Preview 8 out of 152 Flashcards
Welke van de volgende activiteiten is typisch voor de orale fase?

A. Zindelijkheidstraining
B. Zuigen aan de moederborst
C. Ontwikkeling van academische vaardigheden
D. Ontdekking van geslachtsverschillen
Welke van de volgende activiteiten is typisch voor de orale fase?

A. Zindelijkheidstraining
B. Zuig...
Antwoord: B. Zuigen aan de moederborst
Een volwassene met een vermijdende hechtingsstijl zoekt steun in religie, maar ervaart spanning in hun relatie met God. Hoe kan de compensatietheorie van Kirkpatrick hierop worden toegepast?
Een volwassene met een vermijdende hechtingsstijl zoekt steun in religie, maar ervaart spanning in h...
De compensatietheorie suggereert dat deze persoon God ziet als een veilige haven die het gebrek aan menselijke hechtingsfiguren compenseert. Therapie kan gericht zijn op het versterken van vertrouwen in relaties, inclusief de relatie met God.
Wat is een kritiekpunt op Winnicott’s visie op religie?
A. Het idee van religie als een "kosmische teddybeer."
B. Zijn focus op metafysische claims.
C. Het negeren van de sociale dimensie van religie.
D. Het pathologiseren van religieuze ervaringen.
Wat is een kritiekpunt op Winnicott’s visie op religie?
A. Het idee van religie als een "kosmisch...
A. Het idee van religie als een 'kosmische teddybeer'
Welke vier typen gebed onderscheiden Poloma en Pendleton?
Welke vier typen gebed onderscheiden Poloma en Pendleton?
- Meditatief gebed
- Ritueel gebed
- Verzoekend gebed
- Gebed als alledaagse omgang
Welke psychologische factoren kunnen bijdragen aan terrorisme?
Welke psychologische factoren kunnen bijdragen aan terrorisme?
Groepsdruk, collectieve schaamte en vernedering, het streven naar zuivering, en een apocalyptische visie op de wereld
Leg uit waarom Sigmund Freud van mening is dat religie voornamelijk in het superego wordt geplaatst, en niet in het id of het ego. Gebruik in je antwoord de kenmerken van de drie onderdelen van de psyche (id, ego, superego).
Leg uit waarom Sigmund Freud van mening is dat religie voornamelijk in het superego wordt geplaatst,...
Volgens Sigmund Freud vindt religie voornamelijk plaats in het superego, omdat dit deel van de psyche verantwoordelijk is voor het internaliseren van morele normen en regels, vaak opgelegd door externe autoriteiten zoals ouders en de samenleving. Het superego ontwikkelt zich in de kindertijd en fungeert als een innerlijke stem die het gedrag stuurt op basis van deze geïnternaliseerde normen. Religie weerspiegelt deze functie door richtlijnen te bieden over goed en kwaad, die het superego gebruikt om schuld- en schaamtegevoelens te genereren wanneer deze normen worden overtreden.

Het id, daarentegen, is het instinctieve, onbewuste deel van de psyche dat gericht is op het vervullen van basisbehoeften en driften zonder rekening te houden met morele of sociale regels. Omdat religieuze regels vaak juist deze impulsieve verlangens willen reguleren, is religie niet in het id te plaatsen.

Het ego bemiddelt tussen de driften van het id en de normen van het superego in de context van de realiteit. Hoewel religie indirect invloed heeft op het ego, bijvoorbeeld via keuzes in het dagelijks leven, is het ego gericht op praktische oplossingen en minder op idealen of schuldgevoelens.

Religie past dus het beste in het superego, omdat het een bron van morele autoriteit is die gedragsregels oplegt en gevoelens van schuld of trots genereert.
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de formele operationele fase? Hoe verschilt dit van de eerdere fasen?
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de formele operationele fase? Hoe verschilt dit van de eerde...
De formele operationele fase begint rond de leeftijd van 12 jaar en wordt gekarakteriseerd door de capaciteit voor abstract denken. Adolescenten kunnen hypothetische en abstracte problemen oplossen, en ze kunnen systematisch nadenken over mogelijke uitkomsten van verschillende scenario’s, zelfs als ze deze niet direct hebben ervaren.
Wat zijn de kenmerken van stadium 3 (goede interpersoonlijke relaties) en stadium 4 (behouden van sociale orde) in het conventionele niveau?
Wat zijn de kenmerken van stadium 3 (goede interpersoonlijke relaties) en stadium 4 (behouden van so...
Stadium 3 (Goede interpersoonlijke relaties): In dit stadium zoeken mensen goedkeuring van anderen en streven ze ernaar aardig, behulpzaam en loyaal te zijn. Ze baseren hun moreel redeneren op de wens om geliefd te worden en het naleven van sociale verwachtingen, zoals het zijn van een goede vriend of dochter.
Stadium 4 (Behouden van sociale orde): Mensen in dit stadium begrijpen moraliteit als het naleven van wetten en sociale regels om orde in de samenleving te behouden. Het is belangrijk om plichten na te komen, autoriteiten te respecteren en de samenleving als geheel te steunen, zelfs als dit niet altijd in het persoonlijke belang is.