Samenvatting Chemie Overal 4e editie VWO 5 Hoofdstuk 14: Chemie van het leven.
In de samenvatting zijn de volgende paragrafen samengevat:
14.2 Koolhydraten
14.3 Vetten
14.4 Eiwitten
14.5 DNA en RNA
14.6 Voeding, stofwisseling en gezondheid
*Paragraaf 14.1 is niet inbegrepen vanwege onbelangr...
Chemie Overal Scheikunde:
Hoofdstuk 14; Chemie van het
leven
Judith Vuijst
CSVVG Vincent van Gogh
, SCHEIKUNDE SAMENVATTING HS 14: CHEMIE IN HET LEVEN
§14.2 KOOLHYDRATEN
Koolhydraten: koolstofverbindingen met 5 of meer C-atomen en minstens 3 OH-groepen per molecuul. Formule: CnH2mOn.
Worden oiv van licht gevormd in groene planten uit CO2 en H2O. Hierbij ontstaat O2.
Koolhydraten in voedsel: zetmeel/sacharose/glucose dienen als energiebron.
MONOSACHARIDEN
Monosachariden: suikers die bestaan uit één ringvormige structuur van 5/6 atomen. Veel voorkomende monosachariden:
Hexose: molecuul met 6 C-atomen. (Glucose, C6H12O6)
Pentose: molecuul met 5 C-atomen. (D-ribose)
C-atomen id ringstructuur van glucose: asymmetrisch. Id natuur komt voor:
α-D-glucose
β-D-glucose
α en β gaan over ruimtelijke oriëntatie vd groepen rond het C-atoom op plaats 1.
Glucose als reductor: levert energie in lichaam
Glucose als oxidator: teveel glucose wordt in cellen omgezet in sorbitol.
D-glucose: reageert als reductor én oxidator id lineaire ‘open’ ketenstructuur door de aldehydegroep aan C-atoom nr 1.
Bij reactie als reductor: D-gluconzuur ontstaat
Bij reactie als oxidator: D-glucitol (sorbitol) ontstaat.
Glucose: wordt door de aldehydegroep id lineaire structuur ook wel een aldose genoemd.
D-fructose: reageert alleen als oxidator id lineaire ‘open’ ketenstructuur door de ketongroep aan C-atoom nr 2.
Fructose: wordt door de ketongroep id lineaire structuur ook wel een ketose genoemd.
DISACHARIDEN
Disachariden: suikers die bestaan uit 2 monosacharide-eenheden.
Ontstaan uit de condensatiereactie: 2 C6H12O6 C12H22O12 + H2O.
Uit glucose en fructose ontstaat zo sacharose.
Hydrolyse: reactie waarbij er uit een disacharide door een reactie met water weer twee monosachariden ontstaan.
C12H22O11 + H2O 2 C6H12O6.
POLYSACHARIDEN
Polysachariden: polymeren van monosacharidemoleculen.
Ontstaan uit de condensatiereactie: n C6H12O6 (C6H10O5)n + (n-1) H2O. Hier wordt een biopolymeer gevormd.
Biopolymeren van glucose: cellulose, zetmeel en glycogeen.
CELLULOSE
Cellulose: chemisch instabiel, wordt niet afgebroken ih spijverteringsorgaan vd mens en geeft stevigheid aan celwanden.
Natuurlijk polymeer opgebouwd uit β-D-glucose-eenheden (: monomeren).
Het is een condensatiepolymeer met een C–O–C-groep tussen het 1e en 4e C-atoom van twee glucosemoleculen.
ZETMEEL
Zetmeel: wordt wel afgebruiken in spijverteringskanaal en één vd belangrijkste voedingsstoffen (maïs/aardappelen)
Natuurlijk polymeer opgebouwd uit α-D-glucose-eenheden (: monomeren).
Zetmeelmoleculen: bestaan uit 2 componenten: amylose en amylopectine.
o Amylose: opgebouwd uit twee/vierduizend eenheden
o Amylopectine: is uit zelfde monomeer opgebouwd als amylose, maar bestaat uit veel meer eenheden en is vertakt.
GLYCOGEEN
Glycogeen: wordt ih lichaam gevormd uit glucose-eenheden die door hydrolyse van zetmeel uit voedingsmiddelen zijn ontstaan.
Reservevoedsel van mens/dier door (polymere) glucosevoorraad id lever en spierweefsels.
Natuurlijk polymeer opgebouwd uit α-D-glucose-eenheden (monomeer).
Ih menselijk lichaam worden koolhydraten gehydrolyseerd tot de monosachariden glucose en fructose.
(C6H10O5)n + (n-1) H2O n C6H12O6
§14.3 VETTEN
Oliën en vetten: esters van glycerol (propaan-1,2,3-triol) en vetzuren (carbonzuren met lange koolstofketen). Verschil:
Olie: vloeibaar
Vet: vast.
, Meeste oliën/vetten: tri-esters van glycerol. Je noemt ze triglyceriden (lipiden)
In natuurlijke triglyceriden vallen 2 dingen op:
1. De vetzuren: bestaan uit lange onvertakte ketens met even aantal C-atomen
12-, 14-, 16- en 18-C-atomen komen het meest voor
2. Bij sommige vetzuren: één of meer dubbele bindingen komen voor.
Dubbele bindingen in olie: komen altijd id cis-vorm voor.
o Vb: oliezuur (1 C=C), linolzuur (2 C=C) en linoleenzuur (3 C=C).
Triglyceridemolecuul met verzadigde vetzuurresten: Triglyceridemolecuul met onverzadigde vetzuurresten:
Koolwaterstofketens liggen dicht bij elkaar in regelmatig Door knik bij elke cis-C=C-binding wordt afstand tussen C-ketens
patroon. Hierdoor: (intramoleculair) en moleculen (intermoleculair) groter. Hierdoor:
Sterke vanderwaalsbinding Zwakkere vanderwaalsbinding
Hoger smeltpunt Lager smeltpunt
Vast bij kamertemp Vloeibaar bij kamertemp
Triglyceriden (oliën/vetten): worden door hydrolyse oiv lipase (enzym) omgezet in glycerol en vrije vetzuren.
Oliën en vetten vormen ih lichaam reservebrandstof. Verder dienen ze als bouwstof: vormen membranen.
Het harden van oliën: Door additie van waterstof: onverzadigd vetzuur wordt omgezet in een verzadigd vetzuur (in oliemolecuul)
Hierdoor: Hoger smeltpunt (er ontstaat een goed smeerbare half vaste stof)
Bij productieproces van vetten en geharde oliën tot margarine kunnen trans-vetzuren ontstaan: moeten worden verwijderd!
Essentiële vetzuren: vetzuren die je lichaam door hydrolyse niet van olie/vet kunnen maken en dus uit voedsel worden opgenomen.
Omega 3-vetzuren
Omega 6-vetzuren
Naam geeft plaats van eerste dubbele binding aan. (begin met tellen aan de ‘verkeerde kant’, dus niet bij de zuurgroep)
§14.4 EIWITTEN
Eiwitten: biopolymeren die door condensatiepolymerisatie zijn ontstaan.
De monomeren zijn: carbonzuren met aminogroep aan C-atoom 2 (= α-C-atoom). Je spreek van α-aminozuren:
Id natuur komen 20 aminozuren van dit type voor; enige verschil in groep R.
Glycine: eenvoudigste aminozuur waarbij geldt: R=H.
Amidebinding: gevormd uit één of twee monomeren met een COOH-groep en een NH2-groep door polycondensatie waarbij een
polyamide ontstaat.
Peptidebinding : binding die ontstaat als
aminozuren door condensatiereactie
gekoppeld worden tot
dipeptiden/tripeptiden/tetrapeptiden en uiteindelijk polypeptiden (eiwitten/proteïnen).
Reactie kan ook van rechts naar links verlopen (hydrolysereactie).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JudithVWO. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.