Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Beeldtaal €2,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Beeldtaal

 20 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van Beeldtaal

Aperçu 5 sur 8  pages

  • Oui
  • 4 mars 2021
  • 8
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Hoofstuk 4


Gestalt = totaalbeeld/totaalbeleving - Het geheel wordt eerder waargenomen dan de delen. - Het
geheel is meer dan de som der delen. - Alle zintuigen werken mee aan het verwerken van informatie.
Wetten zorgen voor: Visuele orde > Visueel begrip > Lagere breinbelastig > Focus

Gestaltwetten
Eenvoud
 Deze wet houdt in dat mensen het fijn vinden als een beeld uit eenvoud bestaat. Denk hierbij aan het
HEMA of IKEA logo.
 Het tegenovergestelde is bijvoorbeeld de telegraafpagina.




Voor/achtergrond
 Dit houdt in dat je soms op de achtergrond van een plaatje nog meer dingen kunt zien die er soms
expres zijn ingebracht.
 Een voorbeeld hiervan is het Fedex logo. Tussen de tweede e en de x zit eigenlijk een pijl. Die valt op
het eerste gezicht niet meteen op, maar hij is er wel expres ingestopt.


Nabijheid
 Dit houdt in dat dingen die dicht bij elkaar staan, als eenheid worden gezien.
 Bijvoorbeeld op een jaarkalender zie je dat je elke maand eigenlijk als eenheid ziet. Dat komt omdat de
cijfertjes per maand dicht bij elkaar staan, en er is juist ruimte tussen de verschillende maanden gelaten.
Overeenkomst
 Dit houdt in dat dingen als één onderdeel worden gezien als ze hetzelfde zijn. Denk hierbij aan een
schap in de supermarkt met dezelfde producten.
 De producten die op elkaar lijken, zie je dan als één geheel.
Symmetrie
 Een symmetrisch beeld vinden mensen vaak fijn om naar te kijken.
Gelijke achtergrond
 Deze wet houdt in dat onderdelen met dezelfde achtergrond vaak als een geheel worden gezien.
 Je kan hierbij denken aan de website met verschillende vlakken.
 Je hebt bijvoorbeeld aan de linkerkant een gele achtergrond en aan de rechterkant een blauwe
achtergrond. Je hersenen zullen de pagina automatisch zien als een rechter en een linkerdeel. Als ze
allebei dezelfde kleur zouden hebben, bijvoorbeeld geel, dan zou je de hele pagina waarschijnlijk als een
geheel hebben gezien.
Gelijke bestemming
 Deze wet geld eigenlijk vooral bij bewegende beelden. Denk aan een snelweg. De auto's die dezelfde
kant opgaan, zie je als een groep.
Ingeslotenheid
 De wet van de ingeslotenheid houdt in dat je hersenen iets als een éénheid zien, als het ingesloten is
door bijvoorbeeld een lijn.
 Denk hierbij aan een krant, er staan vaak lijnen om advertenties. Hierdoor kun je beter de verschillende
advertenties onderscheiden




Ingevulde hiaat
 De wet van het ingevulde hiaat is dat mensen vaak zelf vormen sluiten in hun hoofd.

,  Denk hierbij aan logo’s die bijvoorbeeld niet een geheel gesloten lijn bevatten of het symbool voor een
rolstoel.
 Ook namen van merken zijn soms eigenlijk helemaal niet geheel gesloten. Toch weten mensen wat er
staat.




Continuïteit
 Deze wet houdt in dat wij lijnen die onderbroken zijn, toch als een doorlopende lijn zien.

Ervaring
 Dit lijkt erg op de wet van het ingevulde hiaat (de rolstoel).
 Mensen vullen beelden aan met ervaring.
 Als ze iets kennen vanuit hun ervaring, zullen ze een beeld automatisch aanvullen in hun gedachten. Het
voorbeeld van de rolstoel is ook een voorbeeld van de wet van ervaring.

