Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Parasitaire ziekten en zoönosen €10,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Parasitaire ziekten en zoönosen

 126 vues  8 fois vendu

Het is een samenvatting van de hoofdstukken van parasitaire ziekten van de herkauwers, het paard, het varken, de hond, de kat, pluimvee en een deel van parasitaire zoönosen (maar de rest is het mogelijk om enkel de slides te studeren).

Aperçu 10 sur 245  pages

  • 17 mars 2021
  • 245
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
Epollart
PARASITAIRE ZIEKTEN EN
ZOÖNOSEN
1ste master




ELSA POLLART

,
,PARASITAIRE ZIEKTEN & ZOÖNOSEN 1E MASTER 1E SEMESTER 2019-2020

Inleiding

Parasitaire infecties zijn wereldwijd van groot economisch belang: > 25% van het marktaandeel (= part du marcher)
van DGK middel zijn antiparasitaria. Ontwormen, antivlooien middel etc.

Toenemend belang?
- Klimaatsverandering: verspreiding van muggen (= moustiques) of teken die vanuit het zuiden optrekken
naar boven. Tijgermuggen, Dirofilaria/hartwormen, Teken
- Import van parasieten: bv. puppy import vanuit het oostblok (= de l’est)
- Bedrijfsfactoren: grotere bedrijven, meer dieren. Kleinere druk door betere bedrijfsvoering.
- Onoordeelkundige (=inapproprié) controle door onvoldoende kennis van de epidemiologie & door gebrek
aan parasitaire vaccins.
- Resistentie tegenover antiparasitica
- Parasitaire zoonosen

Belang tss species:
- Landbouwdieren:
o Economisch belang
o Zoonotisch belang
o Aanwezigheid van parasieten is aanvaardbaar (= acceptable) indien (= à condition que) ze niet met
productie interfereren.
- Gezelschapsdieren:
o Emotioneel belang
o Zoonotisch belang
o Aanwezigheid niet aanvaardbaar
- Paarden:
o Aanwezigheid is aanvaardbaar indien ze niet met gezondheid interfereren.

Diersoort:
- Het patroon van alle parasitaire infectie :
o Parasitaire infectie
§ Epidemiologie: gaat over overdracht (= transmission) & verspreiding van parasitaire ziekten.
Zeer belangrijk mbt (met betrekking tot) de behandeling/preventie/maatregelen om tegen
transmissie te gaan. Zeker vragen over de epidemiologie! Maatregelen & waarom? Wat is de
epidemiologie? Hoe kunnen we de transmissie blokkeren?
Er zijn vier mogelijke opdracht middelen :
• Directe transmissie
• Via een vector
• Resistente omgevingsstadia: dmv (door middel van) eitjes of oocysten.
• Tussengast wordt opgegeten door eindgastheer
§ Pathogenese à symptomen.
• Soms heel typisch. Soms heel atypisch.
§ Diagnose: steunt op
• Anamnese (= de “background” van de dier) : welke vragen ga je stellen?
• Klinisch OZ (= onderzoek)
• Labo OZ: welk monster ga je nemen? Welke techniek pas je toe? Wat verwacht je te
vinden? Hoe ziet het er uit? (fotos op slides).
o Kwalitatief OZ = parasiet aanwezig ja/nee

1

, o Kwantitatief OZ = infectiegraad
o Productieverlies door parasitaire infectie.
§ Behandeling:
• Antiparasitaire producten: welk product? Toedieningswijze? Frequentie?
(Voor alle producten : Geen merknamen of dosering voor de examen)
o Tegen protozoaire infecties : beperkt aantal middelen beschikbaar
o Tegen helminte : groot aantal efficiente anthelmintica beschikbaar
o Tegen insecten : groot aantal insecticiden beschikbaar (maar beperkt aantal
acariciden)
o Tegen endo- en ectoparasieten : endectociden beschikbaar.

§ Preventie: welke specifieke concrete maatregelen raad je aan om transmissie te blokkeren,
om terugkomen van het probleem te voorkomen?
• Vaccinatie
• Chemoprofylaxie (kuisen, ontsmetting…)
• Betere bedrijfsvoering: weidebeheer/quarantaine etc.




