Samenvatting Pathofysiologie.
Eerste leerjaar Podotherapie periode 1.1, studiejaar .
Samenvatting van de colleges + het boek Fysiologie.
Opdrachten + extra informatie vanuit de studiehandleiding en colleges.
Aan het einde 26 oefenvragen.
Super handig voor het eerste tentamen!
Réponse: Ondersteunen van het lichaam, beschermt de organen en maakt bloedcellen aan.
3.
Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
Réponse: hersenen, het ruggenmerg en de hersen- en spinale zenuwen.
4.
Welke stelsels coördineren de activiteiten in ons hele lichaam?
Réponse: Tractus nervosum en tractus hormonalis
5.
Welke stoffen vormen samen glycoproteïne?
Réponse: Koolhydraat eiwit.
6.
Welke stoffen vormen samen lipoproteïne?
Réponse: Vet + eiwit.
7.
Welke stoffen lossen goed op in water?
Réponse: Polaire stoffen.
8.
Welke stoffen zijn in water als in vet redelijk oplosbaar?
Réponse: Licht polaire stoffen.
9.
Welke stoffen lossen slecht op in water maar wel in vet?
Réponse: Apolaire stoffen.
10.
Wat is de functie van een spiercel?
Réponse: Bewegen.
Aperçu du contenu
Samenvatting Pathofysiologie.
Opleiding: Podotherapie.
Studiejaar: eerste leerjaar, 2020-2021.
Periode: 1.1.
Onderdelen in de samenvatting van de colleges.
- Basisprincipes.
- Celbiologie.
- Moleculen en andere fijne structuren.
- Verschillende weefsels.
- Organen.
- Orgaanstelsels.
- Homeostase.
- Regelkringen
- Opdrachten.
- Oefenvragen.
,Basisprincipes
Wat is Fysiologie?
- Fysiologie = natuurwetenschap.
- Komt uit het Latijn: Physica = natuur.
- Logie = leer van.
Wat te leren in deze samenvatting?
- Fysiologie van het menselijk lichaam = hoe functioneren wij als gezond mens.
- Alles wat je gaat leren heeft een belangrijk doel = HOE en WAT kan ik betekenen voor een patiënt.
Wat is Pathologie?
- Pathologie = ziekteleer = wetenschap die ziektes bestudeert.
- Hoe kom je straks als podotherapeut tot een juiste conclusie bij de klachten van je patiënt.
- Weten wat ‘normaal’ is (anatomie en fysiologie) en weten wat abnormaal is (pathologie).
Voorbeeld
Er komt een patiënt in de praktijk en de voet ziet er zo uit:
- De enkel doet pijn, is dik en begint blauw te worden.
- Het ziet er niet goed uit, wat is er aan de hand?
Wat je moet kennen:
- Normale anatomie van de enkel.
- Normale functie van de enkel.
- Hoe onderzoek ik een enkel.
- Welke conclusies trek ik daaruit.
- Wat betekent een blauwe enkel.
- Wat betekent een dikke enkel.
- Hoe geneest dit letsel.
- Wat kan jij als podotherapeut daaraan bijdragen.
Wat nog meer te kennen:
- Normale anatomie van de enkel = anatomie.
- Normale functie van de enkel = anatomie en biomechanica.
- Hoe onderzoek ik een enkel = lichamelijk onderzoek.
- Welke conclusies trek ik daaruit = klinisch redeneren.
- Wat betekent een dikke enkel = fysiologie.
- Wat betekent een blauwe enkel = pathologie.
- Hoe geneest dit letsel? = orthopedie.
- Wat kan jij als podotherapeut daaraan bijdrage = podotherapie.
Hoe is ons lichaam is georganiseerd
• Van klein naar groot:
- Atoom – molecuul – celorganel – cel – weefsel – orgaan – orgaanstelsel – organisme.
- Organisme = de mens.
Voorbeelden van orgaanstelsels
- Organen die samenwerken aan een bepaalde taak. Alle orgaanstelsels proberen het
evenwicht (homeostase) van het lichaam te bewaken. Vaak werken orgaanstelsel samen om dit te
bereiken. Veel meercellige organismen (dus niet alleen mensen en dieren) hebben organen. De
bladeren en wortels van planten zijn ook organen. Ze vormen het bladerstelsel en wortelstelsel
(orgaanstelsel) van de plant
• Verschillende orgaanstelsels in ons lichaam:
- De huid: het grootste stelsel van het lichaam. Bestaat uit de huid met verschillende
lagen, zweet- en talgklieren, de nagels en het haar. Beschermt tegen ongewenste binnendringers, de
huid isoleert het lichaam en reguleert de vochtbalans en lichaamstempratuur.
- Het skelet: bestaat uit verschillende beenderen en gewrichten. Het skelet ondersteunt het lichaam,
beschermt organen, maakt bloedcellen, is een opslagplaats voor vet en calcium en maakt bewegingen
mogelijk.
, - De spieren: Binnen het lichaam zijn de skeletspieren, de gladde spieren en de hartspier te
onderscheiden. Het skelet maakt bewegingen mogelijk. Spieren kunnen bij extremen kou gaan
samentrekken (rillen). Met rillen wordt warmte gegenereerd.
- Het spijsverteringsstelsel: bestaat uit een holle buis (mondholte, slokdarm, maag, dunne darm, dikke
darm en anus) van mond tot anus, waaraan verschillende organen (alvleesklier) aan gekoppeld zijn. Het
knipt voedsel in kleine opneembare brokjes die het lichaam kan opnemen.
- Het Ademhalingsstelsel: bestaat uit de neus, mondholte, keelholte, luchtpijp (trachea), bronchiën en
longen. Het zorgt voor opnamen van zuurstof en uitscheiding van koolstofdioxide door het lichaam.
- Het cardiovasculaire stelsel: bestaat uit hart, slagaders (arteriën), haarvaten (capillairen) en aders
(venen). Het cardiovasculaire stelsel vervoert bloed door het lichaam. Door het bloed worden
voedingsstoffen en zuurstof richting de weefsels vervoerd en afvalstoffen en koolstofdioxide richting de
nieren en longen.
- Het zenuwstelsel: bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg en de hersen- en spinale zenuwen. Het
zenuwstelsel is te vergelijken met een grote computer die het evenwicht (homeostase) van het lichaam
bewaakt. Samen met het hormoonstelsel controleert en stelt het het lichaam bij.
- Het hormoonstelsel: bestaat uit verschillende klieren en de hormonen die deze hormonen uitscheiden.
Waar het zenuwstelsel snel en kortdurend werkt, werken hormonen doorgaans langzaam maar wel
langdurend.
- Het urinestelsel: Bestaat uit de nieren, de urineleiders, de blaas en de plasbuis. Het urinestelsel
bewaakt de chemische samenstelling van het bloed. Het urinestelsel zorgt voor de uitscheiding van
afvalstoffen en tracht waardevolle stoffen voor het lichaam bewaren.
- Het voorplantingsstelsel: bij mannen bestaat het uit teelballen (testes), bijballen, porstaat, penis en
plasbuis. Bij vrouwen bestaat het uit eierstokken (ovaria), eileiders, baarmoeder en vagina. Het
belangrijkste doel is het behoud van de soort.
Orgaanstelsels of tractus
• Belangrijke lichaamsfuncties worden vaak door 1 orgaanstelsel verzorgd:
- Tractus locomotorius = het bewegingsapparaat.
- Tractus digestivus = spijsverteringsstelsel.
- Tractus cardiovasculaire = hart en bloedsomloop.
- Tractus respiratorius = ademhalingsstelsel
• Slechts twee stelsels coördineren de activiteiten van ons hele lichaam:
- Tractus nervosum = zenuwstelsel.
- Tractus hormonalis = hormoonstelsel
Gevolgen van stoornissen in 1 of meer orgaanstelsels
- Stoornissen op moleculair niveau, hoe klein ook, leiden tot ziekteverschijnselen.
- Soms is het heel lastig om snel een diagnose te stellen, omdat de afwijking op moleculair niveau is.
- Dit leidt ertoe, dat bepaalde aangeboren ziektes pas op een leeftijd van 2-5 jaar of soms pas op
volwassen leeftijd tot uiting komt.
Moleculair niveau
Levende organismen bestaan, behalve uit water, voornamelijk uit moleculen van organische stoffen. Organische
stoffen zijn te onderscheiden in:
- Eiwitten (proteïnen).
- Vetten (lipiden.
- Suikers of koolhydraten (glucose).
- Nucleïnezuren (in DNA en RNA)
Combinaties van stoffen
- Koolhydraat (kh) + eiwit = glycoproteïne.
- Vet + eiwit = lipoproteïne.
Oplosbaarheid van stoffen
Alle stoffen moeten oplosbaar kunnen zijn om te werken. De meeste fysiologische processen op moleculair
niveau binden plaats tussen deze opgeloste stoffen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Student1029. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.