De overtuigingskracht van jouw boodschap
Ethos
 Een spreker maakt gebruik van ethos (vergroot zijn geloofwaardigheid) als hij direct
of indirect naar zijn eigen kwaliteiten verwijst
 Hoe geloofwaardig is de persoon die de boodschap overbrengt
 Meestal door persoon of bedrijf
Pathos
 Pathos heeft betrekking op het inspelen op de emoties van het publiek
 Beroep doen op je gevoel
Logos
 Logos heeft betrekking op de argumenten waarmee de spreker zijn publiek probeert
te overtuigen

, Hoofdstuk 5


Code en conventies
 Om een teken te begrijpen, moeten we de code kennen: de letters lezen, de taal spreiden, op
de hoogte zijn van de conventies
 We gaan pas tot actief betekenis geven over, wanneer we geconfronteerd worden met iets
dat we willen weten, iets dat we nodig hebben of dat onze nieuwsgierigheid wekt
Context en aanwijzingen
 Vaak geeft de plaats, de omgeving of context van het teken aanwijzingen in welke richting we
de betekenis moeten zoeken
Combinaties met andere tekens
 De semiotiek gaat er namelijk van uit dat betekenissen ook voor een belangrijk deel via
tegenstellingen tot stand komen
 Het concept ‘rijk ’geeft alleen betekenis doordat we het concept ‘arm’ kennen
Interpretatie
 Het teken verwijst niet alleen naar het object, het doet er ook een inspraak over
 Deze uitspraak noemen we interpretatie
 Bijv. het portret van de witte kool kunnen we interpreteren als een beeld van armoede of
van een nieuwe trend in koken

3 typen tekens volgens Peirce
Iconisch
 Direct
 Gelijkenis, teken en object lijken op elkaar
 Herkennen, hoewel de betekenis deels cultureel bepaald kan zijn
 Direct
 Het wordt al snel duidelijk gemaakt wat er mee wordt bedoeld
Indexicaal
 Indirect
 Afleiding, teken en object lijken niet op elkaar
 Verwijzen wel naar elkaar
 Associëren
 Het is niet gelijk duidelijk wat er mee wordt bedoeld, je hoort hem wel maar je ziet hem niet.
 Net als een pling van je telefoon, je weet dat je een melding hebt maar niet wat voor een
melding. Je linkt het geluid automatisch aan een melding
Symbolisch
 Abstractie
 Afspraak, verband tussen teken en object bestaat op basis van afspraken
 Aanleren
 Je moet weten dat een bepaald symbool voor iets staats
 Bijv. de panda staat voor het WNF
 Je moet de afspraak kennen




Denotatie en connotatie volgens Barthes
Denotatie

,  Primaire
- herkennen van de afbeelding
- zeggen wat je ziet
- objectief
 Secundaire
- kennis die je hebt van de afbeelding
- intersubjectief
Connotatie
 Primaire
- op grond van gedeelde waarden
- gevoelens die je erbij krijgt
- cultureel
 Secundaire
- persoonlijke waarden
- persoonlijke ervaringen
- subjectief

, Hoofdstuk 6


Overtuigingskunst volgens Cicero
Inventio
 Je kiest inhoud, argumenten, voorbeelden en anekdotes die passen bij je doel en publiek
 Kiest vooral dat wat precies bij de omstandigheden en tijd past (kairos is perfecte timing)
Dispositio
 Je ordent vervolgens de gevonden inhoud en argumenten op een slimme manier
Elocutio
 Je verwoordt die inhoud met veel gevoel voor stijl, met humor of met bijzondere staaltjes
taalgebruik
 Bijv. vergelijkingen, herhalingen en woordspellingen
Memoria
 Je maakt je vertrouw met het verhaal door goed te oefenen
 Al dan niet met PowerPoint of autocue en kijkt
 Kijkt of de tekst goed bekt en lekker loopt
Actio
 Je presenteert je tekst
 Je kunt de impact van je toespraak vergroten door oogcontact te houden met je publiek,
door goed stemgebruik, overtuigende houding en passende gebaren

Schema’s
Schema’s: regelmatigheden
 Bij rijm is sprake van een herhaling van eindklank
 Bij alliteratie is sprake van een herhaling van een beginklank
 Ook regelmatigheden op woord- of zinsniveau kunnen een speciaal effect sorteren
 Iets complexere schema’s werken via tegenstellingen

Repetitio
 Herhaling van een beeld of boodschap zorgt dat die beter onthouden wordt: het wordt de
kijker ingepeperd
 De herhaling binnen een beeld, in beeldmateriaal een veelgebruikt stijlmiddel
Verbo-picturaal schema
 De tekst wordt door het beeld aangevuld
Contrast
 De tegenstelling is een buitengewoon sterk middel om aandacht te trekken




Ethos, pathos en logos

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur christinezhong03. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté