Samenvatting "Financiële rekenkunde voor het HEO" H1 t/m H5. Deel van de tentamenstof P3 KWT Avans. School bied je nog een reader en formuleblad aan. Cijfer tentamen: 8,4.
Rente = vergoeding voor geleend/gespaard geld > rente opgedeeld uit 3 onderdelen:
Compensatie voor inflatie
Risicopremie
Winst
Tijdsvoorkeur = de voorkeur voor huidige beschikbaarheid van geld ten opzichte van toekomstige
beschikbaarheid. Het verschil wordt door rente overbrugd.
Interesttheorieën
Beide theorieën hebben redenen waarom het niet aantrekkelijk is om geld uit te lenen en hebben
dus een voorkeur voor het hebben van huidige financiële middelen. Als men toch uitleent, dan
moet daar een vergoeding tegenover staan die minimaal net zo hoog is zodat de koopkracht niet
minder is dan op het begin.
De theorie van Von Böhm-Bawerk
Agiotheorie = tegenwoordige goederen zijn meer waard dan toekomstige goederen > 3 redenen:
1. Mensen verwachten in de toekomst een hoger inkomen te hebben en kunnen dus
gemakkelijker in hun behoeften voorzien dan nu. Dit maakt het onaantrekkelijk nu geld uit
te lenen.
2. Veel mensen hebben de neiging hun toekomstige behoeften te onderschatten.
3. Met tegenwoordige goederen kan je een productieomweg inslaan, met als gevolg een
stijging van de hoeveelheid toekomstige goederen. Daarom interestvergoeding krijgen.
De theorie van Fisher
Iemand die geld uitleent, kan er een bepaalde periode niet over beschikken. Fisher is van mening
dat de meeste mensen liever nu consumeren dan later, 3 redenen:
1. Niemand weet hoe lang die zal leven
2. De meeste mensen nemen aan dat hun inkomenspositie in de toekomst verbeterd,
waardoor hun toekomstige consumptie hoger kan zijn dan de huidige.
3. De waarde van geld is in de meeste tijden onderhevig aan daling of inflatie, hierdoor bij
aflossing van het nominale bedrag minder koopkracht dan voorheen.
Verschil huurkoop en koop op afbetaling:
Koop op afbetaling gaat eigendom direct over op de koper.
Huurkoop gaat eigendom pas over nadat de koper aan alle financiële verplichtingen heeft
voldaan.
Begrippen bij huurkoop:
Contante prijs = de verkoopprijs.
Aanbetaling = het gedeelte van de contante prijs dat bij aflevering van het goed direct
moet worden betaald.
Krediet = de constante prijs min de aanbetaling, de feitelijke lening.
Kredietkosten = het totaal van de termijnen plus de aanbetaling min de contante prijs;
oftewel het totaal van de termijnen.
Kredietprijs = de kredietkosten (op jaarbasis) uitgedrukt als percentage van het krediet. //
“De kredietprijs van huurkoop is het percentage per jaar waarmee rente en kosten van
huurkoop worden verrekend.”
Somformule van een rekenkundige reeks:
n x ( a+l ) 1
Som ( n ) = oftewel Som ( n ) = x n x (a+1)gemiddelde looptijd:
2 2
n x ( a+l ) a+l
¿ oftewel ¿
2n 2
Los beneficios de comprar resúmenes en Stuvia estan en línea:
Garantiza la calidad de los comentarios
Compradores de Stuvia evaluaron más de 700.000 resúmenes. Así estas seguro que compras los mejores documentos!
Compra fácil y rápido
Puedes pagar rápidamente y en una vez con iDeal, tarjeta de crédito o con tu crédito de Stuvia. Sin tener que hacerte miembro.
Enfócate en lo más importante
Tus compañeros escriben los resúmenes. Por eso tienes la seguridad que tienes un resumen actual y confiable.
Así llegas a la conclusión rapidamente!
Preguntas frecuentes
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
100% de satisfacción garantizada: ¿Cómo funciona?
Nuestra garantía de satisfacción le asegura que siempre encontrará un documento de estudio a tu medida. Tu rellenas un formulario y nuestro equipo de atención al cliente se encarga del resto.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyariens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for 2,99 €. You're not tied to anything after your purchase.