2

,RUND
In vet zijn belangrijkste

Inhoud:

Maag-darmstelsel:
- Cryptosporidium
- Giardia
- Emeria
- Maag-darmstrongyliden (ostertagia, cooperia, ..)
- Toxacara vitulorum
- Monieza spp.
- Paramphistomum
Lever:
- Fasciola hepatica
Longen:
- Dictyocaulus viviparus
Lebmaag:
- Ostertagia ostertagi
- Trichostrongylus axei
- Haemonchus placei
Dunne darm:
- Cooperia oncophora
- Cooperia punctata
- Nematodirum helvetianus
- Bunostomum phlbotomum
- Strongyloides paillosus
- Capillairia bovis
- Trichusis globulosa, T. discolor.
Genitaalstelsel
Bloed
- Babesia
Huid
- Schurft
- Luizen
- Vliegen
- Hypoderma
- Parafilaria
- Besnoitia




3

,Maag-darmstelsel

Begin bij jonge dieren dus met protozoa.

OP STAL

Cryptosporidium Parvum
Algemeen < 1 maand heel belangrijk.
- Diarree: crypto is de belangrijkste infectieuze oorzaak van kalverdiarree (30% alleen
door cryptosporidium veroorzaakt en in 30% samen met menginfecties)
- Species:
• Cryptosporidium Parvum (bij jongere kalveren)
• Nog enkele andere species.
- Zoonose!

Levenscyclus - Directe levenscyclus
- Faecale-orale transmissie : orale opname van oöcysten (slechts een klein aantal nodig)
à infecteert de darm (enterocyten) à evolutie tot nieuwe infectieuze sporocyten à
uitscheiden van oöcysten (hoge uitscheiding (106 OPG))
- Oöcysten zijn onmiddellijk infectieus en resistent !
- Prepatente periode : 2-5d (korte) = periode tss besmetting en nieuwe uitscheiding

è Faecale-orale transmissie = mest-transmissie à Hygiëne is CRUCIAAL (preventie!!)

Snelle cyclus, direct infectieus, zeer resistent, grote hoeveelheden à snelle verspreiding!

Epidemiologie Directe overdracht:
- Koe à kalf : Peri-parturient rise (périnatal) : koe die kalf besmet tijdens geboorte. Is een
Overdracht lichte besmetting, kalf wordt niet ziek. Een week later scheidt het kalf vele oocysten uit
à Wordt een belangrijke besmettingsbron.
- Kalf à kalf.
- Kalf à mens: zoonose!
- Kalf àandere zoogdieren

Indirecte overdracht:
- Besmet water/voedsel.
- Besmette omgeving.

Prevalentie Als het voorkomt wordt ELK KALF vroeg of laat besmet. NIET allen worden ziek! Een lichte
besmetting kan geen kwaad. Maar als het infectie niveau teveel stijgt is er een probleem.




Tabel
Jonge dieren scheiden véél uit. Oudere dieren zijn nog altijd geinfecteerd. Dus de lichtbesmette
koeien besmetten de kalveren.
Pathogenese Bevindt zich (= se trouve) vooral in het einde van de dunne darm (ileum) in intracellulair maar
extracytoplasmatisch (door de celmembraan, maar niet door het cytoplasma)/
4

,Symptomen Ø Vernietigd (= détruit) epitheelcellen (ßatrofie van (micro)villi)
Ø Verminderde activiteit van intracellulaire enzymen & enzymen thv (ter hoogte van = au
niveau de) microvilli.
Ø Verminderde absorptie & vertering (= digestion)
Ø Diarree! Bleek wittige diarree, zelden met bloed. Afhankelijk van:
• Leeftijd (1-2w meest kwetsbaar)
• Infectiedruk: hygiene
• Immuunstatus: colostrummanagement!
Snel, voldoende, kwaliteit.
• Menginfecties: evt nog corona of rota?
Sterfte kán optreden.
Symptomen :
Ø Diarree (dag 3-15) à pasteus to waterig / (wit)
maar vooral geel-groen.
Ø Dehydratatie
Ø Verminderde groei
Ø Sterfte (vooral tijdens menginfecties)

Diagnose - Jonge kalveren < 1m, matige hygiëne, bleke diarree à Sterk vermoeden (=
supposition)
- Voor de zekerheid : labo OZ à Diagnose bevestiging.
• Aantonen in de mest (oocysten, miljoenen per gram!). Druppel diarree op een
draagglas + kleuren (Ziehl Neelsen (paarse oocysten) of Heines carbolfuchsine
(lichte bolletjes)) à microscoop – betrouwbaar en goedkoop.
• Aantonen van antigen in faeces. Mbv ELISA, dipstick, immunofluorescentie.
o Belangrijk verschil = antigen = infectie nu aanwezig. Antistof = infectie
kan al voorbij zijn! Plus een groot tijdsverschil.
o ELISA is handig om menginfecties te detecteren!
o Hebben allen een goede sensitiviteit en specificiteit.
• Histologie post-mortem in brushborder.

Behandeling Zieke kalveren
- Isoleren van de kalveren.
- Tx = halofuginone-lactaat, het enige dat geregistreerd is. Maar er wordt veel AB gebruikt
die NIET geregistreerd zijn.
o Orale toediening, 7d.
à Onderdrukking van piekinfectie (geeft tijd om immuniteit te vormen) +
intensiteit van uitscheiding verminderd + diarree verminderd +
immuniteitsopbouw mogelijk.
- Ondersteunende Tx met elektrolyten.

Alle in-contact kalveren behandelen met halofuginone-lactaat (het is niet omdat ze fysiek in
andere iglos staan dat ze niet in contact komen).
Alle nieuwgeboren kalveren behandelen met halofuginone-lactaat.

- Omgeving behandelen, stalhygiëne.

Preventie 1. Colostrum: snel, voldoende, kwaliteit.
2. Huisvestiging: schoon, individueel, schone emmers en spenen (= tétines).
3. Omgeving moet goed gereinigd worden. Eerst kuisen (vuil stro moet weg…) à DAN pas
ontsmetten, door hitte of ammoniumhydroxide.
4. Preventieve behandeling van alle pasgeboren kalfjes (met halofuginone-lactaat).
Allemaal prijzige (= coûteuses) maatregelen! Dus wees zeker vd diagnose.


5

,Kalveren > 1/1,5m, zitten al samen

Giardia Duodenalis
Algemeen Species: Giardia Duodenalis (of lamblia of intestinalis). Het ene species heeft verschillende
genotypes A-H à Hebben verschillende diersoortspecificiteiten.
- Assemblage A + B komen bij dieren (vb runderen) en mensen voor = Zoönose
(zwaar overdreven).
- Assemblage E komt bij runderen, varkens voor è tweehoevigen (= artiodactyles)

Levenscyclus Directe cyclus.
Opname : in dunne darm à assexuele vermenigvuldiging (tweedeling) è niet invasief.
Oraal-faecale transmissie (directe transmissie).
Besmet water en voeder (indirecte transmissie).
Prepatente periode = 5-10d (trager dan crypto).
Cysten = onmiddellijk infectieus + resistent.
Cysten uitscheiding in faeces (hoge aantallen 100 000).

Epidemiologie De hoogste prevalentie : bij kalveren van enkele weken tot maanden oud.
De piekuitscheiding van cysten : treedt VOOR de symptomen op (= arrive avant les
symptômes) ! Tabel
è IVM crypto : Zeer veel voorkomende parasiet. Maar veel minder pathogeen à Minder
uitbraken (= épidémies) à Minder belangrijk!

Symptomen Geen waterige diarree, geen plotse diarree.
Eerder chronische diarree/intermitterend.
Verminderde groei (>100g/dag).
Dof (= terne) en slecht haarkleed (= robe)
è Denk eerder aan iets erger : coccidiose hoewel iets acuter of BVD (te uitsluiten = à
exclure)

Diagnose 1. Uitsluiten coccidiose
2. Uitsluiten BVD
3. Mestonderzoek voor giardia: lastiger aan te tonen. Kleinere aantallen. Moeilijker
herkenbaar.
• Aantonen van de cysten in feces à Sedementatie-flottatie-test:
aanrijkingsmethode (= enrichissement) + kleuring met lugol à
microscopie (veel werk en niet zo betrouwbaar).
• Aantonen van antigeen in de feces à IFT : immunoflurescentie (goed, kit
waarbij met giardia en crypto tegelijk kan aanduiden, vaak een kalf rond
de 4w), ELISA (goed), dipsticks (bij rund weinig betrouwbaar door een te
lage gevoeligheid tgv (ten gevolge van) lagere concentraties in mest), PCR (
minder gevoelig)
è Oocyten slecht, antigenen goed bij ift en elisa.
Behandeling Niets dat geregistreerd is.

Fendabendazole (panacur): een ontwormingsproduct dat ook werkt. Behoort (=
appartient) tot een oude groep van antiparasietmiddelen.
- Oraal
- 1x per dag (3 opeenvolgende dagen)
Ø Klinische verbetering
Ø Verminderd oocysten uitscheiding

Te combineren met hygienische maatregelen!

6

, - Kalveren verhuizen naar lege stal op het einde van de behandeling, dag 3 à
uitscheiding is dan 0.
- Stal/box grondig reinigen (= nettoyage) : fysisch – water – laten drogen! –
ontsmetten (hitte/ammoniumhydroxide, geen chloor!).

Alleen Tx met fendabendazole heeft géén effect laten studies zien. Hygiene-combinatie is
zeer belangrijk!

Samenvatting : Kalverdiarree (op stal)

< 1mnd
- C. Parvum
- Rotavirus
- Coronavirus
- E.coli

>1mnd
- Giardia
- Eimeria spp.
- BVD




7

, Eimeria spp. à Coccidiose
Algemeen > 1 maand heel belangrijk
- Zeer diersoortspecifiek (GEEN ZOONOSE, ook geen transmissie tussen species).
- Er zijn niet-pathogene species en pathogene species :
• 2 zeer pathogene: Emeria Bovis, E. Zuernii (stal).
• 1 licht pathogeen: Emeria Alabamensis (weide).
- = Coccidia = Coccidiose (is vooral een stalprobleem).

E. Zuernii & Bovis - Klinische problemen op stal (bijna uitsluitend à heel zelden op de weide).
Epidemiologie - Oöcysten sporuleren snel (1 week) en overleven 1 jaar.
- Bij alle leeftijden (vooral kalveren)

E. Albamensis - Hoge besmetting worden uitsluitend gezien bij eerste weideseizoens-kalveren
Epidemiologie (ongever 1 à 2 weken na het inweiden) à veel oöcysten in feces maar minder
pathogeen
- Dieren in tweede weideseizoen zijn immuun.

Epidemiologie - De meeste kalveren scheiden oöcysten uit ß ze zijn meestal besmet met niet-
pathogene soorten (geen/weinig klinisch belang) è In een mestonderzoek ga je
altijd Eimeria vinden! Vaak zijn het de niet-pathogene soorten. Mochten ze toch
met de pathogene besmet zijn.
- Wanneer runderen (vooral kalveren) besmet worden met pathogene soorten à
sub-klinische coccidiose of klinische coccidiose.

Cyclus - Orale besmetting met gesporuleerde oocysten
- Diarree ja/nee hangt af van infectiedruk/infectieniveau
- Oocysten gaat NOG NIET INFECTIEUS ZIJN
- Prepatente fase = 1-2w

Coccidiose Bij pathogene soorten :
pathogenese
(Symptomen) - Letsels in dunne en dikke darm door ontwikkeling van schizonten en gamonten :
• Vernietiging van de intestinale cellen (epitheel en lamina propria :
bindweefsel met bloedvaten, lymfevaten, zenuwen… à bloedingen) à darm
destructie.
• Atrofie van de villi door inhibitie van de celdeling (= division cellulaire) à
malabsorbatie à diarree.
• Verhoogde darmpermeabiliteit à eiwitverlies
è Met E. zuernii en E. bovis kunnen reuzenschizonten zich ontwikkelen à massale
ontwikkeling van gamonten (meest pathogeen stadium)
E. bovis > E. zuernii > E. alabamensis

Bij niet pathogene soorten :

- Er wordt alleen de enterocyten beschadigd (niet zo erg, want snelle regeneratie)

Balans tussen infectiedruk en immuniteit :

- De immuniteit wint : met een lichte infectie druk à Immuniteit opbouwen
gebeurt vrij snel! ß door intensief contact met de parasiet.
- De infectiedruk wint : afhankelijk van hygiëne à worden de kalveren ziek.




8

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Epollart. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49  8x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté