Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting psychologische stromingen €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting psychologische stromingen

 26 vues  1 fois vendu

Wil je slagen voor je examen met onderscheiding. Koop dan zeker deze samenvatting. Het studeren wordt makkelijker en leuker. Deze samenvatting is zeer duidelijk omdat het een combinatie is van de lessen, notities en handboek met voorbeelden. Stuur me gerust een berichtje indien je vragen hebt. ...

[Montrer plus]

Aperçu 8 sur 56  pages

  • Oui
  • 6 mars 2021
  • 56
  • 2019/2020
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
Hamdaoui
1 Samenvatting psychologie

2 Inleiding
2.1 De psycholoog en zijn collega’s
De psycholoog  Beschermde titel: master in de psychologie
 Schrijft geen medicatie voor
 Niet door RIZIV terugbetaald
 Niet altijd specifiek therapeutisch geschoold
Voordeel: algemene opleiding om pathologie beter te kunnen
inschatten en kan breden zien dan het denkkader waar een
psychotherapeut voor opgeleid is.
 BEST om een extra therapie-opleiding hebben voor de praktijk.



De psychotherapeut  Geen beschermde titel, geen vaste vooropleiding
 Niet altijd psychologisch geschoold
 Schrijft geen medicatie voor
 Niet door RIZIV terugbetaald
 Indien lid van beroepsvereniging
= kwaliteitslabel


Psychiater  Beschermde titel: arts!
 Mag medicatie voorschrijven & door RIZIV terugbetaald
 Niet altijd specifiek therapeutisch geschoold

Opvoeder- begeleider  Geen beschermde titel
 Mag geen medicatie voorschrijven & niet door RIZIV terugbetaald
 Meestal niet therapeutisch geschoold
 Vooral ondersteuning van cliënten in dagelijks leven
 Geen eindverantwoordelijkheid voor behandelingsplan
 Mogen geen diagnoses stellen



 Sommige mutualiteiten betalen mits een aantal voorwaarden, een aantal beurten terug bij
vastgelegde lijst psychologen/psychotherapeuten terug. Vaak beperkt tot een aantal doelgroepen
vb. kinderen/jongeren
 Klinische psychologie en psychotherapie zijn NOG niet volledig wettelijk geregeld.
o Bepaalde instanties betalen prestaties van psychologen terug binnen bepaalde grenzen en
voorwaarden.
 Vele ziekenfondsen betalen voor minderjarigen wel een aantal therapiesessies terug.

,2.2 Grootste specialismen binnen psychologie
 Theoretische psychologie
o Functieleer / algemene psychologie
o Ontwikkelingspsychologie (zie levenslooppsychologie)
o Persoonlijkheidspsychologie
o Sociale psychologie (zie sociaal-agogische vaardigheden)
o Fysiologische psychologie
 Toegepaste psychologie
o Schoolpsychologie
o Arbeidspsychologie
o Klinische psychologie (m.b.t. stoornissen)
o Sportpsychologie

2.3 Biopsychosociaal model
 Overkoepelend model
 “De mens is een zich ontwikkelende biopsychosociale eenheid”
 Ze bekijkt de interactie tussen biologische, psychische en sociale factoren
 Onderzoeken de invloed van deze verschillende factoren op de manier waarop een stoornis zich
ontwikkelt
 Voor sommige stoornissen bestaat er een biologische kwetsbaarheid
 Voor de meeste psychische stoornissen is er geen eenduidige neurobiologische (zenuwstelsel)
oorzaak
 Het gaat om het dynamisch evenwicht tussen genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren.

2.4 Elke stroming heeft zijn eigen…
 Mens- en wereldbeeld
 Verklaringsmodellen voor psychische problemen
 Methodieken om psychische problemen te behandelen
o Methodieken = de op de praktijk gerichte uitwerkingen van een van deze benaderingen.
Methodieken geven aan hoe je abstracte theorieën kunt toepassen in de hulpverlening.
 Methoden en technieken
o Correcte wijze van handelen die binnen een bepaalde methodiek passen.

2.5 Verschillen tussen de psychologische stromingen
 Psychotherapeutische opleidingen vaak 1 model
 Verschillende componenten van psychisch functioneren:
o Ontwikkelingscomponent
o Neurobiologische component
o Affectieve component
o Cognitieve component
o Gedragscomponent
o Interpersoonlijke component
o Systeemcomponent
 Psychotherapieën verschillen in de manier en de mate waarin ze deze factoren in hun
behandeling betrekken
 Andere verschillen:
o Meer klantgericht versus persoonsgericht
o Meer gericht op de klacht versus gericht op de mogelijkheden

