Beknopte, duidelijke, samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Strafrecht 1 Jaar 1 HBO-Rechten Hva Casusuitwerkingen en aantekeningen
Tout pour ce livre (171)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Strafrecht
Tous les documents sur ce sujet (66)
Vendeur
S'abonner
emmagoedkoop
Aperçu du contenu
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Hoofdstuk 1
Algemeen
Mensen worden dagelijks, direct of indirect, geconfronteerd met zaken die strafrechtelijk relevant
zijn.
Het strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben
gepleegd. Het straffen gebeurt door de overheid en de burger (die een strafbaar feit begaat) moet
verantwoording afleggen aan de overheid. Dit is een belangrijk verschil met het civielrechtelijk
rechtsgebied, waar het draait om burgers onderling en de staat houdt zich daar in principe buiten.
Strafrechtelijk gezien kunnen burgers elkaar niet dagvaarden voor gepleegde strafbare feiten - alleen
de officier van justitie kan dit. Hij is belast met de vervolging van verdachten.
Eigenrichting = het recht in eigen hand nemen – is verboden.
Stel iemand komt voor de rechter voor mishandeling en hij moet een geldboete betalen, dan bestaat
er ook nog de schade die het slachtoffer geleden heeft. Er bestaat binnen het strafrechtelijk systeem
een mogelijkheid voor slachtoffers van strafbare feiten om als ‘benadeelde partij’ schadevergoeding
te verzoeken aan de strafrechter.
Doelen van straffen
Voornamelijk dient het opleggen van straffen 2 doelen:
Vergelding, door leedtoevoeging. Dit kan zorgen voor een morele genoegdoening
Preventie; het opleggen van een straf zou ertoe moeten leiden dat minder mensen strafbare
feiten plegen. 2 soorten:
1. Speciale preventie: moet voorkomen of ontmoedigen dat de gestrafte wederom in de fout
gaat.
Voorwaardelijke straffen: deze worden niet ten uitvoer gelegd op voorwaarde dat de
veroordeelde zich gedurende de proeftijd niet opnieuw aan een strafbaar feit schuldig
maakt.
2. Generale preventie: ook anderen dan de gestrafte trekken lering uit het feit dat er voor het
plegen van een strafbaar feit straf opgelegd kan worden – schrikt potentiële
wetsovertreders af.
3 delen
1. Materieel strafrecht: wat is een strafbaar feit?
2. Formeel strafrecht (strafvordering): bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer
een norm van het materiële strafrecht is overtreden.
3. Sanctierecht: de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd.
Art. 107 Gw: wetgever moet regels van strafrecht en strafprocesrecht opnemen in wetboeken.
Wetboeken = wetten waarin het algemene deel van het strafrecht en strafprocesrecht is
opgenomen. Het strafrecht dat hierin is opgenomen is het commune strafrecht.
Bijzondere wetten: strafbepalingen in andere wetten – hierin treft men strafbepalingen die behoren
tot het materiële strafrecht en bevoegdheden die behoren tot het formele strafrecht.
Wetten in formele zin: tot stand gekomen door regering en Staten-Generaal.
APV: algemene plaatselijke verordening van een gemeente.
Wetboek van Strafrecht:
Boek 1: regelt de algemene leerstukken van materieel strafrecht – zijn van toepassing op alle
delicten die in het wetboek van sr strafbaar zijn gesteld.
Boek 2: je vindt hier de misdrijven – het boek bevat uitsluitende strafbepalingen: omschrijvingen van
gedrag dat strafbaar is, met de maximale straf.
Boek 3: je vindt hier overtredingen – het boek bevat uitsluitende strafbepalingen.
,Wetboek van Strafvordering:
Boek 1: algemene bepalingen – belangrijkste bevoegdheden
Boek 2: regelt de vervolgingsbeslissing van de officier van justitie en de hele procedure voor de
berechting van een verdachte voor de rechtbank.
Boek 3: rechtsmiddelen
Boek 6: tenuitvoerlegging
Internationaal
NL is lid van de EU, het strafrecht wordt steeds meer beïnvloed door besluiten van de EU.
Supranationaal: regels die een internationale organisatie oplegt waar de lidstaten bij die organisatie
zich aan moeten houden (denk aan EU en EHRM).
Hoofdstuk 2
De strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit een delictsomschrijving, een kwalificatie-
aanduiding en een strafbedreiging.
Delictsomschrijving: geeft aan welke ongewenste gedraging strafbaar is.
Kwalificatie-aanduiding: maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht moet worden
benoemd.
Strafbedreiging: bepaalt welke soort straf mag worden opgelegd en het maximum hiervan.
In veel bijzondere wetten zijn de delictsomschrijving en de strafbedreiging uit elkaar getrokken.
Het vierlagenmodel
Definitie van een strafbaar feit: ‘een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de
grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.’
