Het ‘zuivere’ Neo-Classicisme
Wat betekent Neo? (p. 2)
= heropleving, imitatie (nieuwe versie: ‘neo’ betekent letterlijk ‘nieuw’) van een oude stijl,
‘terugkeer’ naar stijl van vroeger. Neo-Gotiek, Neo-Renaissance, Neo-Classicisme, Neo-Moors,
Vanwaar komt de (verwarrende) term Neo-Classicisme? (p.2)
Naar analogie met vele andere Neostijlen in de 19e eeuw. Het teruggrijpen naar het verleden
is het meest typische kenmerk van de 19e eeuw, die ook wel ‘de eeuw van het verleden’
wordt genoemd en dit in tegenstelling met de 20e eeuw die ‘de eeuw van de toekomst’ was
Wat is het Neo-Classicisme? (p.2)
= de heropleving (nabootsing) van de Klassieke oudheid,
van de Griekse en Romeinse cultuur in de 18de en 19de eeuw (1780-1830)
in alle domeinen van de kunst (architectuur, beeldhouwkunst, schilderkunst, design, ...)
Waarin verschilt het 19de-eeuwse classicisme van vroegere classicismes? (p. 2) pwp p.3-16
Het onderscheidt zich van vroegere classicismes door
een meer zuivere ‘archeologische’ nabootsing van vooral de Griekse architectuur:
1. Voordien, in de premoderne tijd van renaissance tot rococo (15de eeuw tot 18de eeuw)
Griekse architectuur nauwelijks bekend, vooral Romeinse architectuur nagebootst.
Men ging ook op ‘speelse’ en ‘eclectische’ wijze om met de klassieke architectuurtaal.
2. Probeerden vanuit een betere archeologische kennis van de oudheid, de Grieks-Romeinse
stijl zo zuiver mogelijk na te bootsen. Vooral de Griekse architectuur = strenger en
monumentaler. Deze geest van strengheid en soberheid paste beter bij de geest en idealen
van het Neo-classicisme.
(Verlichting: burgerlijk ipv aristocratisch, natuurlijk ipv opgesmukt).
De Griekse architectuur verwees ook naar het Griekse politieke voorbeeld vd democratie.
,(het ‘zuivere’ 19de-eeuwse Neo-Classicisme versus classicisme’s in de premoderne tijd):
duiding
Von Klenze, Walhalla, Regensburg, 19de eeuw Parthenon, Athene (Grieks)
Het Walhalla van Von Klenze is bijna een exacte replica van het Griekse Parthenon in Athena
Palladio, Villa Rotonda, Vicenza, 16de eeuw Pantheon, Rome (Romeins)
De Villa Rotonda van Palladio is een vrije interpretatie van het Romeinse Pantheon in Rome
Von Klenze, Propyleeën, Duitse 19de-eeuwse reconstructietekning van Propyleeën
Munchen, 19de eeuw op Acropolis in Athene.
Woonhuizen bij Regent’s Park, Londen, 19de eeuw British Museum, Londen, 19de eeuw
,Wat is de Prix de Rome? (p.4-5) pwp p.19-30
16e eeuw: Italië wordt toonaangevend in Europa op cultureel vlak (Mekka vd kunst).
Er ontstaat een traditie dat kunstenaars na hun opleiding een langdurige reis maken naar
Italië als een vorm van voortgezette opleiding.
De kunst vd grote Renaissance-kunstenaars als Raphaël, Michelangelo en Leonardo da Vinci
wordt bestudeerd en nagevolgd, evenals het voorbeeld van de antieken.
Elke Europese Academie richt aan het einde van de opleiding een wedstrijd in, waarvan de
winnaar een beurs (van de overheid) krijgt voor een verblijf van 3 jaar in Rome.
Voor een grondige studie van de restanten van de klassieke oudheid
Wat is de Grand Tour? (p.6-7) pwp p.66-75
Niet alleen de kunstenaars reizen in hun jonge jaren naar Italië om er de oudheid te
bestuderen.
