Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting MIB-11306 €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting MIB-11306

 20 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van Microbiologie voor Voeding en Gezondheid MIB-11306 Wageningen Universiteit (WUR). Bevat samenvattingen van verplichte hoofdstukken uit het boek van Brock, uitwerkingen van alle hoorcolleges, uitwerkingen van alle practica en overzichten van speciale bacteriesoorten. Bevat verder ui...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 74  pages

  • Non
  • Hoofdstukken 1 t/m 5, 13, 14, 16, 19 en 25
  • 17 mars 2021
  • 74
  • 2017/2018
  • Resume
avatar-seller
Microbiology
MIB - 11306


Chapter 1
Micro-organismen en microbiologie




2 Prokaryoot: "voor-kern"
mRNA en DNA in direct contact met ribosomen
Prokaryoten: archaea en bacteriën 1 Eukaryoot: "echte-kern"
mRNA moet door kernmembraan heen:
transcriptie en translatie fysiek gescheiden
Prokaryoten Eukaryoten
Kern met membraan - + Energieomzetting in bacteriën over
Chromosomen 1 >1 celmembraan (door afwezigheid mito’s) →
Mitochondriën - + complexer membraan nodig
Chloroplasten - +
E.R. - + Archaea: prokaryoten: chromosomen lijken op
Celwand Complex Simpel die van bacteriën, maar verschil in replicatie en
(met peptidoglycaan) (dieren geen)
opgerold zijn van DNA verschilt
Ribosomen Kleine Grote
(behalve in mitochondriën Virussen: gastheercel nodig voor voortplanting;
vaak niet als levend organisme beschouwd
en chloroplasten)

Specifiek: speciale virussen voor bijv. planten zijn niet schadelijk
voor mensen
 Bestaat uit DNA/RNA met evt. vetlaag eromheen + eiwitmantel
 Naakt virus: heeft geen vetlaag

Micro-organismen
 Grootste deel van biomassa van de aarde
 Belangrijkste structuren: cytoplasmamembraan, DNA, RNA en
ribosomen
 Eigenschappen van alle micro-organismen
 Metabolisme: opname en omzetting nutriënten,
uitscheiding van afvalstoffen
- cel is dus een open systeem
 Groei; nutriënten uit omgeving gebruikt voor vorming
nieuwe cellen; voortplanting
 Evolutie: ontstaan nieuwe eigenschappen in nieuwe
soorten, weergegeven in fylogenetische boom
- gaat heel snel; antibioticumresistentie
 Eigenschappen van sommige micro-organismen
 Differentiatie: vorming van nieuwe celstructuren, zoals spore
 Communicatie: interactie tussen cellen door chemische signalen
 Genetische uitwisseling: uitwisselen van genen tussen donor en acceptorcel
 Beweeglijkheid: eigen aandrijving om te bewegen (flagel/zweepstaart)


1 - 74

,VOORBEELDEN ZIEKTEN DOOR MICRO-ORGANISMEN

Ebola (virus)
 Veroorzaakt ernstige bloedafwijking; inwendige bloedingen
 Overdraagbaar via alle lichaamssappen
 Virus houdt stand als er een uitbraak is
 Overleeft in mensenapen; maar deze leven in kolonies en niet opvallend veel besmette dieren
 Verblijft in vleerhonden

Vogelgriep (virus)
 Zeer besmettelijk virus voor vogels
 Besmetting vaak gevolgd door overlijden
 Code voor versie van virus: H5N8 / H5N1-variant
 H: hemagglutinine: eiwit dat hecht aan cel van de gastheer
 N: neuraminidase: enzym dat bijdraagt aan verspreiding vanuit cel van gastheer

Oceaan met virussen: voorkomt overheersen van bijv. bepaalde algensoorten; ecologisch belang
Per mL zeewater miljoen-miljard virusdeeltjes

Evolutie en diversiteit
 4.6 miljard jaar geleden ontstaan van de aarde
 3.8 miljard jaar geleden ontstaan van bacteriën
 Bacteriën en archaea zorgden voor zuurstof in de
atmosfeer
 Voorheen: anoxische atmosfeer: N2, CO2, CH4
 Nu: belangrijk voor in stand houden van ons milieu
(O2-productie)

LUCA: last universal common ancestor




Fylogenie: studie van ontstaansgeschiedenis van een
groep organismen
 Verkregen door sequencing van rRNA genen (het RNA in de ribosomen)

Habitat: milieu waarin een microbiële populatie leeft
Mengcultuur/-populatie: meerdere soorten micro-organismen door elkaar
Ecosysteem: alle levende organismen + fysieke en chemische componenten van die habitat
Plaatsen op aarde zonder micro-organismen: lava van vulkanen
 Vloeibaar water belangrijkste voorwaarde voor microbiële activiteit

Positieve rol micro-organismen:
 Stikstofbindende micro-organismen in plantenwortels → geen bemesting nodig
 Fermentatie van glucose tot vetzuren, CO2 en methaan (vertering cellulose in pens van koe)
Negatieve rol micro-organismen:
 Antibiotica resistente MRSA bacterie in ziekenhuizen
 Antibioticum paradox: door veel gebruik te maken van antibioticum worden micro-organismen gedood,
maar er worden ook veel micro-organismen resistent
 Griekenland en Cyprus extreem hoog antibioticum gebruik

2 - 74

,Antonie van Leeuwenhoek (1632-1723): eerste waarneming micro-organismen
Martinus Beijerinck (1851-1931): microbiële ophopingstechnieken (=condities bepalen waardoor alleen
bepaalde soort bacteriën groeien), N2-bindende bacteriën en sulfaat reducerende bacteriën
Louis Pasteur (1822-1895): verschil tussen aerobe en anaerobe bacteriën

