Samenvatting WGAF en WG OWE6/7 PIP - cijfer kennistoets 8,5
Samenvatting WGAF en WG OWE6/7 PIP - cijfer kennistoets 8,5!
Tout pour ce livre (229)
École, étude et sujet
Fontys Hogeschool (Fontys)
Orthopedische Technologie
Anatomie
Tous les documents sur ce sujet (7)
Vendeur
S'abonner
ooc719
Aperçu du contenu
2 Cellen
Inleiding
Kleinste eenheid waaruit lichaam is opgebouwd: de cel. 60 miljoen x miljard cellen, die zowel
basisbouwstoffen (anatomisch) als fundamentele stofwisselingseenheden (fysiologisch) van een
organisme zijn. Ze hebben de kenmerken van het leven: ademhaling, voedselvertering, stofwisseling
en reacties op veranderingen in omgeving. Veel celtypen kunnen zich vermeerderen.
Veel verschillende celtypen, elk met een karakteristieke bouw en functie, hoewel ze altijd een aantal
overeenkomsten vertonen.
2.1 Metabolisme
Met stofwisseling ofwel metabolisme worden alle biochemische reacties bedoeld die in cellen
kunnen optreden. Twee typen: anabole en katabole reacties. Bij anabole reacties worden kleine
moleculen samengevoegd tot grotere. Deze reacties kosten energie. De zo gevormde moleculen
worden tijdelijk ingebouwd in cellen en gebruikt voor groei, onderhoud en reparatie van weefsels
(opbouwstofwisseling / assimilatie). Katabole reacties zijn omzettingen waarbij grotere moleculen
afgebroken worden tot kleinere. Hierbij komt energie vrij die gebruikt kan worden voor
opbouwstofwisseling of andere energievragende processen als beweging en warmteproductie.
Omdat er sprake is van afbraak van stoffen wordt dit aangeduid met afbraakstofwisseling
(dissimilatie).
Verbranding
Veelvoorkomende afbraakreactie waarbij energierijke stof (brandstof (meestal glucose)) reageert
met zuurstof (aerobe dissimilatie). Verbranding in cel is celademhaling en het doel daarbij is
vrijmaken van energie, waarmee de cel allerlei activiteiten kan uitvoeren.
Afvalstoffen bij verbranding: koolstofdioxide (in uitademing) en water (hergebruikt in cellen).
glucose + zuurstof -> energie + water + koolstofdioxide
Wanneer geen glucose beschikbaar, kunnen cellen ook vetten verbranden (minder 'schoon' -> meer
afvalstoffen):
vetten + zuurstof -> energie + water + koolstofdioxide + afvalstoffen
Soms is er in cel geen zuurstof voorhanden, maar is er toch behoefte aan energie. Dan schakelt cel
over op afbraak van energierijke stoffen (anaerobe dissimilatie). In vergelijking met aeroob is
energieopbrengst veel lager en zijn er meer afvalstoffen, zoals melkzuur, organische stof die z.s.m.
afgebroken moet worden, want giftig (duurt enige tijd -> spierpijn (melkzuur in spiercellen)).
glucose -> energie + water + melkzuur
, Energie
Verbranding in cellen gebeurt continu, waardoor cel voortdurend over energie beschikt. Meestal
wordt energie eerst opgeslagen doordat er in cel energierijkende bindingen worden gevormd. De
stof die energie kan 'opladen' heeft adenosinedifosfaat (ADP): twee fosfaatmoleculen vast aan eiwit
adenosine. In cel zweven ook losse fosfaatmoleculen rond. Zodra er energie door verbranding
vrijkomt, kan er een derde fosfaatmolecuul aan ADP worden gebonden: adenosinetrifosfaat (ATP).
Tegelijk met fosfaatmolecuul wordt er een beetje energie opgeslagen (energierijke binding). ADP is
nu 'opgeladen'; ATP 'bewaart' de energie (soort bioaccu).
ADP + P + energie -> ATP
Kan overal in de cel. Zodra ergens in cel energie nodig is, wordt het derde fosfaatmolecuul heel snel
losgekoppeld en komt de opgeslagen energie vrij:
ATP -> ADP + P + energie
Enzymen
Alle biochemische reacties in cellen vinden plaats met behulp van reactieversnellers, de enzymen.
Belangrijkste kenmerken:
altijd eiwitten
worden door lichaam zelf gemaakt
kunnen biochemische reacties razendsnel laten verlopen
zijn reactiespecifiek: voor elk soort reactie bestaat een eigen enzym
zijn temperatuurspecifiek: elk enzym werkt het best bij de optimumtemperatuur
(meestal rond de 37 °C)
zijn zuurgraadspecifiek: ze hebben een optimale werking bij een bepaalde pH
worden zelf niet verbruikt of chemisch veranderd bij de reacties die ze beïnvloeden
(kunnen dus steeds weer ingezet worden)
hebben meestal bepaalde stof nodig die helpt de reactie goed te laten verlopen (co-
enzym; een metaal of organisch molecuul)
worden meestal genoemd naar de stof die ze splitsen of naar de reactie die ze
beïnvloeden (vaak uitgang -ase)
2.2. Bouw van een cel
Cel is gevuld met cytoplasma ofwel protoplasma, een geleiachtig vocht, dat bestaat uit water waarin
onder meer eiwitten, koolhydraten, vetten en zouten zijn opgelost. Bovendien bevat het een groot
aantal structuren (organellen), elk gespecialiseerd in het uitoefenen van een bepaalde functie
(functioneel te vergelijken met organen). Het waterige bestanddeel van de cel wordt ook vaak
aangeduid met het cytosol. Het cytoplasma en de meeste organellen worden omgeven door een
uiterst dun vliesje, de celmembraan respectievelijk plasmamembraan.
2.2.1 De celmembraan
Bijna vloeibaar, vervormbaar en waterafstotend vlies met een dikte van 6 tot 10 nm. Celmembraan
schermt intracellulaire ruimte af van het omringende milieu in extracellulaire ruimte en zorgt ervoor
dat er geen ongewenste stoffen uitlekken of binnendringen. Het bestaat uit een dubbele laag
fosfolipiden, met daartussen, afhankelijk van type cel, meer of minder cholesterolmoleculen. Een
fosfolipide is een vetmolecuul met kop- en staartgedeelte. Het kopgedeelte wordt de fosfaatgroep
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ooc719. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.