Ook de intellectuele elite (de vermogende adel) uit heel Europa gaat na zijn studies 2 of 3 jaar
naar het land van de Romeinen en maken de zogenaamde Grand Tour.
Ook van hen wordt verwacht dat ze zich wijden aan een intensieve studie van de restanten
van de oudheid en van de meesterwerken van de renaissance.
Volgens een vast reisschema: eerst Firenze: vooral de renaissancekunst, dan Rome: Romeinse
kunst & tenslotte Napels: door de recente ontdekking van Pompeii en Herculaneum een
geliefkoosde bestemming, maar bood ook natuurspektakel door de immer onrustige
Vesuvius-vulkaan.
Avonturenreis voor jonge mensen die straks, getrouwd en aan het werk, een strikt en
geordend leven gaan leiden.
Vorm van ‘netwerken’, levenslange vriendschappen met mensen uit heel Europa.
Italië bood de kans aan de jonge Europese adel om een eigen
kunstverzameling uit te bouwen: zowel antieke kunst bij
antiquairs als moderne kunst bij jonge kunstenaars ter plaatse.
Een aantal specialiseerde zich in het schilderen van Romeinse
bezienswaardigheden en landschappen (de zogenaamde
Veduta of Zichten)
Portret van Duitse schilder Goethe
tijdens Grand Tour.
, Aan de hand van afb. Pannini: a) naam b) duiding (p.8) pwp p.52-56
Giovanni Paolo Pannini
Vedute di Roma
Alle monumenten vh Oude Rome Alle monumenten vh Moderne Rome
Aan de hand van een afb. Piranesi: a) naam b) duiding (p.9) pwp p.60-86
Piranesi verleent de Romeinse ruïnes een monumentale grootsheid.
Zijn beeldvorming van het antieke Rome misleidde vele buitenlandse toeristen die het oude
Rome kenden via zijn (verbeeldingsrijke) prenten en vaak teleurgesteld waren door de echte
restanten die ze in Rome te zien kregen.
meer dan 1000 (grootschalige) prenten:
vooral stadsgezichten van het antieke Rome.
Wat betekent Neo? (p. 2)
= heropleving, imitatie (nieuwe versie: ‘neo’ betekent letterlijk ‘nieuw’) van een oude stijl,
‘terugkeer’ naar stijl van vroeger. Neo-Gotiek, Neo-Renaissance, Neo-Classicisme, Neo-Moors,
Vanwaar komt de (verwarrende) term Neo-Classicisme? (p.2)
Naar analogie met vele andere Neostijlen in de 19e eeuw. Het teruggrijpen naar het verleden
is het meest typische kenmerk van de 19e eeuw, die ook wel ‘de eeuw van het verleden’
wordt genoemd en dit in tegenstelling met de 20e eeuw die ‘de eeuw van de toekomst’ was
Wat is het Neo-Classicisme? (p.2)
= de heropleving (nabootsing) van de Klassieke oudheid,
van de Griekse en Romeinse cultuur in de 18de en 19de eeuw (1780-1830)
in alle domeinen van de kunst (architectuur, beeldhouwkunst, schilderkunst, design, ...)
Waarin verschilt het 19de-eeuwse classicisme van vroegere classicismes? (p. 2) pwp p.3-16
Het onderscheidt zich van vroegere classicismes door
een meer zuivere ‘archeologische’ nabootsing van vooral de Griekse architectuur:
1. Voordien, in de premoderne tijd van renaissance tot rococo (15de eeuw tot 18de eeuw)
Griekse architectuur nauwelijks bekend, vooral Romeinse architectuur nagebootst.
Men ging ook op ‘speelse’ en ‘eclectische’ wijze om met de klassieke architectuurtaal.
2. Probeerden vanuit een betere archeologische kennis van de oudheid, de Grieks-Romeinse
stijl zo zuiver mogelijk na te bootsen. Vooral de Griekse architectuur = strenger en
monumentaler. Deze geest van strengheid en soberheid paste beter bij de geest en idealen
van het Neo-classicisme.
(Verlichting: burgerlijk ipv aristocratisch, natuurlijk ipv opgesmukt).
De Griekse architectuur verwees ook naar het Griekse politieke voorbeeld vd democratie.
,(het ‘zuivere’ 19de-eeuwse Neo-Classicisme versus classicisme’s in de premoderne tijd):
duiding
Von Klenze, Walhalla, Regensburg, 19de eeuw Parthenon, Athene (Grieks)
Het Walhalla van Von Klenze is bijna een exacte replica van het Griekse Parthenon in Athena
Palladio, Villa Rotonda, Vicenza, 16de eeuw Pantheon, Rome (Romeins)
De Villa Rotonda van Palladio is een vrije interpretatie van het Romeinse Pantheon in Rome
Von Klenze, Propyleeën, Duitse 19de-eeuwse reconstructietekning van Propyleeën
Munchen, 19de eeuw op Acropolis in Athene.
Woonhuizen bij Regent’s Park, Londen, 19de eeuw British Museum, Londen, 19de eeuw
,Wat is de Prix de Rome? (p.4-5) pwp p.19-30
16e eeuw: Italië wordt toonaangevend in Europa op cultureel vlak (Mekka vd kunst).
Er ontstaat een traditie dat kunstenaars na hun opleiding een langdurige reis maken naar
Italië als een vorm van voortgezette opleiding.
De kunst vd grote Renaissance-kunstenaars als Raphaël, Michelangelo en Leonardo da Vinci
wordt bestudeerd en nagevolgd, evenals het voorbeeld van de antieken.
Elke Europese Academie richt aan het einde van de opleiding een wedstrijd in, waarvan de
winnaar een beurs (van de overheid) krijgt voor een verblijf van 3 jaar in Rome.
Voor een grondige studie van de restanten van de klassieke oudheid
Wat is de Grand Tour? (p.6-7) pwp p.66-75
Niet alleen de kunstenaars reizen in hun jonge jaren naar Italië om er de oudheid te
bestuderen.
Ook de intellectuele elite (de vermogende adel) uit heel Europa gaat na zijn studies 2 of 3 jaar
naar het land van de Romeinen en maken de zogenaamde Grand Tour.
Ook van hen wordt verwacht dat ze zich wijden aan een intensieve studie van de restanten
van de oudheid en van de meesterwerken van de renaissance.
Volgens een vast reisschema: eerst Firenze: vooral de renaissancekunst, dan Rome: Romeinse
kunst & tenslotte Napels: door de recente ontdekking van Pompeii en Herculaneum een
geliefkoosde bestemming, maar bood ook natuurspektakel door de immer onrustige
Vesuvius-vulkaan.
Avonturenreis voor jonge mensen die straks, getrouwd en aan het werk, een strikt en
geordend leven gaan leiden.
Vorm van ‘netwerken’, levenslange vriendschappen met mensen uit heel Europa.
Italië bood de kans aan de jonge Europese adel om een eigen
kunstverzameling uit te bouwen: zowel antieke kunst bij
antiquairs als moderne kunst bij jonge kunstenaars ter plaatse.
Een aantal specialiseerde zich in het schilderen van Romeinse
bezienswaardigheden en landschappen (de zogenaamde
Veduta of Zichten)
Portret van Duitse schilder Goethe
tijdens Grand Tour.
, Aan de hand van afb. Pannini: a) naam b) duiding (p.8) pwp p.52-56
Giovanni Paolo Pannini
Vedute di Roma
Alle monumenten vh Oude Rome Alle monumenten vh Moderne Rome
Aan de hand van een afb. Piranesi: a) naam b) duiding (p.9) pwp p.60-86
Piranesi verleent de Romeinse ruïnes een monumentale grootsheid.
Zijn beeldvorming van het antieke Rome misleidde vele buitenlandse toeristen die het oude
Rome kenden via zijn (verbeeldingsrijke) prenten en vaak teleurgesteld waren door de echte
restanten die ze in Rome te zien kregen.
meer dan 1000 (grootschalige) prenten:
vooral stadsgezichten van het antieke Rome.