Aerobe bacteriën
 Ademhalen met zuurstof; zuurstof opname om er een verbinding mee te verbranden; oxidatie
 Elektronen komen vrij
 Elektronen via respiratieketen naar elektronacceptor; zuurstof
 (denk aan elektronen transportketen in mito’s bij mensen; zuurstof geoxideerd tot water) → ATP ontstaat
Anaerobe bacteriën: halen adem met andere elektronacceptor van buitenaf; (NO 3-, SO42-, CO2, Fe3+)
 Óf is fermentief: gebruikt zelfgemaakte organische verbinding als elektronacceptor (bijv. gistcellen)
 Gist: anaeroob en aeroob
 Anaerobe verbranding: sucrose → CO2 + ethanol (bereiding wijn en bier)
Aerobe verbranding: sucrose → CO2 + H2O

Oxidatiegetal: mate van geoxideerd zijn van een molecuul
 Elektron-arm: geoxideerd
 Elektron-rijk: gereduceerd
 vb: oxidatiegetal 0 → evenveel elektronen en protonen
oxidatiegetal -1 → een elektron meer dan het aantal protonen
oxidatiegetal +1 → een elektron minder dan het aantal protonen

Alexander Fleming (1881-1955): ontdekking precieze werking penicilline
 Ontdekking door ‘fout’ tijdens kweekje maken van patiënt met huidaandoening
 Vergeten de kweek te incuberen bij hoge temperatuur → schimmelgroei (penicillium) in hoek petrischaal
 Rondom schimmel geen bacteriëngroei → werking penicilline

Sergei Winogradsky (1856-1953): Winogradsky kolom; verschillende stoffen in kolom → verschillende soorten
bacteriën groeien op verschillende hoogtes: bepalen welke stof de bacteriën oxideren voor ATP generatie
 Bacteriën die energie halen uit oxidatie van ijzer, zwavel en ammoniak
 Chemolithotrofie
 Chemo: energie komt vrij door chemische reactie (redox reactie)
 Lithotroof: gebruik van anorganisch substraat als elektronendonor
- sulfide oxidatie H2S → S → SO42- ADP → ATP
- nitrificatie NH3 → NO2- → NO3-
= elke verbinding waarin C, N, S, Fe, Mn, Se, …… voorkomt in gereduceerde vorm kan als energiebron
dienen voor micro-organismen

Carl Woese (1928-2012): ontdekker Archaea als aparte groep van prokaryoten op basis van rRNA sequenties
 Genoom van Archaeon Methanococcus jannaschii bleek meer verwant aan de mens dan aan bacterie →
Archaea is domein tussen mensen en bacteriën in

Chapter 2
Microbiële celstructuur en functie

Microscopie
 Lichtmicroscopie
 Helder veld/donker veld: geen details in cellen, (Gram-)kleuring vaak noodzakelijk
 Fasecontrast: kleine verschillen in brekingsindex kunnen worden waargenomen; sporen en
reservestoffen
 Elektronenmicroscopie
 Transmissie elektronen microscoop: structuren
 Scanning elektronen microscoop: 3D beeld
3 - 74

, Bacteriën
 Cytoplasma
 Kernmateriaal: DNA, geen kernmembraan, vormt nucleoïde
 1 chromosoom + (evt.) plasmide
- uitzondering: Vibrio cholerae; heeft 2 chromosomen
1e chromosoom bevat DNA replicatie, celdeling, celwandsynthese informatie (veel groter)
2e chromosoom bevat ribosomale eiwitten, transport van suikers en DNA reparatie
 Dubbelstrengs DNA
 Transcriptie en translatie niet gescheiden
 Essentiële (“housekeeping”) genen op chromosoom; voor
celdeling, proliferatie, etc.
 Speciale genen op plasmide; bijv. antibioticum resistentie

Plasmide: genetisch element die onafhankelijk van
gastheerchromosoom kan repliceren, maar wel afhankelijk zijn van
door het chromosoom gecodeerde enzymen
 Dubbelstreng DNA, meestal circulair uitzondering: Borrelia
burgdorferi; ziekte van Lyme
 R-plasmide: verantwoordelijk voor resistentie tegen antibiotica
(ook andere functies mogelijk)
 Plasmide kan geïntegreerd raken in chromosoom, bevat
onnodige genen, maar kan wel van pas komen
 Overdracht van plasmiden tussen prokaryoten, maar ook van
prokaryoten naar eukaryoten
 Conjugatie: pilus hecht aan andere cel → pilus wordt korter
→ binding tussen speciale membraaneiwitten → plasmide-
overdracht
 Transformatie: DNA in donorcel breekt in stukken → cel
knapt; DNA komt vrij → ontvanger neemt vrij DNA op in
eigen DNA = tactiek bij
genetische modificatie
 Transductie: virus injecteert donorcel →
chromosoomverstoring → virussen die donor DNA bevatten,
verlaten cel → injectie DNA van donorcel in ontvanger
- lytische cyclus; bacteriofaag injecteert eigen DNA in
donorcel → menging met gastheer DNA →
ontstaan fagen met gastheer DNA en normale fagen →
injectie faag met gastheer DNA in ontvangercel
- lysogene cyclus; bacteriofaag injecteert eigen DNA in
donorcel → DNA wordt opgenomen in DNA van
ontvangende cel óf vormt aparte plasmide




4 - 74

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maryse5. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99
  • (0)
  Ajouter