VTV Preventieve zorg
Week 1
,Het flushen van een infuusnaald is een belangrijke procedure om de doorgankelijkheid van
het infuussysteem te behouden en het risico op complicaties te verminderen. Hier zijn
enkele aandachtspunten bij het flushen van een infuusnaald:
1. Veiligheid:
• Zorg voor een veilige omgeving en minimaliseer afleidingen tijdens de
procedure.
• Was je handen grondig en draag indien nodig persoonlijke
beschermingsmiddelen.
2. Controleer de Medicatieorders:
• Zorg ervoor dat je de juiste flushvloeistof gebruikt volgens de
medicatieorders.
3. Controleer de Patiëntidentificatie:
• Controleer de identificatiegegevens van de patiënt om ervoor te zorgen dat je
de juiste patiënt behandelt.
4. Voorkom Luchtembolie:
• Verwijder eventuele luchtbellen uit de spuit voordat je gaat flushen om het
risico op luchtembolie te verminderen.
5. Controleer de Infuuslijn:
• Controleer visueel op tekenen van roodheid, zwelling of andere tekenen van
ontsteking rond de insteekplaats van het infuus.
6. Spoel met Zoutoplossing:
• Spoel de infuuslijn voor en na het toedienen van medicatie met een
zoutoplossing om de doorgankelijkheid te waarborgen.
7. Gebruik een Positieve Druktechniek:
• Gebruik een positieve druktechniek om de infuuslijn te flushen. Dit houdt in
dat je de spuit langzaam indrukt om de vloeistof gelijkmatig door de lijn te
laten stromen.
8. Observeer de Patiëntreactie:
• Observeer de patiënt tijdens het flushen op eventuele ongewone reacties,
zoals pijn of roodheid op de insteekplaats.
9. Documenteer de Procedure:
• Documenteer de flushprocedure, inclusief het type flushvloeistof, de
hoeveelheid gebruikt, de datum en tijd, en je observaties.
10. Educatie van de Patiënt:
• Informeer de patiënt over het flushen van de lijn en de reden daarvoor.
Stimuleer de patiënt om te melden als er ongemak of pijn optreedt.
11. Controleer op Complicaties:
• Wees alert op mogelijke complicaties, zoals infiltratie, extravasatie of
ontsteking, en neem indien nodig passende maatregelen.
,
,
Week 1
,Het flushen van een infuusnaald is een belangrijke procedure om de doorgankelijkheid van
het infuussysteem te behouden en het risico op complicaties te verminderen. Hier zijn
enkele aandachtspunten bij het flushen van een infuusnaald:
1. Veiligheid:
• Zorg voor een veilige omgeving en minimaliseer afleidingen tijdens de
procedure.
• Was je handen grondig en draag indien nodig persoonlijke
beschermingsmiddelen.
2. Controleer de Medicatieorders:
• Zorg ervoor dat je de juiste flushvloeistof gebruikt volgens de
medicatieorders.
3. Controleer de Patiëntidentificatie:
• Controleer de identificatiegegevens van de patiënt om ervoor te zorgen dat je
de juiste patiënt behandelt.
4. Voorkom Luchtembolie:
• Verwijder eventuele luchtbellen uit de spuit voordat je gaat flushen om het
risico op luchtembolie te verminderen.
5. Controleer de Infuuslijn:
• Controleer visueel op tekenen van roodheid, zwelling of andere tekenen van
ontsteking rond de insteekplaats van het infuus.
6. Spoel met Zoutoplossing:
• Spoel de infuuslijn voor en na het toedienen van medicatie met een
zoutoplossing om de doorgankelijkheid te waarborgen.
7. Gebruik een Positieve Druktechniek:
• Gebruik een positieve druktechniek om de infuuslijn te flushen. Dit houdt in
dat je de spuit langzaam indrukt om de vloeistof gelijkmatig door de lijn te
laten stromen.
8. Observeer de Patiëntreactie:
• Observeer de patiënt tijdens het flushen op eventuele ongewone reacties,
zoals pijn of roodheid op de insteekplaats.
9. Documenteer de Procedure:
• Documenteer de flushprocedure, inclusief het type flushvloeistof, de
hoeveelheid gebruikt, de datum en tijd, en je observaties.
10. Educatie van de Patiënt:
• Informeer de patiënt over het flushen van de lijn en de reden daarvoor.
Stimuleer de patiënt om te melden als er ongemak of pijn optreedt.
11. Controleer op Complicaties:
• Wees alert op mogelijke complicaties, zoals infiltratie, extravasatie of
ontsteking, en neem indien nodig passende maatregelen.
,
,