Preview 3 out of 3 Flashcards
President Erdogan opent aanval op Koerden en wil met militaire operatie brede bufferzone langs grens met buurland creëren. Turkije is woensdag begonnen met een lang aangekondigd offensief tegen de YPG, de Syrisch-Koerdische militie die een groot deel van Noord-Syrië controleert. Zondag had de Amerikaanse president Trump daar groen licht voor gegeven na een telefoongesprek met de Turkse president Erdogan. Het offensief begon met luchtaanvallen en artillerievuur tegen Koerdische militaire doelwitten, in de grensstad Ras al-Ayn en in Ain Issa, dat veel dieper in Koerdisch gebied ligt. ‘s Avonds zouden ook Turkse grondtroepen de grens overgestoken zijn.

Volgens Mustafa Bali, woordvoerder van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF, een coalitie die door de YPG wordt gedomineerd), ‘’is er grote paniek bij de mensen in de regio’’. Vijf burgers zouden woensdag zijn omgekomen, aldus de SDF, en tientallen gewond geraakt. Erdogan liet woensdagmiddag op Twitter weten dat Turkije samen met het Syrische Nationale Leger #OperationPeacreSpring heeft gelanceerd. Hij schreef: ‘’Onze missie is om het ontstaan van een terreurcorridor langs onze zuidelijk grens te verhinderen om vrede te brengen in de regio.’’

Vraag: Schrijf een kort en bondig betoog waarom de invasie door Turkije in Syrië in strijd is met het internationaal recht.

President Erdogan opent aanval op Koerden en wil met militaire operatie brede bufferzone langs grens...
Turkije handelt in strijd met het verbod op gebruik van geweld ex. art. 2.4 VN-Handvest. Daarom moet men op zoek naar een uitzondering, op grond waarvan het gebruik van geweld toch geoorloofd is. 

Geweldgebruik met toestemming of op verzoek is in deze casus niet aan de orde. Geweldgebruik op machtiging van de Veiligheidsraad ex. art. 24 en 39-42 VN-Handvest om collectieve veiligheid te verzekeren is ook niet aan de orde in deze casus. Mogelijk zelfverdediging op grond van een gewapende aanval (‘armed attack’) ex. art. 51 HV? Daarvoor moet de gewapende aanval wel voldoende ernstig zijn (Nicaragua-zaak). Een dreiging van geweld is alleen een voldoende rechtvaardiging als deze voldoende onmiddellijk en ernstig is (Caroline-case). De zelfverdediging moet hoe dan ook proportioneel en noodzakelijk zijn, en gemeld worden aan de VN-Veiligheidsraad. 

Conclusie: waarschijnlijk geen sprake van een uitzonder op het verbod op gebruik van geweld, dus in strijd met het internationaal recht!
Stel dat binnen de VN overeenstemming wordt bereikt om vredesbewarende troepen te stationeren in Syrië in een zone langs de Turkse grens. De Turkse president Erdogan en de Syrische president Assad verzetten zich hiertegen. Is dit verzet relevant voor de stationering van deze troepen?
Stel dat binnen de VN overeenstemming wordt bereikt om vredesbewarende troepen te stationeren in Syr...
Het inzetten van een VN-vredesmacht door de Veiligheidsraad of Algemene Vergadering is niet gebaseerd op verplichting onder het VN-Handvest en vereist daarom de instemming van de staat op wiens territorium de vredesmacht geplaatst zal worden. Het verzet van de president van Syrië is dus wel relevant!
In de Gazastrook is dinsdagnacht een dode gevallen na Israëlische bombardementen. De luchtaanvallen volgden op een raket vanuit Gaza die terechtkwam op een huis in de stad Beer Sheva. Drie Israëliërs werden gewond naar een ziekenhuis overgebracht. Israel reageerde met aanvallen op militaire doelen in Gaza. Daarbij viel een dode en raakten zeker twee mensen gewond. Een andere raket vanuit GAza landde dinsdagnacht in zee. Opvallend is dat Hamas en Islamitische Jihad de aanval vanuit Gaza veroordelen. Naar aanleiding van de beschietingen liet Israël twee grensovergangen met Gaza sluiten. 

Vraag: Leg uit of het bombardement door Israël volgens het internationaal recht geoorloofd is en of aan de voorwaarden is voldaan. Gaza is een onderdeel van de staat Palestina. 

In de Gazastrook is dinsdagnacht een dode gevallen na Israëlische bombardementen. De luchtaanvallen...
Hoofdregel is altijd het gewoonterechtelijke en verdragsrechtelijke verbod op geweld ex. art. 2.4 VN-Handvest. Die hoofdregel is niet absoluut, omdat er uitzondering op zijn aanvaard, zoals bijvoorbeeld het recht op zelfverdediging, toestemming/verzoek van betrokken staat en collectieve veiligheid via de VN(-Veiligheidsraad).

In deze casus zou het zelfverdedigingsrecht van art. 51 VN Handvest aan de orde kunnen zijn. Daarvoor is wel een armed attack nodig, oftewel een gewapende aanval. Bovendien moet het gebruik onverwijld worden gemeld bij de VN-Veiligheidsraad (aan wie we de bevoegdheid tot het gebruik van geweld immers hebben overgedragen) en moet de verdediging noodzakelijk zijn (proportionaliteit/subsidiariteit).

Deze drie voorwaarden betrekken op de casus: gewapende aanval is in elk geval goed te motiveren aan de hand van bijv. Military activities in and against Nicaragua.