• Teken schematisch de algemene structuur van het zenuwstelsel en bespreek de functie van elke
onderdeel (= fig 8.1 op p.293).
Centraal zenuwstelsel = hersenmerg en zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel = alles van de zenuwen, behalve hersenen en
hersenmerg
Afferent stuk = voert aan in richting van centraal zenuwstelsel
à Je kan nooit van sensorisch naar motorisch gaan zonder
centraal zenuwstelsel
Somatisch = je hebt controle over (alle skeletspieren bedoelt)
Autonoom = je hebt geen controle over, je bent er wel bewust van (bv je
wordt rood)
à Parasympatisch = stimuleert effectoren wanneer we in rust zijn
à (ortho) sympatisch = fight – en flight systeem
• Teken en bespreek de bouw van een sensorisch neuron, en van een motorisch neuron.
• Sensorisch neuron = unipolair neuron
® Of afferente neuronen
® Dendrieten en axon lopen in elkaar over
® Cellichaam ligt aan één zijde
® Actiepotentiaal begint aan uiteinde van dendrieten en rest van uitloper
® Ontvangen info v/h zintuigcellen die uitwendige of inwendige milieu waarnemen
en daarna info naar andere neutronen in het CZS doorgeven.
• Motorisch neuron = multipolair neuron
® Twee of meer dendrieten en 1 axon
® Perifere doelcellen waarmee ze in verbinding staan -> effectoren genoemd ->
reageren door iets te doen.
• Prikkelgeleiding:
• Wat is de functie van myeline? Hoe komt een zenuwcel uit het centraal zenuwstelsel /
perifeer zenuwstelsel aan myeline?
• Verhoogt snelheid van prikkel waarmee actiepotentiaal langs axon voortplant
• Dient als elektrische isolator
• Rijk aan vetten, doorsnede zien gebieden v/h CZS met gemyeliniseerde axonen er
glanzend wit uit.
• Zo’n axon wordt gemyeliniseerd genoemd. Maar niet elk axon, zonder myelineschede
worden ongemyelinseerd genoemd.
, Via gliacellen
• Centraal zenuwstelsel
§ Oligodentrocyten
§ Elk oligodentrocyt voorziet een kort gedeelte van een axon van een
myelineschede. Veel oligodentrocyten nodig om een heel axon met myeline te
bedekken. Niet alle axonen zijn gemyeliniseerd.
• Perifeer zenuwstelsel:
§ Schwann – cellen
§ Elke schwann – cel vormt een myelineschede rond een gedeelte van het axon.
Alle axonen zijn gemyeliniseerd
• Wat verstaat men onder 'grijze stof' en 'witte stof'?
• Grijze stof: Verzamelingen ven cellicamen v. neuronen in het PZS
• ik heb dit als uitleg, maar weet niet zeker of dit het volledige goeie antwoord is
• Rustpotentiaal= de membraan potentiaal van een cel in rust.
Door de werking van de NA-K pomp worden er kationen verplaatst en op een gegeven
moment hebben we meer kationen buiten de cel dan binnen de cel. Hierdoor krijgt de
celwand een soort polarisatie --> hij wordt positief aan de buitenzijde en negatief aan
de binnenzijde. Het verschil tussen die 2 zijden geeft een spanning over de celwand heen
en de juiste benaming voor deze spanning is de rustpotentiaal.
Bij een cel in rust werken steeds de NA-K pompen en dit om de rustpotentiaal te
bewaren. De potentiaal van een niet geprikkelde cel in rust dus de rustpotentiaal
bedraag – 70 milivolt
Aan de rustpotentiaal kan een einde komen wanneer de leak channels voor natrium en
kalium ionen openen
• Wat is een actiepotentiaal, en hoe ontstaat die?
• een elektrisch signaal dat van invloed is op het oppervlak van het gehele membraan.
Een actiepotentiaal zal alleen ontstaan als het membraan depolariseert tot het niveau
van de drempelwaarde. Er zijn buiten de natrium- kaliumpomp ook poortjes in de cel
(leak channels). Wanneer deze open staan gaan de natrium- en kaliumionen terug naar
hun oorspronkelijke plaats. Het spanningsverschil valt weg.
• Actiepotentiaal = depolarisatie. Membraanpotentiaal stijgt naar +30mV. Eens de
kanaaltjes sluiten en de natrium- kaliumpomp weer in werking treedt zijn er terug polen
= repolarisatie
• Wat is een refractaire periode? Verklaar fysiologisch hoe de refractaire periode onstaat.
• = De periode waarin een cel niet voor de 2de keer kan depolariseren.
= Een tijdsinterval waarin een bepaalde gebeurtenis niet opnieuw kan plaatsvinden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentverpleegkunde1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.