4 elementen:
1. Menselijke gedraging – dieren kunnen niet worden berecht en ook voor een gedachte kun je
niet strafbaar worden geacht.
2. Wettelijke delictsomschrijving - gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de wet te vinden zijn.
3. Wederrechtelijkheid - in strijd met het recht – we kijken dan alleen naar de daad en niet
naar de mate waarin de gedraging aan de dader verweten kan worden.
Rechtvaardigingsgronden: een grond om aan te nemen dat de gedraging niet
wederrechtelijk is - het rechtvaardigen van een gedraging.
4. Schuld - verwijtbaarheid – dan kijken we naar de dader
Schulduitsluitingsgronden: het vervullen van de delictsomschrijving is niet verwijtbaar.
Tenlastelegging: een processtuk waarin staat beschreven welke gedraging de verdachte, volgens de
officier van justitie, zou hebben verricht.
Legaliteit en interpretatie
Art. 1 Sr: ‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke
strafbepaling’ - hieruit vat je op:
Strafbepalingen moeten altijd terug te vinden zijn in het geschreven recht
(legaliteitsbeginsel)
De rechter moet altijd aangeven waar in de wet het strafbare feit terug te vinden is
(kwalificatie)
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling
(ook te vinden in art. 16 Gw) - verbod van terugwerkende kracht
Doel: rechtszekerheid – wetten moeten voldoende helder zijn - maar kwestie van
interpretatie (zie blz 42)
Bestanddelen en elementen
De laatste 2 elementen van het vierlagenmodel (wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid) zijn de
elementen. De onderdelen van de delictsomschrijving noem je de bestanddelen.
, Bestanddelen vindt men in de wettekst, terwijl de elementen de niet in de wet opgenomen
voorwaarden voor strafbaarheid zijn.
Soms wordt de wederrechtelijkheid opgenomen in de delictsomschrijving. Dan is het een
bestanddeel ipv een element en blijven er 3 lagen over van het vierlagenmodel.
Soorten delicten
Misdrijven en overtredingen:
Misdrijven zijn over het algemeen ernstigere feiten dan overtredingen.
Misdrijven staan in het 2e boek van Sr, overtredingen in het 3e boek.
Redenen voor onderscheid tussen misdrijven en overtredingen:
Procesrechtelijke reden: het bepaalt welk soort rechter bevoegd is.
Poging en medeplichtigheid zijn wel strafbaar in geval van misdrijven, maar niet bij
overtredingen.
Veel dwangmiddelen mogen wel gebruikt worden bij misdrijven en niet bij overtredingen.
Formele en materiële delicten:
Formele delicten staan omschreven in de wet als handeling.
Bij materiële delicten wordt het veroorzaken van een gevolg strafbaar gesteld.
Commissie- en omissiedelicten
Commissiedelicten: feiten die een actief handelen veronderstellen, er wordt een doen of
handelen strafbaar gesteld.
Omissiedelicten: een feit dat niet wordt gepleegd door handelen maar door nalaten.
Oneigenlijk omissiedelict: als het delict in de wet staat als commissiedelict, terwijl het wordt
gepleegd door een nalaten
Er bestaan delictsomschrijvingen die voortbouwen op andere delictsomschrijvingen en dus vaak een
extra bestanddeel bevatten.
Gekwalificeerd delict: extra bestanddeel werkt strafverzwarend.
Geprivilegieerd delict: extra bestanddeel werkt strafverlichtend.
Causaliteit
Als de relatie tussen twee gebeurtenissen te beschrijven is als oorzaak en gevolg, dan bestaat er een
causaal of oorzakelijk verband.
Conditio sine qua non: als bij het ontbreken van een schakel in een reeks gebeurtenissen het
gevolg zou zijn uitgebleven, dan is deze schakel onmisbaar en is dit een oorzaak.
Causa-proximaleer: dat de veroorzakende factor die het dichtst bij het gevolg ligt, in
juridisch opzicht als oorzaak moet gelden.
Voorzienbaarheidsleer: de handeling waarvan kan worden gezegd dat deze een gevolg heeft
dat voorzienbaar was.
Arrest Letale longembolie: HR maakt gebruik van de redelijke toerekening
Hoofdstuk 3
Subjectieve bestanddelen: opzet of schuld
Opzet
Opzettelijk handelen: willens en wetens handelen.
Verschillende graden:
a. Opzet met bedoeling
Er is dan sprake van willens en wetens handelen. De dader weet waar hij mee bezig is en het
toebrengen van pijn en letsel is ook precies wat hij beoogt.
b. Voorwaardelijke opzet
De dader heeft een primair doel, maar neemt voor lief dat door zijn gedraging ook een ander gevolg
zal intreden. De dader aanvaardt bewust de aanmerkelijke kans/de risico’s van zijn gedraging.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmagoedkoop. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.