Preview 3 out of 11 Flashcards
Deelvraag 1.3: Hoe vond in Nederland de Reformatie plaats?
Deelvraag 1.3: Hoe vond in Nederland de Reformatie plaats?
In het begin van de 16e eeuw was er al onvrede over de rooms-katholieke kerk. Echt verzet ontstond in 1517 nadat Maarten Luther de Reformatie was begonnen. 
Karel V trad hard op tegen de reformatie. In 1521 stelde hij een keizerlijke inquisitie in. Hierdoor bleef het openlijke verzet beperkt. Alleen een radicale protestantse minderheid zonderden zih af van de katholieke kerk.
Mensen die de kerk wouden hervormen (hervormers) sloten zich aan bij de lekenvroomheid van de moderne devotie en het humanisme van Erasmus. Doordat veel Hollandse gewesten behoorden tot de meest verstedelijke regio's van Europa konden Nederlanders makkelijker in contact komen met de nieuw ideeen. 
Een ontwikkeling die in Nederland een grote invloed had op de reformatie was de boekdrukkunst. Hierdoor raakten Luthers zijn geschriften snel verspreid onder de bevolking.
De wereldrijke bestuurders hadden ook niet meegewerkt aan het uitroeien van het protestanitisme. Onder de Nederlandse bestuurders waren de ideeen van Erasmus namelijk populair. 
Toen Karel V de macht overdroeg aan Filips verscherpten de tegenstellingen zich alleen meer. 
Vanuit Frankrijk kwam er een nieuwe protestantse beweging: het calvinisme.
De gereformeerden, volgelingen van Calvijn in Nederland, kregen vooral aanhang onder handwerkers en koopslieden. Tijdens de Nederlandse opstand kregen de volgelingen van Calvijn een grote invloed.
Mede door de calvinisten leidde de spanningen tussen Filips II en de Nederlandse bestuurders tot een breuk. 
De opstandige gewesten riepen in 1588 de Republiek der Verenigde Nederlanden uit. Toen haden calvinisten daar al op veel plekken een verbod van de katholieke kerk afgedwongen.
Hun gereformeerde kerk kreeg veel steun van de overheid.
Deelvraag 1.4: Hoe ontwikkelde het geloof zich in Nederland in de 17e en 18e eeuw?
Deelvraag 1.4: Hoe ontwikkelde het geloof zich in Nederland in de 17e en 18e eeuw?
De republiek bleef voor een lange tijd godsdienst verdeeld. Dit werd zo erg dat er op een gegeven moment bijna een burgeroorlog uitbrak. Hierdoor werd op een kerkvergadering de Synode van Dordrecht gemaakt. Hier werd de geloofsfeer vastgelegd. In 1579 hadden de opstandige gewesten in de Unie van Utrecht bepaald dat iedereen vrij in zijn religie zou zijn maar dit betekende niet dat er sprake was van een echte vrijheid van godsdienst. In de 17e eeuw nam het aantal calvinisten sterk toe.
Door de opkomst van de wetenschappelijke revolutie werd de levensbeschouwing steeds rationeler. Onder de invloed van de wetenschappelijke revolutie weden in 1650 de verlichte denkbeelden steeds meer popular. 
Rond 1750 werden de ideeen van de verlichting steeds populairder onder de ontwikkelde burgerij. Hun hadden vole vertrouwen in de rationele en vrije mens.
Tijdens de Bataafse revolutie van 1795 werd de bevoordeling van de Gereformeerde kerk opgeheven. 
In de rechten van de mens en burger kwam toen te staan: 'Ieder mens heeft het recht, om God zodanig te dienen, als hij wil of niet wil, zonder daartoe gedwongen te kunnen worden.'
Deelvraag 2.2: Welke levensbeschouwing hadden socialisten?
Deelvraag 2.2: Welke levensbeschouwing hadden socialisten?
In de jaren 1880 kwam het socialisme op.
Het marxime was een uitgangspunt van het socialisme en werd ook wel het wetenschappelijke socialisme genoemd en was opgericht door Karl Marx en Friedrich Engels. Het essentie van het marxisme was de gedachte van het volk dat zichzelf verlost en een aards paradijs schept. 
Mensen die socialist waren, waren er van overtuigd dat de arbeidsklasse in opstand moest komen tegen de adel en de bourgeoise (belangrijkste burgers) om zo hun arbeids en levensomstandigheden te verbeteren en een socialistische staat te creaeren. Ze gingen er van uit dat onder het communisme godsdienst niet meer nodig zou zijn en het langzaam zou verdwijnen.
Maar toen Marx dood ging zagen veel socialisten in dat ze hun stand in de maatschappij ook geleidelijk konden hervormen en verbeteren.