Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie Jaar 2 €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie Jaar 2

1 vérifier
 30 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een samenvatting van de hoofdstukken h11 t/m h14 voor Financieel Management in Jaar 2.

Aperçu 2 sur 13  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 11 t/m 14
  • 9 mars 2021
  • 13
  • 2020/2021
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: nannekeb • 3 année de cela

avatar-seller
Deel 3 Management accounting
H11 – Kostenstructuur
11.1 Vaste en variabele kosten
De kosten van een bedrijf ontstaan door de productie en levering van producten en het gebruik van
productiemiddelen. De hoogte van de kosten zijn afhankelijk van de productieomvang. Kosten zijn in
te delen in vaste kosten en variabele kosten.

- Vaste kosten (constante kosten) veranderen niet als de productie toe- of afneemt. Ze kunnen
wel door andere oorzaken veranderen zoals een huurverhoging. Een andere benaming is de
capaciteitskosten. Op langere termijn kan de capaciteit aangepast worden.
- Variabele kosten veranderen als de productie varieert.
o Proportioneel variabele kosten: per eenheid product blijven de kosten gelijk. Ze
variëren recht evenredig met de omvang van de productie.
o Degressief variabele kosten: de kosten nemen minder sterk toe dan de productie. De
kosten per eenheid product vertonen een dalend verloop. Dit is het geval bij betere
efficiency of kortingen bij hoge inkopen.
o Progressief variabele kosten: dit is meestal het geval bij een zeer hoge
productieomvang. De kosten stijgen sneller dan de productieomvang. Ze zullen het
gevolg zijn van overwerk of het inhuren van extra uitzendkrachten.
o Trapsgewijs variabele kosten: productiemiddelen zijn slechts beperkt deelbaar maar
op korte termijn in de benodigde hoeveelheid inzetbaar. Er ontstaat een discontinu
verloop.
- Totale kosten kunnen een voorsprong opleveren als er goed inzicht is in de eigen
kostenstructuur. De kostenanalyse moet alle factoren meenemen en er moet bepaald
worden welke kosten variabel en vast zijn. Bij productiebedrijven bestaan de totale kosten
grotendeels uit variabele kosten en bij een dienstverlenende organisatie voornamelijk uit
vaste kosten. De hoog-laagmethode geeft inzicht in een lineaire kostenstructuur

Totale kosten Kosten per eenheid
Vaste kosten Blijven gelijk Dalen
Proportioneel variabele kosten Stijgen Blijven gelijk
Degressief variabele kosten Stijgen Dalen
Progressief variabele kosten Stijgen Stijgen


Het kan ook zijn dat kosten beide varianten zijn. Dit hangt af van de situatie en manier waarop ze
worden afgeschreven.

11.2 Break-evenanalyse
De relatie tussen kosten, omzet en winst is te zien in een break-evengrafiek. Deze relatie wordt
onderzocht in een break-evenanalyse. Het break-evenpunt is het punt waarop alle kosten gedekt
worden door de omzet. Het verschil tussen variabele en vaste kosten is van essentieel belang. De
dekkingsbijdrage is het bedrag wat per geproduceerd product het verschil in verlies kleiner maakt.
Voor de break-evenafzet geldt:

- Totale kosten = totale opbrengst
- Afzet x verkoopprijs = vaste kosten + afzet x variabele kosten per eenheid
- Afzet x verkoopprijs – afzet x variabele kosten per eenheid = vaste kosten

, - Afzet x (verkoopprijs – variabele kosten per eenheid) = vaste kosten
- Afzet = vaste kosten / (verkoopprijs – variabele kosten per eenheid)

De break-evenanalyse kan naast de minimale productie en afzet gebruikt worden voor de
consequenties van beleidsbeslissingen en wisselwerkingen.

Om aan de break-evenanalyse te voldoen moet aan een aantal uitgangspunten voldaan worden:

1. Lineariteit van kosten en opbrengsten. De lineariteit van de kosten is vaak alleen binnen een
bepaald productie-interval. Ze kunnen een degressief of progressief verloop hebben. Om de
omzet te verhogen moet de opbrengstenlijn een degressief verloop krijgen. Bij een niet-lineair
verloop zijn er twee break-evenpunten: bij een geringe afzet en bij de hoge afzet.
2. Één soort product. De dekkingsbijdrage verschilt per product als het heterogene producten zijn.
Als dit het geval is, is het break-evenpunt afhankelijk van de samenstelling van de productie. Als
de procentuele dekkingsbijdrage hetzelfde is, kan er een break-evenomzet bepaald worden
3. Productie = afzet. Er kan een verschil in productie en afzet zijn. Dit zorgt ervoor dat niet
duidelijk is wanneer er sprake is van winst van nihil.

De veiligheidsmarge is de afstand tussen de huidige afzet en de break-evenafzet. Deze marge geeft
het percentage waarmee de afzet maximaal mag afnemen om niet onder het break-evenniveau te
komen. De formule is (huidige afzet – breakeven-afzet) / huidige afzet.

11.3 De hefboomwerking van de kostenstructuur
De samenhang tussen winst en bedrijfsdrukte is te zien in de profit-volumechart die een winstlijn laat
zien. Deze lijn begint bij een afzet van nul en de hoogte van de vaste kosten. De helling van de lijn
wordt bepaald door de dekkingsbijdrage per eenheid. Hoe steiler de winstlijn, hoe groter de invloed
van een afzetverandering op de winst (hefboomwerking van de kostenstructuur). De
dekkingsbijdrage per product wordt groter als er meer geautomatiseerd wordt. Bij outsourcing
worden vaste kosten omgezet in variabele kosten.

Kernbegrippenlijst
Break-evenpunt De afzet of omzet waarbij de totale
Break-evenpoint opbrengst gelijk is aan de totale kosten,
waardoor winst noch verlies gemaakt wordt.
Degressief variabele kosten Kosten die in totaal minder dan evenredig
Degressively variable costs stijgen met de productieomvang, waardoor
de kosten per eenheid afnemen.
Dekkingsbijdrage De omzet minus de variabele kosten; dit
Contribution margin bedrag is beschikbaar ter dekking van de
vaste kosten.
Gemengde kosten Kosten die voor een deel vast zijn en voor
Mixed costs een deel variabel.
Hefboomwerking van de kostenstructuur De mate waarin de winst fluctueert als
Operating leverage gevolg van veranderingen in de afzet. Hoe
hoger het aandeel van de vaste kosten in de
totale kosten, hoe sterker de
hefboomwerking.
Hoog-laagmethode Methode die de kostenfunctie afleidt uit de
High-low method hoogte van de kosten bij de laagste en bij de
hoogste productieomvang in een afgelopen
periode.
Indifferentiepunt Het productievolume waarbij het uit

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isabelramkema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  2x  vendu
  • (1)
  Ajouter