Preview 3 out of 22 Flashcards
wat zijn de uitgangspunten van pedagogisch adviseren?
wat zijn de uitgangspunten van pedagogisch adviseren?
·	Ouders zijn deskundig mbt het kind -> zij kennen hun kind het beste.
·	Ouders bepalen zelf hun doelen -> adhv de draaglast en draagkracht.
·	Gebaseerd op de vragen en behoeften van de ouders.
·	Ouders hebben het beste met hun kind voor.

bespreek de piramide van de top naar de onderste laag.
bespreek de piramide van de top naar de onderste laag.
1.	Doelgroep is risicogroepen en doel is om problemen te voorkomen en erger te verminderen. Beste hulp zijn huisbezoeken.
2.	Doelgroep is alle ouders en doel is om het competent ouderschap te bevorderen, er wordt praktische ondersteuning gegeven bij een concreet probleem door bijvoorbeeld een bureaugesprek.
3.	Doelgroep is alle ouders en doel is om algemene voorlichting te geven over ouderschapsvragen, meestal bij inloopcontact.
4.	Doelgroep is alle ouders en doel is om onderlinge steun te bevorderen, dmv telefonisch of online advies of bijvoorbeeld een praatje maken met de buurvrouw.

welke vorm is nodig om de juiste hulp te verlenen? --> indicatiestelling
en ook contra-indicatie
welke vorm is nodig om de juiste hulp te verlenen? --> indicatiestelling
en ook contra-indicatie
Indicatiestelling: 
·	De vragen betreffen een herkenbaar opvoedingsprobleem.
·	‘Lastig gedrag’ is te plaatsen in ‘normale’ ontwikkeling.
·	Gedrag is een logische reactie op een gebeurtenis.
·	Probleem is enkelvoudig en bestaat nog niet zo lang (circa 6 maanden).
·	Plezier in opvoeding is verminderen (wel nog aanwezig).
·	Ouders zijn zelf in staat sturing te geven aan het gedrag.
·	Ouder zijn in staat positieve aspecten van het kind te noemen.
·	Eventuele lacunes (gemis) in vaardigheden kunnen worden aangevuld.
·	Ouders kunnen reflecteren op eigen gedrag en staan open voor suggesties.
·	Bereidheid om problemen aan te pakken.
·	Ouder geloven dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen op het gedrag.

Contra-indicatie duidelijke oorzaak voor problemen (medisch probleem)
·	Probleem met duidelijk medische oorzaak.
·	Kinderpsychiatrisch karakter.
·	Opvoedings- of gezinssituatie is te complex voor kortdurende hulp.
·	Leerproblemen.
·	Beperkte verstandelijke vermogens van ouders.
·	Al contacten met andere hulpinstellingen.