, Evidence based = wetenschappelijk bewijs
o Het uitvoeren van een handeling door een beroepsbeoefenaar op zo’n wijze dat de
uitvoering is gebaseerd op de beste beschikbare info over doelmatigheid en
doeltreffendheid  de therapie werkt OF het is effectief bewezen dat het werkt.
 Keuze van andere methoden of zelfs andere stromingen naargelang
problematiek: wat heeft zijn nut bewezen?
 Sommige stromingen hechten op zich al meer belang aan evidence-based
werken bv. Biopsychosociaal kader, cognitieve gedragstherapie
 Practice based = goed theoretisch onderbouwd of wat door de praktijk als effectief wordt
verondersteld.
o Bv. Cliëntgericht kader, psychodynamisch kader
 Verschillen tussen verschillende psychotherapieën worden kleiner omdat men meer gaat zoeken
naar een balans tussen de tegengestelde benaderingen
 Orthopedagogische praktijk is gewoonlijk:
o Eclectisch ( het beste eruit gekozen)
o Integratief (dingen combineren zodat deze elkaar aanvullen of een geheel vormen)
o Ze combineren vaak bruikbare elementen uit verschillende benaderingen/theoretische
kaders.
 Eclectisch en integratief werken wordt zeker belangrijk door toenemende nadruk op
vraaggestuurde en herstelondersteunende hulpverlening (meer nadruk op eigen kracht, eigen
deskundigheid en mogelijkheden van cliënt  eigen verhaal en beleving van cliënt staan centraal
ipv theoretisch kader)

2.6 Hoe kiezen voor bepaalde stroming of methodiek?
 Werkrelatie met de cliënt blijkt wetenschappelijk van even groot belang dan de specifieke
therapeutische techniek
 Bij het hanteren van dezelfde techniek boekt een empathische therapeut betere resultaten dan
minder invoelende behandelaar
 Er moet ook een ‘klik’ zijn:
o Heeft te maken met eigenschappen en achtergronden
o “leertherapie” om te werken aan eigen persoon als behandelaar

 “Het mooiste is een combinatie van een bij je hulpvraag passende interventie die wordt
toegepast door een therapeut door wie je je begrepen voelt en met wie je in vertrouwen kan
samenwerken.”  best door een goed opgeleide en bevoegde professional!

 Bij een groep cliënten is er ook sprake van spontaan herstel of zelfherstel. Mensen hebben soms
dusdanig veel herstelkapitaal, dit wil zeggen: sociale steun, kracht, inzicht, motivatie en trucs.
Conclusie  professionele hulpverleners zijn niet altijd nodig.

,3 Experientiële en cliëntgerichte benaderingen
Onstaan

 Humanisme  ontstaan vanuit kritiek op psychoanalytische en gedragstherapeutische
benadering
 Psychoanalytische benadering
o Nadruk op gestoord en destructief gedrag
 Gedragstherapeutische benadering
o Mens is programmeerbaar cf. conditioneren (gedrag aanleren door beloning en straf)
 Te weinig aandacht voor:
o Menselijke vrijheid
o Mogelijkheid tot het maken van keuzes
o De betekenis die mensen geven aan hun ervaringen

Cliëntgerichte hulpverlening

= elke mens heeft aangeboren kracht om zichzelf te ontwikkelen in een richting die goed is voor
henzelf en de anderen. Mensen willen zichzelf ontplooien!

 Cliëntgericht:
o Unieke beleving van de cliënt staat centraal
o Cliënt stuurt de therapie
o Cliënt in plaats van patiënt: nadruk op de beschikbare mogelijkheden
o Proces belangrijker dan het doel
o Relatie therapeut- cliënt staat centraal
 Experiëntieel:
o Belang van lichamelijk gevoelde ‘experience’ persoonlijke ervaring
 Mensen die vastgelopen zijn , moeten geholpen worden om in vrijheid terug keuzes te kunnen
maken  de hulpverlener moet daarom begrijpen hoe de cliënt de dingen beleeft.

Cliëntgerichte benadering: Rogers

Rogers (1902 – 1987)

 Rogeriaanse psychotherapie (= Klassieke cliëntgerichte benadering)
 Belangrijke begrippen:
o Zelfontplooiing
o Onvoorwaardelijke acceptatie
o Incongruentie
o Positieve mogelijkheden
Zelfontplooiing

 Elke mens wordt geboren met een positieve kern, het (ware) ‘zelf’
o Het ‘ware zelf’: wat je werkelijk diep vanbinnen ‘echt’ bent
o Actualiseringstendens: het zelf is voortdurend in ontwikkeling en wil verborgen
talenten actualiseren
 Indien de groei niet wordt belemmerd, kunnen mensen hun mogelijkheden ontwikkelen en
zich tot een volledig functionerend persoon uitgroeien
o Staat open voor nieuwe ervaringen

, o Is autonoom
o Houdt rekening met anderen
 Mensen ontwikkelen zich dus voortdurend
o Je kan een persoon niet definitief ergens indelen: geen diagnostiek waarbij mensen
worden gezien als een “geval” van een “stoornis”
o Blokkades in ontplooiing kunnen verdwijnen
 Cliëntgerichte hulpverlening richt zich op
o De persoon en niet op de stoornis
o De hele persoon, op de manier waarop het denken, voelen en doen geïntegreerd zijn
in het ‘zelf’
o De unieke betekenis die het ‘zelf’ aan het leven geeft
 Therapie: belevingen van een cliënt in het hier en nu, begripvol volgen, exploreren en
accepteren.

Onvoorwaardelijke acceptatie
Iedereen heeft behoefte aan positieve waardering (acceptatie) = universele behoefte
 Noodzakelijk voor het zelf om te kunnen ontwikkelen:
o Onvoorwaardelijk geaccepteerd worden door je ‘opvoeders’ als persoon, ook al wordt je
gedrag niet altijd geaccepteerd.
o Niet onvoorwaardelijk geaccepteerd worden: pas geaccepteerd worden als we bv.
anderen een plezier doen, prestaties leveren
o Voorwaardelijke acceptatie: het verliezen van je ‘zelf’
 Overaangepast gedrag:
 Mensen gaan zich naar de voorwaarden gedragen om liefde/waardering
te krijgen
 Het gevolg is dat je zal vervreemden van jezelf (incongruentie)
 Incongruentie  Je ontwikkelt een ‘false self’ of ‘onrecht ik’ waardoor het ‘ware
zelf’ op de achtergrond raakt.
 Je weet op een bepaald moment niet meer wat je echt denkt en voelt.

Incongruentie: vervreemd van anderen en van onszelf

 Doen onszelf anders voor dan dat we ‘zijn’
o Allerlei gevoelens worden niet toegelaten omdat ze niet passen bij het zelfbeeld
o Buitensluiten van gevoelens kan leiden tot gevoelsarmoede
o Star in ons gedrag door ervaringen en feedback die ons zelfbeeld aantasten “buiten te
sluiten”
o Gebrekkige verbinding tussen ‘zelf’ en hoe we ons uiten (wat we doen klopt niet met wie
we zijn)
o Bij incongruentie is er sprake van een communicatiestoornis in onszelf
 Gevoelens en gedachten passen niet bij ons zelfbeeld, worden niet toegelaten

‘willen-moeten’ -dilemma: kan voortkomen vanuit incongruentie

 Conflict ‘zelf’ en ideaal ik (vanuit verwachtingen van anderen)  moeilijk om eigen doelen te
stellen
 Een mens hoeft deze conflicten niet te ervaren
o Mens kan in harmonie leven met zijn omgeving en congruent zijn tegelijk
Verschil Freud:

,  Conflict tussen behoeftes ‘es’ en eisen vanuit de omgeving en van het ‘superego’. Dit
‘superego’ bevat een ideaal-ik. Het ego moet hierin bemiddelen. Deze conflicten zijn
onvermijdelijk.
Incongruentie en problemen
 Personen met een probleem of stoornis
o Is van zichzelf vervreemd
o Ontwikkelt op onevenwichtige manier
o Kan zich op verschillende manieren uiten
 Incongruentie is het centrale probleem bij alle gedragsproblemen en stoornissen
 Incongruentie duidt op verstoorde ontwikkeling van het ‘zelf’
o Mensen gaan beginnen drinken om hun problemen te vergeten. Als ze dronken zijn
worden ze kwaad. Ze steken die kwaadheid op de alcohol want ze denken dit is niet
‘ik’. Ze zijn vervreemd van hun kwaadheid.
Positieve mogelijkheden
 Cliëntgerichte therapie
o Het ‘zelf’ en ideaalbeeld dichte bij elkaar brengen
o Je ‘zelf’ herontdekken en eigen doelen stellen
 Bv: burn-out lat ligt te hoog ze gaan proberen om het ideaalbeeld en het
gewone beeld dichter bij elkaar te brengen
 Acceptatie van de persoon
o Gedrag kan gecorrigeerd en begrensd worden maar de persoon mag zich niet
afgewezen voelen in zijn beleving
 Cliëntgerichte therapie is heel belangrijk en heel zwaar. Mensen staan hier
niet in contact met hun eigen gevoelens. Je accepteert de persoon maar niet
het gedrag. Je moet de persoon niet afwijzen maar het gedrag. Je gaat
toekennen wat goed is en wat slecht is.
 Noodzaken om congruent te blijven of te worden
o Positieve acceptatie
o Echt contact
o Empathie
 Innerlijke conflicten zijn dus niet noodzakelijk
 Destructief gedrag komt voort uit blokkades van de persoonlijke groei
 Men kan destructief gedrag aanpakken door:
o Na te gaan waarin de persoon zich geblokkeerd of afgewezen voelt
o De persoon hierin te begrijpen
Acceptatie betekent echter niet dat alles mag!!!
Uitgangspunten
 Denken, doen, voelen, geïntegreerd in “ware zelf”
 Natuurlijke neiging tot zelfactualisatie
 “zelf” heeft acceptatie, empathie en echt contact nodig om te kunnen groeien
 Leven betekent altijd in ontwikkeling zijn
 Persoonstyperingen / classificaties = momentopnames
 Leven is een proces: doel bereiken is minder belangrijk
 Menselijke vrijheid
 Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun keuzes
 Unieke beleving & betekenisgeving van elke mens
 Begeleiden veronderstelt begrip van hoe hij “zelf” het leven ervaart

