Preview 5 out of 11 Flashcards
4. Hoe komt het dat er zo weinig rederijkerswerk in druk te krijgen is?
4. Hoe komt het dat er zo weinig rederijkerswerk in druk te krijgen is?
- Het was gebruiksliteratuur, bestemd om bij bepaalde gelegenheden in eigen
 kring te functioneren. Het werk werd eventueel uitgegeven zonder vermelding van de
 auteur. De kamer trad op als collectief.
6. Welke omstandigheden in de Republiek maakten het economisch klimaat voor uitgevers bijzonder gunstig?
6. Welke omstandigheden in de Republiek maakten het economisch klimaat voor uitgevers bijzonder guns...
- “Combinatie van economische en culturele factoren.” Immigratie van goed
 geschoolde vakmensen uit Antwerpen (Zuid-Nederland) naar Amsterdam
 (Noord-Nederland), het ontbreken van censuur, de ligging en andere gunstige
 omstandigheden voor internationale handel. Ook werd de vraag naar lectuur in de
 moedertaal groter. 

7. Geef een korte beschrijving van de kanalen, waarlangs het zeventiende-eeuwse publiek in aanraking kon komen met literatuur.

7. Geef een korte beschrijving van de kanalen, waarlangs het zeventiende-eeuwse publiek in aanraking...
- Boekwinkels (losse vellen kopen en laten inbinden)
- Stedelijke bibliotheek (Latijn), lenen bij mensen met boeken (bijv. Vossius),
- Via straatventers en marskramers goedkope uitgave/pamfletten
- Toneel (straattoneel en verheven toneel)
- Rederijkerskamers
3. Hoe stond een zeventiende-eeuwse dichter tegenover vormtechnisch en inhoudelijke oorspronkelijkheid?
3. Hoe stond een zeventiende-eeuwse dichter tegenover vormtechnisch en inhoudelijke oorspronkelijkhe...
- Je moest vooral goed profiteren van voorbeelden.
4. Grootes noemt in hoofdstuk 7 zeven soorten literaire teksten, die in de genres van die tijd hun eigen plaats innamen. Stel een hiërarchie op, waarin je aangeeft welke soorten het hoogst en welke het laagst werden gewaardeerd.
4. Grootes noemt in hoofdstuk 7 zeven soorten literaire teksten, die in de genres van die tijd hun e...
Hoge literatuur
 1. Poezie - in verheven taal over belangrijke onderwerpen spreken
 2. Epos (heldendicht)
 3. Tragedie (treurspel)
 4. Lofdicht (overwinning bezongen)
 
 Midden literatuur
 5. Komedie - spelend onder gewone burgers, niet in hoogdravende taal
 6. Didactische poëzie - verhalende, beschouwelijke gedichten met morele
 strekking/satirsche inslag

Lage literatuur
7. Liefdeslyriek - literair spel
8. Verhalend proza; telde niet eens mee (bijv. ‘reisverhaal van bontekoe’)
9. Klucht - geschreven in volkstaal, gespeeld in laagste milieus; gedramatiseerde mop

Kluchten en blijspel zijn niet altijd goed te onderscheiden. Kluchten zijn echter kort en meestal niet ingedeeld in bedrijven.