Dit is een samenvatting van het boek AI-24- Binnenmilieu, druk 2017. Het is hoofdstuk 5 Binnenluchtkwaliteit. Let op dit zit NIET bij de samenvatting: 5.4 en van 5.5 alleen het kleine stukje tot 5.5.1 (dit zijn 3 regels en daarin wordt verwezen naar 5.4.2 en dat slaan we over)
Hoofdstuk 5 Binnenluchtkwaliteit
§1 Wat wordt verstaan onder binnenluchtkwaliteit?
We spreken van een goede binnenluchtkwaliteit wanneer de binnenlucht geen
verontreinigingen bevat in een concentratie waarvan bekend is dat deze de gezondheid
aantast of hinder veroorzaakt.
De kwaliteit wordt bepaald door de hoeveelheid verse luchttoevoer, de kwaliteit van de
toegevoerde lucht, de aanwezigheid van mogelijkheden om te luchten en de in de ruimte
vrijkomende verontreinigingen.
§2 Welke verontreinigingen spelen een rol in de binnenlucht?
Er zijn talloze stoffen die een rol spelen bij de kwaliteit van de binnenlucht. We maken
onderscheid in 3 hoofdgroepen: stof en vezels, chemische agentia en biologische agentia.
Stof en vezels
Stof is een verzamelnaam voor alle in de lucht zwevende, vaste en/of vloeibare deeltjes.
Vezels kenmerken zich doordat hun lengte duidelijk groter is dan hun diameter. Voor het
binnenmilieu zijn relevant:
- (Fijn)stof. Dit is een verzamelnaam voor alle in de lucht zwevende, vaste en/of
vloeibare deeltjes. Stof komt voor in vele vormen en maten. De deeltjes met een
diameter kleiner dan 10 um (PM10) worden fijnstof genoemd.
- Asbest. Dit is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende
mineralen die zijn opgebouwd uit vezels. Asbest is pas gevaarlijk wanneer de vezels
uit asbesthoudend materiaal daadwerkelijk vrijkomen.
- Man-made mineral fibres (MMMF). Dit zijn industrieel vervaardigde minerale
vezels, zoals steenwol en glaswol.
Chemische agentia
Onder chemische agentia verstaan we chemische elementen of verbindingen. In het
binnenmilieu zijn onder meer de volgende chemische agentia relevant:
- Koolstofdioxide (CO2). Dit is een (reukloos) gas dat mensen en dieren uitademen
na omzetting van de ingeademde zuurstof. De belangrijkste bron van CO2 in
gebouwen is de mens zelf.
- Koolstofmonoxide (CO). Dit is een kleur-, geur- en smaakloos gas dat vooral wordt
gevormd bij onvolledige verbranding, dus onder omstandigheden waarbij te weinig
zuurstof beschikbaar is. Bronnen zijn bijvoorbeeld afvoerloze geisers,
verwarmingsketels en parkeergarages.
- Stikstofdioxide (NO2). Dit is een gas dat vrijkomt bij verbrandingsprocessen.
Bronnen zijn bijvoorbeeld verwarmingsketels en tabaksrook.
- Zwaveldioxide (SO2). Dit is een gas dat vrijkomt bij verbrandingsprocessen.
- Ozon (O3). Ozon is een zeer reactief gas dat ontstaat door fotochemische omzetting
van bepaalde stoffen in de lucht (voornamelijk NOx en vluchtige organische stoffen)
onder invloed van ultraviolet (zon)licht. Ozon komt vooral van buiten. Binnen kan
ozon vrijkomen bij bijvoorbeeld printen en kopiëren.
- Vluchtige organische stoffen (VOS). Dit is een grote groep organische stoffen die
bij kamertemperatuur vluchtig zijn. VOS komen voor in talloze producten in het
binnenmilieu, onder andere in schoonmaakmiddelen, verven, lakken, lijmen en kitten.
, - Formaldehyde (HCOH). Dit is een vluchtige organische stof die vrijkomt uit
bijvoorbeeld spaanplaat.
- Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Dit is een groep van
organische stoffen die in het binnenmilieu kunnen vrijkomen bij verbranding,
bijvoorbeeld via het stoken van houtkachels, bij roken of bakken en braden. PAK’s
hebben carcinogene (kankerverwekkende) eigenschappen.
- Polychloorbifenyl (PCB). Dit is een groep stoffen die in de bouw veel is gebruikt,
onder andere in lijmen en kitten. PCB’s zijn carcinogeen en daarom is de toepassing
ervan sinds 1885 verboden.
- Ftalaten. Dit is een groep stoffen die wordt gebruikt als weekmakers in kunststoffen
zoals pvc of bij het vervaardigen van drukinkten en lijmen. Ftalaten komen voor in het
binnenmilieu door toepassing in onder andere inrichtingsmaterialen.
- Radon (Rn). Dit is een radioactief metaal dat van nature in de aardkorst aanwezig is.
In Nederland zijn de concentraties over het algemeen beperkt.
- Tabaksrook. Dit is een mix van verschillende deeltjes en gassen, zoals CO en NO2
dat vrijkomt bij het roken van tabak.
Verder zullen ook in niet-industriële situaties diverse gevaarlijke en/of schadelijk stoffen
worden gebruikt. Zoals tonerpoeder, schoonmaakmiddelen of ontsmettingsmiddelen die in
de luchtbehandelingsinstallaties worden gebruikt. In het algemeen geldt dat, afhankelijk van
de concentratie waaraan medewerkers worden blootgesteld, geuroverlast, irritatie klachten
of ernstige gezondheidsklachten kunnen optreden, en dat dit afhankelijk is van de
belastbaarheid van de gebouwgebruikers.
Verdieping
Indoor smog
Aangezien vluchtige organische stoffen (VOS) gezondheidseffecten en hinder kunnen
veroorzaken, worden zij vaak gemeten om de luchtkwaliteit te bepalen. Maar dit kan ook een
verkeerde indruk geven. Op de eerste plaats liggen de concentraties van de afzonderlijke
VOS in de binnenlucht vaak beneden de irritatiedrempel. Op de tweede plaats is in
meerdere veldonderzoeken gebleken dat er juist meer klachten zijn als de concentraties
VOS laag zijn.
VOS reageren met ozon in de lucht en vormen dan nieuwe verbindingen. Deze producten
zijn nog irriterender dan de VOS en staan aan het begin van een lange reeks chemische
reacties die tot nog irriterende producten leiden. Dit wordt indoor smog genoemd.
Het zich beperken tot het meten van een aantal bekende verontreinigingen, zoals CO2, ozon
of VOS, leidt vaak tot onjuiste conclusies.
In het algemeen komen chemische reacties in de binnenlucht die tot irriterende verbindingen
en deeltjes leiden vaker voor onder de volgende omstandigheden:
- Als er veel ozon aanwezig is.
- Als er hogere concentraties zijn van verbindingen die snel oxideren door ozon.
- Als er vuile of vochtige oppervlakken in de ruimte zijn.
- Als het ventilatievoud lager is, zodat verbindingen meer tijd hebben om met elkaar te
reageren.
- Als de temperatuur hoger is. Dit verhoogt de snelheid van de meeste chemische
reacties en het bevordert de emissie van verbindingen die meedoen aan deze
reacties.
Biologische agentia
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xninaxx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.