Het bot kan het beste tegen compressie (minder goed tegen
tension). We moeten proberen zoveel mogelijk tension
krachten omvormen in compressiekrachten. Dit doen we door
onze spieren op te spannen. Zo zal ons bot minder snel
breken
Tegen rotaties kan het bot helemaal niet goed tegen.
Het cancelleuse bot is het zwakste deel van het bot
1.1.3. Bot
Type: anisotroop (kracht en verplaatsing)
▪ corticaal:
– # verlening > 2%
▪ Cancelleus (schokdemping > KB)
– # verlenging > 7% (moet meer kunnen vervormen om schok op te vangen)
– Vooral in de gewrichten en de ruggenwervel
Spieractiviteit
Toestand
▪ Immobilisatie
▪ Ziekte, tumor
,MSK2: Pathologie Loranne den Otter
1.1.3. Botherstel na fractuur:
Drie fasen (6weken tot 2 jaren)
▪ inflammatie (cave: NSAID)
▪ reparatieve
– organisatie hematoom
– mineralisatie
▪ remodellering
Osteoclasten en osteoblasten (osteocyten)
▪ bot is een levend weefsel, deze worden dus constant aangemaakt
1.1.3.1. Inflammatie
▪ fractuur = hematoom = debris
▪ necrose fractuur-uiteinden (doorbloeding is slecht)
▪ vrijkomen proteïnen (BMP= bone mineral proteïne) en groeifactoren
▪ start celproliferatie
1.1.3.2. Reparatief
▪ organisatie hematoom
– eerst periostcellen
– dan endostale cellen
o (tijd, interferentie ingreep)
– Hematoom → fibreus weefsel → kraakbeen → jong bot
▪ Samenstelling
– Organisch (netwerk)
o 30%
• 95% collageen
– Anorganisch (Ca en P)
o 70%
• 95% hydroxyapatiet kristallen = zorgt voor de stevigheid van het bot
1.1.3.3. Remodellering
▪ Omvorming tot laminair bot
▪ Medulair kanaal
▪ Wet van Wolff (+: clasten, -:blasten)
– theorie stelt dat botten van gezonde mensen en dieren zich aanpassen aan de
belasting waaraan ze worden blootgesteld
▪ Bot is het enigste weefsel dat volledig kan herstellen
1.1.4. Factoren
▪ lokale
▪ algemene
,MSK2: Pathologie Loranne den Otter
Als de doorbloeding zeer slecht is, gebeurt
de heling ook slecht (zoals diabetes).
Eens een infectie, altijd een infectie: bot
gaat niet helen.
Botverlies: bot heelt wanneer een
overbrugging moet doen van een paar mm.
Een paar cm gaat niet overbrugd worden.
Bot geneest niet!! Weke delen zorgen
ervoor dat het bot kan helen.
Een breuk dicht bij een gewricht moet dit
operatief hersteld worden met platen en
schroeven. De kine moet deze mobiliseren
en niet belasten
1.2. Twee partijen: kracht en kraakbeen
▪ Samenstelling:
– proteoglycanen
o water (70% KB)
– collageen (50% droog gewicht)
o hoge treksterkte: 1mm diameter breekt bij kracht 250N
o twee lagen:
• dens, parallel, oppervlakkig, hogere E
• verspreid, willekeurig, diep, lagere E
– geen bloedvaten! (muis)
o haalt zijn voedingsstoffen uit het synoviaal vocht en kan dus op zijn eigen
groeien zonder bloedvaten
o daarom kan een gewrichtsmuis overleven in het gewricht door het synoviaal
vocht
→ kruip: vocht wordt voor een deel
uitgestoten en kraakbeen vervormd
= vervorming van het kraakbeen dat
herstelbaar is
, MSK2: Pathologie Loranne den Otter
▪ Belasting: drukverdeling
– Compressie (trek)
o Vervorming (plastisch)
o Kruip (functie(tijd)), water extrusie van de matrix en interne
‘tandradverbindingen’
– Trek (als element van compressie en niet frictie)
o Anisotroop: richting collageenvezels: parallel met oppervlakte (klieven)
– Smering (complex)
1.3. Open fracturen
▪ Graad 1: punctiforme wonde (inside-out)
▪ Graad 2: geen uitbreide weke delen letsel
▪ Graad 3: ernstig weefsel defect
– a: bedekking mogelijk
– b: weefselverlies en bloot bot
– c: b + arterieel letsel
1.3.1. Symptomen
▪ Trauma
– Soms geen! (osteoporose: heupfractuur)
– Mineur: pols fractuur groenhout
o het periost rond het bot houdt de breuk nog bijeen aangezien deze nog vrij
dik is bij kinderen
– Majeur en mutiple: femurfractuur, calcaneus
▪ Let op!
– Algemene toestand: bloedverlies
– Pulsaties en neurologie
– Compartiment syndroom (laattijdig)
o Compartiment = een groep spieren die in een fascia liggen
o Je bot bloed waardoor de druk in het compartiment stijgt
o Kleine bloedvaten worden dichtgedrukt zodat het bloed niet weg kan
o Er kan ook geen bloed in → geen zuurstof → Spieren sterven binnen de 6u
▪ Pijn
▪ Functieverlies
▪ Verkorting
▪ Malrotaties
▪ (crepitaties)
▪ Zwelling en hematoom
1.3.2. Behandeling: bot en weke delen
▪ Conservatief
▪ Reductie: open of gesloten
▪ Immobilisatie
– gips, brace
– open
o pinning
o nagel
o plaat en schroeven
o externe fixator
▪ Bedekking
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lorannedenotter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.