Het socialezekerheidsrecht kan worden omschreven als het geheel van de grondrechtnormen die de staten
verplichten socialezekerheidsregelingen in te richten, enerzijds, en de nationale wetsbepalingen waarmee
staten die verplichting nakomen, anderzijds.
➔ Toestand
- Zekerheid = buiten gevaar zijn, beveiligd zijn tegen verlies. De toestand waarbij alle personen
zijn gevrijwaard van de bezorgdheid voor gebrek. Mensen worden beveiligd, en moeten zich
beveiligd voelen tegen bepaalde vormen van menselijke schade.
Vandaar:
Objectief: écht beveiligd zijn
vs. subjectief: denken dat we beveiligd zijn.
Denken en het zijn niet dezelfde.
- Sociaal = sociale zekerheid: het gaat over beveiliging tegen menselijke schade (schade aan de
mens) -> gezondheidsschade vs. verlies van arbeidsinkomen of verdienvermogen of
1 onvolwaardige deelname aan het leven in de maatschappij.
Individuele schade (iedereen loopt die risico op),
maar ook schade zonder zelf schade te hebben als individu, ‘gereflecteerde schade’ (andere
mensen lopen die risico op),
vb. ziek kind, één van de ouders blijft thuis -> schade niet aan zichzelf (verlies van inkomen).
- Oorzaken en vormen = ontoereikend inkomen, verlies van gezondheid en verdienvermogen
‘arbeidsongeschiktheid’ als het ware én onvolwaardige deelname aan maatschappelijk leven
(uitgesloten zijn daardoor of moeilijk toegang tot bepaalde activiteiten waaraan normale
personen wél kunnen deelnemen, denk aan handicap).
Sociale zekerheid houdt in dat elke burger ten minste een menswaardig bestaan kan leiden en, zoals
meestal wordt aanvaard, dat de burger met een hogere levensstandaard, ten minste een adequate
levensstandaard kan aanhouden, als menselijke schade zijn normale levenspeil in het gedrang brengt.
Sociale zekerheid moet, naast financiële bestaanszekerheid, ook maatschappelijke integratie bieden, dat
wil zeggen mensen in de mogelijkheid stellen op volwaardige wijze deel te nemen aan het leven in de
maatschappij.
➔ Instrument: In zijn instrumentele betekenis duidt de term “sociale zekerheid” op het geheel van
instrumenten, instellingen, regelingen en middelen waarmee de wetgever de toestand van sociale
zekerheid nastreeft.
- Recht = het socialezekerheidsrecht. Om die toestand van sociale zekerheid te bewerkstelligen.
Dit recht is niet het enige.
Wettelijk: toestand van SZ verantwoordelijkheid van de WM. In eerste instantie: in welke mate
de samenleving zelf de juridische verantwoordelijkheid draagt en opneemt voor sociale
zekerheid voor haar burgers.
vs. buitenwettelijk: vormen van SZ waar de WM wet maakt, maar zich niet verantwoordelijk
voelt om alles te regelen, vb. pensioenen is wettelijk, maar aanvullende pensioen is
buitenwettelijk (er is wetgeving, maar het is niet de verantwoordelijkheid van de OH, komt toe
aan de bedrijven bijvoorbeeld). De OH laat de verantwoordelijkheid van SZ over aan derden
zoals werkgevers.
- Socialezekerheidsprestaties = dit zorgt voor de vergoeding van menselijke schade en die
prestaties nemen verschillende vormen aan: in natura of in speciën/in geld. In natura, vb. in
GB kan men kosteloos voor een # dingen naar de dokter. Meeste vormen van SZ zijn geldelijk,
vb. elke maand een bepaalde uitkering krijgen of een eenmalige tegemoetkoming of
terugbetaling van een zorg die men eerder heeft betaald. Preventie is zeer belangrijk en heeft
aldus voorrang op schadeherstel, maar preventie komt relatief weinig voor in
socialezekerheidsrecht, vooral op vlak van beroepsziekten, in vele gevallen van preventie
weinig tot geen sprake. Indien die preventiemaatregelen in andere delen van het recht worden
georganiseerd. Er is wél, maar niet genoeg. Niet 100% bescherming door
socialezekerheidsrecht. Schade moet vergoed worden, niet in de vorm van art. 1382 OBW,
maar in de vorm van socialezekerheidsprestaties. Dus: pas wanneer menselijke schade niet kan
worden voorkomen of hersteld, moet het socialezekerheidsrecht voorzien in vergoedende
maatregelen.
- Vergoedingsvormen = ‘Inkomensaanvulling’: soms bijkomende inkomsten, denk aan
kinderlast, gezinsbijslag -> allemaal aanvulling op het vermogen.
‘Inkomensvervanging’ wanneer menselijke schade (verlies van arbeidsgeschiktheid of
2 werkloosheid).
‘Minimuminkomen’ om te voorkomen dat mensen niet terechtkomen in armoede, vandaar
toch een minimum inkomen aan mensen, toegekend in de vorm van minimumpensioenen, of
denk ook aan een leefloon door OCMW.
Grondrecht op sociale zekerheid (examenvraag!)
Diverse internationale rechtsinstrumenten die BE verbinden, waarborgen het recht op SZ, zonder
rechtstreeks socialezekerheidsrechten toe te kennen.
➔ Socialezekerheidsplicht wordt opgelegd aan de BE OH. Heeft dus een verplichting om ervoor te
zorgen dat het volk leeft in een sociale zekerheid. Er moet alleszins die moeite gedaan worden
daarvoor.
- Internationale en Europese normen = ‘open normen’ zoals EVRM (heeft enige morele waarde,
overigens begin van juridische waarde).
vs. ‘minimumnormen’: niveau dat een SZ in een land moet bereikt hebben, minstens dat niveau
hebben bereikt zoals IAO waar WN/WG/regeringen samenkomen. Landen die dat ratificeren
moeten wetten maken om die wet uit te voeren opdat SZ kan beantwoorden aan die
minimumnormen, zoals RvE dat een Protocol heeft voorbereid zodat landen dat kunnen
ratificeren.
Die verdragen hebben geen rechtstreekse werking! Vandaar die term grondrechten niet goed
gekozen. Verdragen op zich geen subjectieve rechten -> daarmee naar de rechter stappen helpt
niet, gebruik maken van nationale normen zoals omzettingswet om toch kans op slagen te
hebben. Landen moeten rapporteren wat ze hebben gedaan of niet (landen die die verdragen
hebben geratificeerd).
- Art. 23 Gw. = iedereen heeft recht op menswaardig leven. Dit verplicht de BE WM om meer
het recht op SZ, sociale bijstand en gezinsbijslagen te waarborgen en de voorwaarden voor de
uitoefening ervan te bepalen opdat iedereen menswaardig leven leidt -> recht op vrij gekozen
arbeid, gezond leefmilieu… -> weinig over SZ terug te vinden.
‘Open norm’, maar heeft wél een zeker nut: dit werd ingevoerd omdat internationale
verdragen niet echt gekend waren in BE zoals IAO-normen. Vandaar recht op SZ ingeschreven
in de Gw. Parlementaire voorbereiding: het is niet de bedoeling om ervoor te zorgen dat dit
artikel positieve rechten zou uitbrengen + BE WM moeten ervoor zorgen bij wet dat er SZ-recht
zal zijn, hoe dat eruit mag zien etc. Kans op slagen om dit artikel aan te vechten? Neen want
geen subjectieve rechten ontleend, en in socio-economische aangelegenheden laat GwH toe
een zeer ruime beoordelingsvrijheid aan de WM. Als men wetgeving maakt die het recht op
SZ beetje verminderd, dan kan dat door voor zover de WM geen kennelijk onredelijke dingen
doet. WM moeten dat doen: ‘de parlementen’ (formele WM).
‘Legaliteitsbeginsel’ -> WM moet zelf doen, maar aan de Koning bepaalde delegaties om dat
te doen: richting aanduiden wat de Koning als het ware moet doen (omschrijven!), dus
gemachtigd wordt om dat te doen.
Dus: een procedure door middel van een dwangbevel tot invordering van onbetaalde
socialezekerheidsbijdragen doet op zich geen afbreuk aan de essentie zelf van het recht op
sociale zekerheid. Een daarop betrekking hebbende wetsbepaling kan bijgevolg noch het bij
artikel 23 van de Grondwet gewaarborgde recht op sociale zekerheid, noch het uit die
grondwetsbepaling voortvloeiende standstillbeginsel schenden.
3 ➔ Gelijkheid en niet-discriminatie: dit staat in de Grondwet, maar niet in art. 23 Gw.!
Art. 10, 11 en 131 Gw. is belangrijk in dit opzicht. Maatregelen worden getoetst aan deze twee
spilbepalingen -> WM heeft in het kader van de uitoefening van wetgevende taak discretionaire
bevoegdheid om een schending van het gelijkheidsbeginsel vast te stelen wanneer de betwiste
regeling kennelijk onredelijk is (in het kader van economisch en sociaal beleid, desgevallend sociaal
overleg).
Het is ook zo dat verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen moet berusten
op een objectief criterium en redelijk verantwoord zijn. Wanneer categorieën van personen zich
bevinden in wezenlijk verschillende situaties, wellicht worden behandeld op identieke wijze,
zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat, vormt dit een verzet van het
gelijkheidsbeginsel. Het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden van zodra er geen redelijk verband
van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel (budgettaire
overwegingen worden niet in aanmerking genomen).
- Recht op SZ geen mensenrecht (staat nergens in EVRM), blijkt ook uit rechtspraak EHRM. Er is
zoiets als 1e aanvullend Protocol. Landen die verbonden zijn door EVRM dat die recht op
eigendom van burgers moeten respecteren, zonder dat ongestoord genot te verstoren!
Allemaal niet kennelijk onredelijk: maatregelen moeten doel bereiken en mogen niet
disproportioneel zijn. Niet op zich een recht op SZ, maar als je ééntje krijgt dan moet
ongestoord genot ervan gegarandeerd worden.
- Art. 14 EVRM = alleen toegepast op materies die vallen onder toepassingsgebied van EVRM.
Normaliter niet gebruiken in SZ-zaken, maar toch wél: wanneer dat valt onder
toepassingsgebied van 1e Aanvullend Protocol EVRM.
➔ Ongestoord genot van uitkeringen
- 1e Aanvullend Protocol bij EVRM = Aan de BE OH wordt geen socialezekerheidsplicht
opgelegd, maar: het ongestoord genot van eigendom wordt gewaarborgd.
Reeds verkregen uitkering, maar ook uitkering dat men redelijk verwacht te krijgen (in principe:
concrete uitkeringsaanspraak dat definitief is erkend. Toegestaan: recht op wettelijke
socialezekerheidsuitkering blijkt uit gevestigde rechtspraak + zekerheid dat het is vastgesteld
door een SZ-instelling). Men moet daarvan afblijven, vb. pensioenleeftijd wordt verhoogd tot
67 jaar -> we zullen wél nog zitten op 65 jaar. Als die leeftijd wordt opgetrokken in één keer,
een persoon gaat met pensioen over 6 maand, quid? Die persoon gaat dan gewoon in pensioen
via een overgangsperiode, die persoon mag redelijk verwachten een pensioenuitkering te
zullen ontvangen. Dus: dit artikel is inroepbaar wanneer men de bescherming van legitieme
verwachting dat de betrokkene effectief gezien het genot ervan zal verwerven, voor ogen
heeft.
Niemand mag worden beroofd van zijn eigendom BEHALVE in het algemeen belang en met
inachtneming van de voorwaarden in de wet neergelegd en algemene beginselen van IR.
