Het menselijk lichaam als inspiratiebron:
Venus van Willendorf:
- Oudste en bekendste prehistorische kunstwerk waarbij het menselijk lichaam centraal staat
- Vruchtbaarheidssymbool
- 20.000 - 25.000 jaar oud
Menselijke kunst bij de oude Grieken:
De Griekse cultuur kende veel naakt. Het symposion was een feestelijke bijeenkomst voor alleen mannen.
Er werd ook naakt gesport door mannen in het gymnasion of ze worstelden in de palaistra. Vooral mannen
besteedden veel aandacht aan hun lichaam en uiterlijke verzorging.
Archaïsche periode (800 - 500 BCE):
Voornaamste kunstvorm: beeldhouwkunst van goden.
Beelden van mannelijke figuren zonder baard: Kouros of beelden van geklede eervolle vrouwen: Koré
Kouros heeft Egyptische invloeden: strakke houding, rechte vormen, linkervoet vooruit en weinig emotie.
De klassieke periode (500 - 350 BCE):
Voornaamste kunstvorm: beeldhouwkunst van “mooie” naakte mannen / goden
- Gespierde naakte lichaam eert het goddelijke
- Steeds meer het anatomisch perfecte lichaam proberen te benaderen
(spieren, botten en pezen die verbonden zijn tot een organische man of vrouw)
- Beweging en dynamiek door de contraposthouding (gewicht op één been en gekantelde bekken)
- Vanaf Hellenisme (350 - 140 BCE) worden vrouwen ook naakt afgebeeld in erotische vormen
(bijvoorbeeld: Venus van Milo)
- Materiaal voor beeldhouwkunst in deze periode: wit marmer, soms beschilderd
(zoals bij de leeuw van Loutraki )
Middeleeuwen (500 - 1450 ):
Afkeer van naakte kunst: voor de kerk was het lichaam een sterfelijk omhulsel, waaruit de ziel zich zou
bevrijden om op te ‘stijgen’ naar het hiernamaals.
Het naakt in de kunst was enkel gereserveerd voor Adam en Eva.
Renaissance (1450 - 1600):
- Naakt komt terug algemeen in de kunst voor
- Het antropocentrisme (mens staat centraal) en de wetenschappelijke kennis van anatomie zorgde
ervoor dat kunstenaars de ideale mens gingen voorstellen op basis van het ideale schoonheidsideaal