, Als zelfbeeld afwijkt van het “ware zelf” is er incongruentie
 Naast “zelfbeeld” vaak ideaalbeeld: omvat alle geïnternaliseerde “moetens” uit omgeving
 Als “ideaalbeeld” te sterk afwijkt van “zelf” ontstaat ook incongruentie
 Nodig om te kunnen groeien: accepterend, empathisch contact nodig om incongruentie op
te lossen
Onvoorwaardelijke acceptatie, echtheid en empathie

Positieve onvoorwaardelijke acceptatie

 Alles accepteren wat de cliënt ervaart
 Een veilige sfeer creëren zodat de cliënt zich uitgenodigd voelt om de eigen gedachte- en
gevoelswereld te verkennen.
 Dit houdt niet in dat elk gedrag geaccepteerd wordt

Empathie

 Concrete, gedetailleerde, genuanceerde inleving en begrijpen van de belevingswereld van de
cliënt
 Je leeft je in in de andere, zonder ermee samen te vallen
 Je komt vlakbij maar toch bewaar je afstand

Echtheid

 Als hulpverlener zelf niet incongruent zijn:
o Eigen gevoelens niet wegdrukken
o Eventueel iets laten weten van eigen gevoelens over cliënt
o Laten merken dat je betrokken bent als “echt mens”, niet enkel als therapeut
 Echtheid: wanneer wel of niet?
o Volledig versus gedeeltelijk transparantie t.ov. de cliënt: discussie laat ik als therapeut
ook irritaties zien?
 Eerst: ja, want je helpt de cliënt door eerlijk te zijn in je gevoelens
 Irritaties best dmv ik-boodschap (niet oordelend)
 Later: therapeut moet volledig openstaan ten opzichte van zichzelf (interne
congruentie) maar niet per definitie t.o.v. cliënt (externe congruentie)
 Zelfonthulling door de therapeut:
o Enkel indien aansluit bij behoeften van cliënt
o Gedoseerd en in functie van cliënt

Zelfonthulling door ervaringsdeskundigen

 Specifieke vorm van zelfonthulling: delen van ervaringsdeskundigheid
 Ervaringsdeskundigen delen eigen ervaringen met herstel van een stoornis of beperking
 Kenmerken:
o Minder wij-zij denken tussen hulpverlener en cliënt
o Relatie gelijkwaardiger
o Schaamte rond kwetsbaarheid wordt minder bij cliënt




 Valkuilen:

, o Projectie van eigen verhaal door deskundige
o Te weinig oog voor andere perspectieven
 Nodig: reflectie op relatie met cliënt

Niet adviseren, maar begrijpen en verhelderen

 Niet geven van: oplossingen, adviezen, theorieën, interpretaties of diagnoses
 Wel:
o verhelderen en reflecteren op wat de persoon vertelt
o Zowel op het verbale als het non- verbale
o Proberen de beleving van de persoon te begrijpen
o Op een accepteerde manier (niet veroordelen)

Doel van cliëntgerichte therapie

 De cliënt meer zicht laten krijgen op zichzelf
 De cliënt meer laten durven ervaren
 De cliënt weer keuzes leren maken die passen bij hem
 Emoties die niet werden toegelaten toegankelijk maken
 Het zelfbeeld dichter bij het echte ‘zelf’ brengen
 Dit door het gebruik van specifieke gesprekstechnieken

Gesprekstechnieken

Doel = zelfexploratie bevorderen

 Doorvragen  Zelfonthulling
 Samenvatten  Verhelderend reflecteren (interpreteren
 Aanmoedigen van de situatie)
 Spiegelen  Exploreren
 Confronteren  Zoeken naar betekenis van ervaringen
 Benoemen van gevoelens  Bevestigen

= non- directieve technieken (je gaat niet de cliënt volgen en niet sturen)

De behoeftenpiramide van Maslow

 Maslow (1908 – 1970-
 Innerlijke groeikracht  mensen kunnen zichzelf ontplooien
 Zelfactualisatie  maximale mogelijke uit jezelf halen
o Dit is pas mogelijk als er aan een aantal lichamelijke en psychische basisbehoeften is
voldaan

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Hamdaoui. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75323 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter