/zelfstandigheid op de voorgrond.
In niet-westerse samenlevingen conformiteit/aanpassing aan eisen van de sociale omgeving voorop.

,De Winter:
Pedagogische civil society: de invloed van de sociale kwaliteit van een wijk en sterke sociale
netwerken, waarin ook anderen dan de opvoeders zich verantwoordelijk voelen voor het opgroeien
van jongeren.

Kraak/Kleinjan:
de maatschappij is steeds meer gericht op excelleren, gebaseerd op geloof in maakbaarheid. Dit
veroorzaakt veel stress en hoge prestatiedruk bij kinderen en jongeren.
A village to raise a child: Werken aan een pedagogische omgeving waar iedereen zich
verantwoordelijk voelt voor het mentaal welbevinden van kinderen, jongeren en hun ouders.
Kinderen en jongeren moeten hierbij worden betrokken.
Opvoeding gaat volgens De Winter om veel complexere zaken dan conditioneringsprincipes met het
oog op gedragsverandering.
We kunnen opvoeding zien als het opgang brengen van een proces, waarbij kinderen ontdekken wie
ze zijn en wie ze willen zijn en hoe ze in de samenleving staan. Het gaat dus om
persoonlijkheidsvorming, opzoek gaan naar je identiteit, je plaats in de cultuur en samenleving.
Als ouder heb je daarvoor wijsheid, geduld, moed, gezag en ervaring nodig.

In het opvoedingsproces oefent de opvoeder doelgericht invloed uit op momenten waarop hij het
kind iets wil leren, iets duidelijk wil maken of iets wil laten ervaren. Dit intentionele/doelgerichte deel
van de opvoeding betreft kleine doelen binnen het opvoedingsproces.
Het kind ontwikkelt zich via de interactie en in relatie met de opvoeder in een proces dat primair
functioneel is, maar dat daarbinnen ook intentionele momenten kent.
Er ontstaat gedurende deze ontwikkeling een toenemende behoefte aan vrijheid bij het kind om te
kunnen experimenten en ontdekken.

Pedagogiek
Pedagogiek: de leer van de opvoedkunde.

Van IJzendoorn/Rosmalen:
Opvoedkunde is de bestudering van de opvoeding, onderwijs en hulpverlening aan jeugdigen.

Tussen opvoeders en wetenschappers bevindt zich de professionele opvoeder.

Van Strien:
3 niveaus van omgaan met problemen in de opvoeding die elkaar onderling beïnvloeden:
Eerste niveau: opvoeders denken na over opvoeding en gedrag. Ze proberen dingen uit.
De meest geslaagde pogingen krijgen succesverhalen die dan vaker worden gebruikt.
Tweede niveau: deskundigen. Niveau van de praktijkgerichte theorie. Het is een verbindende schakel.
Derde niveau: wetenschappelijk niveau.

Het gedrag van een kind lezen betekent zien en kunnen vertalen wat zijn gedrag vertelt en wat het
vraagt met betrekking tot zijn ontwikkeling en de opvoeding.
Het kunnen lezen van het gedrag van het kind vraagt afstand te kunnen nemen, ook van eigen
emoties. Het kan zijn dat de opvoeder door zijn emoties te veel focust op het probleemgedrag als iets
wat op korte termijn moet worden opgelost, in plaats van als signaal dat er mogelijk iets niet goed
gaat in het opvoedingsproces. De opvoeder zal zich dan ook niet goed meer kunnen inspelen op de
behoeften van het kind en daardoor minder in staat zijn het kansen te bieden voor ontplooiing van de
eigenheid.

, Orthopedagogiek
Vaak zijn problemen in de opvoeding tijdelijk of horen ze bij de ontwikkeling van het kind en de ouder
zelf. Orthopedagogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met bijzondere of specifieke opvoeding
en het in zijn ontwikkeling belemmerde kind.
Overeenkomst pedagogiek en orthopedagogiek: beide richten ze zich primair op de opvoeding en de
invloed daarvan op de ontwikkeling van het kind.
De orthopedagogiek doet dit door problemen met kinderen op de 1 e plaats te zien als
opvoedingsproblemen en als een opvoedingsopdracht. Het gaat altijd om de betekenis die problemen
hebben voor de opvoeding.
Verschil: de orthopedagogiek richt zich meer op de opvoeding die speciaal moet worden aangepast
aan de behoeften van het kind, terwijl pedagogiek zich meer richt op de gewone opvoeding.
Orthopedagogiek is daarmee niet alleen een wetenschap die verschijnselen bestudeert, maar ook
een interventiewetenschap die zich richt op het voorkomen of terugdringen van problemen bij het
opvoeden.
De orthopedagoog richt zich niet alleen op het beschrijven en verklaren, maar ook op veranderen.
De orthopedagoog richt zich niet alleen op het kind, maar vooral op problemen bij het opvoeden.
De orthopedagogiek is geen exacte wetenschap in de zin dat het opzoek zou gaan naar onderliggende
natuurwetten die de verschijnselen kunnen verklaren. Er zijn geen algemeen geldende verbanden en
oplossingen. Dit heeft te maken met het feit dat opvoeden niet waardevrij is en cultuurafhankelijk.
De orthopedagogiek streeft naar herstel van de gewone opvoeding, herstel van het gewone leven.
Orthopedagogen benadrukken dat hun vakgebied meer is dan toepassing van andere
wetenschappen. Door hen wordt toegevoegd: problemen zien vanuit een pedagogisch perspectief.
Pedagogiek en orthopedagogiek komen bij elkaar in het gegeven dat alle kinderen, ook die met een
ontwikkelingsbelemmering een appel doen op opvoeding.
Zodra het gaat om een speciaal appel op opvoeding dat een speciale kennis en aanpak vereist, komt
de orthopedagogiek in beeld.
Focus op de ontwikkeling, opvoeding en onderwijs van het beperkte kind, met accent op zijn tekorten
of problemen.
Bleidick noemde dit: individuele paradigma, de nadruk ligt op de beperking als medische categorie.
Vliegenthart: Het kind met een belemmering is geen passieve ontvanger van opvoeding, maar
iemand met eigen actieve, explorerende en zingevende rol binnen de opvoedingsrelatie.
Ook heeft het kind geen hulp nodig als handicap geen invloed heeft op de manier waarop het kind
zichzelf beleeft en hem niet hindert: de subjectieve beleving.

of orthopedagogische zorg nodig is, is afhankelijk van:
-de aard en ernst van de stoornis
-de vraag of er speciale hulpmiddelen en technieken nodig zijn om de negatieve gevolgen te
onderdrukken.
-de vraag of het kind hulp nodig heeft om met de stoornis te kunnen leven.

Broekart:
Orthopedagogiek is een wetenschap die zich richt op methodisch, integratief en sociaal interactieve
handelen in opvoedingssituaties die als problematisch worden ervaren.
Dit handelen heeft als doel het leven van de betrokkenen op meerdere gebieden te verbeteren, niet
alleen de leefsituatie, maar ook de participatie in de maatschappij.

Ter Horst:
Problematische opvoedingssituatie: situatie tussen opvoeder en kind die perspectiefloos ervaren
wordt en waarbij men er niet meer in slaagt om die situatie perspectief biedend te maken zonder
hulp van buitenaf. Het gaat er bij hem dus ook niet meer alleen om kinderen met een beperking of
handicap.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jgol01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R106,37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R106,37
  • (0)
  Buy now