100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada
logo-home
Samenvatting CE4 6,49 €
Añadir al carrito

Resumen

Samenvatting CE4

 0 veces vendidas
  • Grado
  • Institución

Rekenopgaven die zeker in tentamen komen

Vista previa 2 fuera de 10  páginas

  • 13 de septiembre de 2022
  • 10
  • 2020/2021
  • Resumen
avatar-seller
CE4 REKENEN

1. Liquiditeitsoverschot:

VB: Een ondernemer heeft een liquiditeitsoverschot en leent geld uit aan een
verzekeringsmaatschappij met ingang van 1 januari 2016, bedrag € 80.000. Dat is dus niet geld dat de
onderneming leent, maar geld dat de onderneming uitleent! We noemen dat een lening u/g (uitgeleend
geld). Het rentepercentage bedraagt 3%. De afspraak is dat de verzekeringsmaatschappij elk jaar op 1
oktober € 5.000 aflost op dit bedrag. Tevens zal zij dan de rente over het afgelopen jaar betalen.

De renteopbrengsten in een periode zijn afhankelijk van de grootte van de lening in die periode en van
het rentetarief. Op 1 oktober verandert echter de grootte van de lening omdat er dan een deel van de
lening wordt afgelost. We moeten om die reden het jaar splitsen in twee delen:

• Van 1 januari 2016 tot 1 oktober 2016 is de grootte van de lening gelijk aan € 80.000,
renteopbrengsten 80.000 × 3% × 9/12 = € 1.800.
• Van 1 oktober 2016 tot 1 januari 2017 is de grootte van de lening gelijk aan € 75.000 (80.000 –
5.000), renteopbrengsten 75.000 × 3% × 3/12 = € 562,50.

De totale renteopbrengsten zijn dus 1.800 + 562,50 = € 2.362,50. Aflossingen zijn nooit opbrengsten
(of kosten) en dus zijn de renteopbrengsten ook meteen de totale opbrengsten, bedrag € 2.362,50.

2. De inkoopwaarde van de omzet IWO

VB: In 2016 koopt een handelsbedrijf van een product 30.000 eenheden in voor € 2,40 per stuk en
verkoopt in dezelfde periode 20.000 producten voor € 3,50 per stuk. Deze verkochte producten
betreffen een oude voorraad en zijn ingekocht voor € 2,30 per stuk.

Oplossing berekening inkoopwaarde van de omzet in 2016: inkoopprijs per eenheid × afzet = 2,30 ×
20.000 = € 46.000.

Oplossing berekening van de waarde van de inkopen in 2016: Waarde van de inkopen in 2016 = 2,40
× 30.000 = € 72.000.
Soms is het aantal stuks niet bekend, dan geldt;

IWO of brutowinst wordt uitgedrukt in een % van de omzet,

IWO wordt uitgedrukt als % van de brutowinst,

Brutowinst wordt uitgedrukt als % van de IWO

3. Brutowinst = omzet - IWO

VB: De brutowinst bedraagt 20% van de omzet en de omzet is € 240.000.
Oplossing: Als de brutowinst 20% van de omzet is, dan moet de IWO 80% van de omzet zijn, want
100% - 20% = 80%. De IWO bedraagt dus 80/ 100 × 240.000 = € 192.000.

4. Bedrijfsresultaat
Wordt berekend op basis van de brutowinst minus de overige exploitatiekosten. De overige
exploitatiekosten bestaan uit bedrijfskosten en afschrijvingskosten.

, 5. Nettowinst
De nettowinst wordt berekend door de bedrijfslasten minus de financiële baten en lasten. In dit
geval de rentekosten. Aflossingen zijn nooit kosten! Ze hebben wel invloed op de rentekosten,
maar zijn zelf géén kosten.

6. De brutowinst is een percentage van de inkoopwaarde van de omzet

VB: De brutowinst bedraagt 20% van de inkoopwaarde van de omzet en de omzet is € 240.000.
Oplossing: Als de brutowinst 20% van de inkoopwaarde van de omzet is dan moet de omzet 120%
zijn, want 100% + 20% = 120%.


De IWO bedraagt dus × 240.000 = € 200.000.


7. Lineaire afschrijving

Afschrijvingskosten per jaar = (aanschafwaarde- restwaarde) / economische levensduur in
jaren.
VB: Een machine wordt aangeschaft op 1 oktober 2015. De aanschafwaarde is € 20.000 en de
economische levensduur is tien jaar. Na het verstrijken van de economische levensduur is de
restwaarde € 1.000.

Oplossing: afschrijvingskosten per jaar = (20.000 - 1.000) : 10 = € 1.900.

In 2015 wordt de machine uiteraard pas afgeschreven vanaf oktober, dus de afschrijvingskosten in
2015 bedragen 1900 × = € 475.
8. Huurkosten

VB: Een loods wordt gehuurd voor € 3.600 per jaar. De huur wordt halfjaarlijks
vooruitbetaald op 1 januari en op 1 juli.

Oplossing: De betalingen vinden plaats in januari en juli, maar dat betekent niet dat de kosten
ook alleen in januari en juli worden genoteerd! In de andere maanden van het jaar wordt net zo
goed gebruikgemaakt van de loods; de kosten worden daarom evenredig gespreid over alle
maanden. De kosten bedragen derhalve: 3.600/ 12 = € 300 per (elke) maand.

De huurkosten in april bedragen dus € 300.

9. Rentekosten

VB: Een onderneming sluit op 1 januari 2015 een lening af van € 80.000 bij een bank tegen 5% rente. Elk
jaar moet de onderneming op 1 april € 8.000 aflossen. Bereken op grond van de gegevens de rentekosten in
2015

Oplossing: Bij 5% rente zonder toevoeging wordt 5% per jaar bedoeld. Omdat op 1 april wordt afgelost is
de lening voor 1 april groter dan daarna. We moeten om die reden bij de berekening van de rente een
splitsing aanbrengen:

• Van 1 januari 2015 tot 1 april 2015 is de lening € 80.000, rentekosten 80.000 × 5% × = € 1.000.
• Van 1 april 2015 tot 31 december 2015 is de lening € 72.000 (80.000 - 8.000), rentekosten 72.000 × 5% ×
= € 2.700.
• Totale rentekosten over 2015: 1.000 + 2.700 = € 3.700.

Los beneficios de comprar resúmenes en Stuvia estan en línea:

Garantiza la calidad de los comentarios

Garantiza la calidad de los comentarios

Compradores de Stuvia evaluaron más de 700.000 resúmenes. Así estas seguro que compras los mejores documentos!

Compra fácil y rápido

Compra fácil y rápido

Puedes pagar rápidamente y en una vez con iDeal, tarjeta de crédito o con tu crédito de Stuvia. Sin tener que hacerte miembro.

Enfócate en lo más importante

Enfócate en lo más importante

Tus compañeros escriben los resúmenes. Por eso tienes la seguridad que tienes un resumen actual y confiable. Así llegas a la conclusión rapidamente!

Preguntas frecuentes

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

100% de satisfacción garantizada: ¿Cómo funciona?

Nuestra garantía de satisfacción le asegura que siempre encontrará un documento de estudio a tu medida. Tu rellenas un formulario y nuestro equipo de atención al cliente se encarga del resto.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofieknook2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for 6,49 €. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

45,681 summaries were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 15 years now

Empieza a vender

Vistos recientemente


6,49 €
  • (0)
Añadir al carrito
Añadido