Staten behouden aldus hun recht om toezicht te houden op het gebruik van eigendom in
overeenstemming met het algemeen belang.
➔ Standstill: Dit is geen ARB, maar vindt zijn oorsprong zowel in het IR als NR.
WM als niveau wordt bereikt door ratificatie, dat dat niveau niet terug mag worden afgebouwd.
Wanneer is er een schending van standstill??? Dit betekent dat men beter mag doen, maar niet
slechter, vb. SZ-bescherming mag niet achteruit! Men mag wél kleine achteruitgangen doen.
Aanzienlijke achteruitgang mag NIET in SZ-bescherming dat bestond, TENZIJ: WM voor die
4 aanzienlijke achteruitgang een goede verantwoording heeft die moet bestaan in het nastreven van
algemeen belang, duidelijk doel voor ogen hebben opdat niveau van SZ-bescherming achteruit
mag gaan. Is die maatregel pertinent geschikt om die achteruitgang te bewerkstellen, dan mag dat.
Di Rupo: overlevingspensioen -> weduwe/weduwnaar kon overlevingspensioen krijgen (45 jaar
oud zijn) voor de rest van je leven. Die 45 optrekken naar 50 tegen 2025, quid mensen met
kinderen of arbeidsongeschikt? Ook. Vroeger: mensen met jonge kinderen kregen
overlevingspensioen totdat die kinderen zo oud werden dat ze dat niet meer konden ontvangen.
Nu: men krijgt overlevingspensioen van zodra men pensioenleeftijd bereikt heeft. Is dit een
aanzienlijke achteruitgang? Volgens de prof wél want men is pensioenrecht op die manier kwijt.
Geen schending van standstill, ook al een aanzienlijke achteruitgang: zo kan het volk ietsje langer
werken en iets bijverdienen. Personen die 66% arbeidsongeschikt zijn kunnen niet werken, zijn niet
in staat, GwH: standstill geen probleem, maatregel verantwoord, maar voor die groep kan dat niet.
Schending van gelijkheidsbeginsel is vast te stellen, niet van art. 23 Gw. Dus: vermindering of
opheffing van een socialezekerheidsrecht kan niet beschouwd worden als een beroving van
eigendom, noch als een beperking van het gebruik van eigendom. Ingeval een dergelijke maatregel
bij wet wordt genomen, moet wel worden nagegaan of deze geen inbreuk inhoudt op het
principiële recht op het ongestoord genot van een socialezekerheidsuitkering.
Socialezekerheidswetgeving
Artikel 23 van de Grondwet bepaalt toe dat de wet, het decreet of de in artikel 134 van de Grondwet
bedoelde regel de sociale rechten waarborgen en de voorwaarden voor de uitoefening daarvan bepalen.
De socialezekerheidsplicht van de Belgische Staat komt bijgevolg erop neer dat de Staat de burger sociale
zekerheid moet garanderen door de daartoe noodzakelijke wetgeving uit te vaardigen. De wetgever mag
Los beneficios de comprar resúmenes en Stuvia estan en línea:
Garantiza la calidad de los comentarios
Compradores de Stuvia evaluaron más de 700.000 resúmenes. Así estas seguro que compras los mejores documentos!
Compra fácil y rápido
Puedes pagar rápidamente y en una vez con iDeal, tarjeta de crédito o con tu crédito de Stuvia. Sin tener que hacerte miembro.
Enfócate en lo más importante
Tus compañeros escriben los resúmenes. Por eso tienes la seguridad que tienes un resumen actual y confiable.
Así llegas a la conclusión rapidamente!
Preguntas frecuentes
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
100% de satisfacción garantizada: ¿Cómo funciona?
Nuestra garantía de satisfacción le asegura que siempre encontrará un documento de estudio a tu medida. Tu rellenas un formulario y nuestro equipo de atención al cliente se encarga del resto.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawstudentatVUB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $10.57. You're not tied to anything after your purchase.