Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Theorie Sociale Wetenschappen (RGBBE00205) €4,39   Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Theorie Sociale Wetenschappen (RGBBE00205)

 36 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat alle collegeaantekeningen van het vak Theorie Sociale Wetenschappen (RGBBE00205) aan de Rijksuniversiteit Groningen voor het jaar . De aantekeningen zijn uitgebreid meegeschreven. Ik heb hier zelf een 8 mee gehaald!

Aperçu 3 sur 29  pages

  • 11 mars 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Herweijer
  • Toutes les classes
avatar-seller
Collegeaantekeningen Theorie Sociale Wetenschappen
Week 1: Introductie in de sociologie
In week 1 wordt stilgestaan bij de grondleggers van de sociologie en de voorlopers van de sociologie.
We bespreken de opkomst van de sociologie. Daarnaast wordt gekeken naar de aggregatieniveaus
waarop sociologen het gedrag van personen beschrijven, namelijk op micro- of macroniveau.

Auguste Comte (1798 - 1857)
Als grondlegger van de sociologie hanteren we Auguste Comte. Hij gebruikte voor het eerst het woord
‘sociologie’. Hij had grote verwachtingen van een systematische bestudering van het gedrag van
groepen en individuen in een veranderende samenleving. Voor Comte was het voorbeeld van de
natuurwetenschappen bepalend. Volgens hem is er geen verschil tussen natuurwetenschappen
menswetenschappen, want óók bij menswetenschappen moet je meten. Als je bij
menswetenschappen meet, dan ontdekt je wetmatigheden in sociaal gedrag. Als je die
wetmatigheden kent, dan kun je dat weer toepassen in beleid en organisaties. Dit sociologische
perspectief resulteert dus uiteindelijk in een geleidelijke voortgang in kennis. De sociologische kennis
vormt de basis voor effectief beleid.

Volgens Comte is de zintuiglijke waarneming (empirie) de enige toetssteen of de uitspraak over een
sociaal feit juist is (positivisme). Empirie betekent dat het bewijs moet worden ontleend aan zintuiglijke
waarneming en gecontroleerde experimenten. Positivisme betekent dat je vooral meet en waarneemt
en alleen die dingen die je meet als waarheid bestempeld.

De benadering van Comte wordt ook wel het externe perspectief van de waarnemer genoemd. Als je
dit op het strafrecht zou betrekken, zou je de volgende vraag kunnen stellen: onder welke condities
heeft de verdachte het delict verricht en welke gevolgen heeft dit gehad? In dit externe perspectief
heb je dus oog voor condities en gevolgen van handelen. Emile Durkheim past deze benadering ook
toe.

Harriet Martineau (1802 - 1876)
Harriet Martineau was een Engelse journaliste die opiniestukken schreef in allerlei Engelse
tijdschriften. Zij is te beschouwen als de eerste vrouwelijke sociologe. Volgens Martineau is er een
verschil tussen natuurwetenschappen en menswetenschappen. Ze stelt dat natuur in zekere zin
‘dood’ is; het heeft geen bedoeling. De natuur heeft wel functies, maar geen intenties. Natuur en
mensen kunnen dus wél verschillen. Mensen hebben immers een wil en een rede, ze kunnen
verklaringen geven en ze hebben een bedoeling. Dat is het verschil tussen de natuur en mensen.
Sociaal gedrag van mensen heeft dus een betekenis en een bedoeling vanuit de handelende
persoon.

Volgens Martineau vraagt het observeren van menselijk gedrag empathie. Martineau bestudeerde
etiketten en manieren; ze observeerde naar de condities en gevolgen, maar ze moest wel meer weten
over de bedoeling ervan: wat zit er achter die handeling? Met empathie bedoelen we dus dat je meer
wilt weten over de bedoeling van de handeling.

Martineau gaat uit van het interne perspectief van de handelende persoon. Dat wordt vaak bepaald
door cultuur en sociale positie. Max Weber past deze traditie ook toe, net als Pierre Bourdieu.

, Aggregatieniveaus: op welke schaal moeten we als sociaal wetenschapper kijken?
Er zijn verschillende aggregatieniveaus voor sociologie, namelijk macro-, meso- en microniveaus.
Hieronder een schematisch overzicht van de socioloog, zijn cruciale actoren en het daarbij behorende
aggregatieniveau.

TABEL 1

Op welke schaal moeten we ‘the agency’ (wie handelt) zoeken?
Socioloog Cruciale actoren Aggregatieniveau

Marx Sociale klassen; bourgeoisie en proletariaat Mesoniveau, deels macroniveau

Weber Bureaucratie en nationstate Macroniveau, deels mesoniveau

Coleman Nutsmaximaliserende individuen Microniveau

Wallerstein Internationale arbeidsverdeling en Macroniveau (wereldwijd)
internationale inkomensverdeling

Durkheim Samenhangende gemeenschappen Meso- en macroniveau
(interdependentie en morele gemeenschap)


Centrale vraagstelling in de sociologie
In de sociologie staan een aantal vraagstellingen centraal. In onderstaande tabel zijn de drie centrale
vraagstellingen genoemd met hun klassieke grondleggers én navolgers daarvan.

TABEL 2

Centrale vraagstelling
Vraagstelling Klassieke grondlegger Navolgers

Waarom ongelijkheid, stratificatie? Karl Marx Pierre Bourdieu, Immanuel
Wallerstein

Waardoor cohesie, sociale orde, Emile Durkheim Talcott Parsons, Robert Merton
deviantie?

Hoe verloopt modernisering, Max Weber Auguste Comte, Jurgen Habermas,
rationalisering? Eisenstadt


Typering van het vakgebied van de sociologie
Het doel van de sociologie is het beschrijven, begrijpen, verklaren en verbeteren van sociaal gedrag,
zowel het spreken (de boodschap) als het handelen. Binnen de sociologie is er geen eenheid; er zijn
meerdere perspectieven die in sommige gevallen ook tegengesteld aan elkaar zijn. Er wordt soms de
nadruk gelegd op gedrag en de oorzaken en gevolgen daarvan. Dan ben je kwantificerend bezig. In
andere gevallen wordt er de nadruk op de betekenis en bedoeling van de uiting/boodschap gelegd.
Dan ben je kwalitatief bezig. Binnen de sociologie kun je dus kijken op verschillende
aggregatieniveaus, zoals uiteengezet in tabel 1.

, Opkomst van de sociologie in de 19e eeuw
Sociologie komt in de 19e eeuw op als tak aan de bom van de wetenschap. De sociologie komt op
door een tweetal redenen, namelijk:
1. De ontwikkeling van het denken zelf: In de gehele geschiedenis doen zich vooruitgangen
voor, waardoor het denken wordt gestimuleerd. Denk hierbij aan de Verlichting (Kant), de
scepsis (Descartes), de opkomst van het individualisme (Locke, Adam Smith), de gedachte
dat elke individu dezelfde rechten heeft (Thorbecke), het succes in de natuurwetenschappen
(Newton, etc.). Door de empirische kennis van natuurwetenschappen kwam er ook betere
technologie en welvaart. Dat voedde de vooruitgangsgedachte: meer kennis = meer macht.

2. De verandering van de samenleving: Door de industrialisatie veranderde de samenleving.
Er is een grotere mobiliteit; spoorwegen, stoomschepen, etc. Men trekt van het platteland
naar de steden, waardoor de steden groeien. Ook zijn in de Verenigde Staten, Frankrijk en
Nederland (1848) democratische omwentelingen. Zo wordt o.a. het kiesrecht hervormd;
individuen krijgen kiesrecht.

In de 19e eeuw was het denken nu vrijer en empirischer geworden; het object van de sociologie was
volop in verandering.

Marx maakte zich druk over de neveneffecten van de industrialisatie en de snelle groei van het
vermogen van diegenen die over handels- en industrieel kapitaal beschikken. Durkheim ging na
waarom er in een grote, moderne stad sprake was van samenhang, ondanks dat men elkaar niet
persoonlijk kende. Durkheim introduceerde het begrip organische solidariteit, wat betekent dat al die
stedelingen op de een of andere manier economisch afhankelijk van elkaar waren en het was in hun
belang om die zakelijke samenwerking in stand te laten. Weber hield zich bezig met het ontstaan van
rationele organisaties met een vergaande vorm van arbeidsdeling, zoals de bureaucratie. Weber zei
dat zo’n ver doorgevoerde vorm van taakverdeling wel degelijk wert-rationeel (doordacht) was. Het
droeg bij aan voorspelbaarheid, gelijkheid en zelfs doelmatigheid.

De sociologen streefden allemaal naar een betere toekomst, dankzij het gebruik van hun
sociologische kennis. Marx streefde naar communisme, Weber naar modernisering en Durkheim en
Parsons naar sociale cohesie.

De sociologie ontstond in het midden van de 19e eeuw, omdat de samenleving van een traditionele
samenleving veranderde in een moderne samenleving. Dit noemen we verzakelijking. Het
intellectuele denken had nu volop oog voor onbevooroordeelde waarneming d.m.v. empirie,
experimentele gedachten en vertrouwen in de vooruitgang.

Voorlopers van de sociologie
Er zijn twee mensen die we als voorlopers van de sociologie kunnen bestempelen, namelijk Alexis de
Tocqueville en Harriet Martineau (1802 - 1876).

Alexis de Tocqueville (1805 - 1859)
De Tocqueville gaat aan het begin van de 19e eeuw naar de Verenigde Staten om te kijken hoe een
burgerlijke samenleving zonder adel en zonder koninklijk gezag functioneert. Hij treft een opvallend
actief burgerschap aan: de civil society. Dat is een samenleving waar burgers samen de handen uit
de mouwen steken om collectieve problemen aan te pakken. Op particulier initiatief worden er
scholen opgericht en wordt de openbare orde (the sheriff) gehandhaafd.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rechtenstudentje050. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78140 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,39
  • (0)
  Ajouter