KINDEREN EN JONGEREN MET
GEDRAGS-, EMOTIONELE EN/OF
PSYCHOSOCIALE PROBLEMEN
THEMA 1: METHODE ‘ANDERS KIJKEN’ (MIEKE)
ONTSTAAN
Jacques Heijkoop
= coach personen met verstandelijke en/of meervoudige beperking met
gedragsproblemen.
Nu ook:
1. Normale begaafde kinderen met autismespectrumstoornis, ADHD,
visuele/auditieve beperking
2. Volwassenen met dementie, psychose, NAH, …
3. Niet enkel gedragsproblemen maar ook een goede methode voor
terugval in functioneren of plots teruggetrokken gedrag
Dus:
Doelgroep= alle doelgroepen met gedragsproblemen of plotse veranderingen in
het gedrag
THEORETISCHE GRONDSLAG
basis
Vertrekken vanuit de normale ontwikkeling(= Ontwikkelingspsychologie)
Met aandahct voor relatie tussen kind en belangrijke ander (= transactionele
ontwikkelingsmodel)
Methode biedt instrumentarium van handvaten en tool om langs het bijzondere
gedrag heen te kijken naar: normale menselijke behoeftes & betekenissen.
HET ‘ZELF’
Het zelf = de kern binnenin onszelf waar we ons zelfvertrouwen terugvinden &
eigenwaarden ontlenen
Ontwikkelt zich in relatie met de ouder/zorgfiguur
1
, -Begeleiders: helpt relatie met cliënt te onderzoeken + zoekt op welke
manier/op welk moment persoon ondersteuning nodig heeft + Wat zijn
mogelijkheden om invloed uit te oefenen
Twee voorwaarden:
1. Cliënt moet persoonlijke inbreng hebben (zichzelf zijn)
vb: eigen interesses tonen,
2. Cliënt wil eigen invloed hebben (zelf invullen, ruimte kan kleuren)
vb: relatie kunnen sturen, …
PROBLEEMGEDRAG
Probleemgedrag= aantasting van het Zelf van zowel de cliënt als de begeleider
probleem Ruw onzeker vrijheids getraum
beschadigd focus op meer
zelf gedrag gedrag conflicten
atiseerd
gedrag angst beperking
zelf
Uitleg:
Door beschadigd zelf en te kort aan zelfvertrouwen, komt er probleemgedrag.
Parallel aan slecht gedrag komt ruw gedrag van de begeleider. (straffen, hardere
taal, …) Cliënt en begeleider gaan steeds meer focussen op probleemgedrag.
(Wat gaat nu weer zijn, Het zal me toch niet lukken, …) Dit zorgt voor meer
onzekerheid bij de cliënt en ook bij de begeleiders/ouders. Er zullen steeds meer
conflicten zijn. Het gevolg hiervan zijn vrijheid beperkte maatregelen. Dit
leidt tot escalatie van beschadigd zelf naar getraumatiseerd zelf.
- Vrijheidsbeperkingen: meisje alleen eten op kamer, ze was onrustig bij eten
in de leefgroep
DE 2 FUNCTIES VAN PROBLEEMGEDRAG
Twee functies van probleemgedrag:
1. Signaalfunctie
= wil iets vertellen met probleemgedrag (fysiek/psychische pijn)
‘Wat wil jij mij als begeleider met dit gedrag vertellen dat niet met
woorden kan vertellen?’
2. Overlevingsfunctie
= gedrag is een manier om zich staande te houden in moeilijke
situaties
vb nicht: zoveel problemen vooraf stellen ervoor te zorgen geen spel
gespeeld werd
Zelfbescherming = heel veel inspanningen leveren om probleemgedrag niet te
stellen (beheersen)
2
, o Belangrijk: oog voor krijgen
o Vb: steven last van drukte in groep toevlucht: hoofd bonken
tegen muur
Sommige momenten onder controle toevlucht: pluchen beer
DOEL VAN DE METHODE
Probleemgedrag verminderen
Maar:
Versterken zelfvertrouwen en wederzijds vertrouwen
probleemgedrag verminderen
zichzelf ontwikkelit in relatie met anderen: wederzijds vertrouwen
Doen door: plezierige momenten te installeren + belangstellend oog ‘Wie
is cliënt?’
Wat Wie Wat Wie
Wat= verstandelijke ontwikkeling, diagnoses, …
Overheerst te vaak!
Wie= waar wordt hij/zij blij van, wie was/is hij/zij, waar kan hij/zij van genieten, …
Geeft kleur aan relatie
Probleem: beiden nauwelijk persoonlijke inbreng + relatie biedt weinig plezier
Oplossing: MOET IN VERHOUDING ZIJN
HOE WERKT METHODE: INSTRUMENTEN
1. Ontdekkend kijken = focus probleemgedrag
2. Functioneringsprofiel*= onder- en overschatting heel zichtbaar
maken
o Hoe is de emotionele draagkracht?
3. Relatiedynamiek*= vastgelopen relationele patronen (cliënt &
begeleider) tonen en veranderen
3
, 4. Probleemoplossend werken*= betekenis van probleemgedrag
zichtbaar maken
5. Videotraining= gericht begeleider (=coaching)
*: richt op cliënt
Alle instrumenten kunnen ingezet worden.
Ontdekkende kijken wordt ALTIJD ingezet en is meestal al voldoende!
o Altijd ingezet: veranderd de kijk van de begeleider, verlegd de focus.
o Wil een open kijk creëren, richt zich op cliënt
VERLOOP ONTDEKKEND KIJKEN
Verloop:
Eerste bijeenkomst
Video maken van 5 minuten in dagelijks leven van cliënt. Met begeleider iets
doen en geen probleemgedrag voordoet.
- Eerste kijkronde: zonder pauze, rondje over eerste indruk van begeleiders
- Tweede kijkronde: gedetailleerd bekijken, analyseren lichaamstaaln … +
betekenis ervan
- Antwoorden formuleren vragen:
Vorm: Hoe maakt cliënt iets duidelijk? (mimiek, stem, …)
Inhoud: Wat wil cliënt duidelijk maken?
Emoties: Welke emoties zie je?
Relaties: Wil cliënt afstand/nabijheid?
- Afronden: Hoe kijkt begeleider terug, waarmee aan de slag?
Direct effect na eerste bijeenkomst
Tweede bijeenkomst
Zelfde (+ ervaringen uitwisselen)
Derde bijeenkomst
Geen video, terugblik
Resultaten:
begeleider: bewust op de manier waarop de cliënt zich laat zien
begeleider: heeft een open, genuanceerde kijk & communiceert over
cliënt
begeleider: is nieuwsgierig, meer belangstelling, motivatie & plezier
begeleider ontwikkelt begeleiderskwaliteiten
cliënt: meer ‘zichzelf zijn’, gevoel: eigenwaarde neemt toe
cliënt: meer plezier & neemt meer initiatieven
4