Wereldgeschiedenis
I. Waarom een historisch perspectief Hoe gaat een historicus te
werk?
Kan geschiedenis helpen om de hedendaagse samenleving helpen te begrijpen?
Historische dimensie: migratie is al vanaf het begin van de geschiedenis terug te vinden, anders
zouden we allemaal enkel leven in Afrika. Klimaat: in het verleden zijn er heel veel problemen
geweest rond klimaat die altijd opgelost zijn geweest. Kunnen we dan zaken op dezelfde manier
oplossen zoals in het verleden is gedaan? Constant wordt er beroep gedaan op de geschiedenis en
het verleden voor huidige problemen op te lossen en aan te pakken.
Aan het verleden wordt niet vaak een verklarende kracht toegeschreven omdat iedereen de het
verleden op een andere manier interpreteert en waarneemt. Het verschilt dus zeer hard van
wetenschap. Bv water kookt op 100 graden, zo’n feit kunnen we niet toekennen aan de geschiedenis.
En iedereen wilt zijn visie van de geschiendenis met veel autoriteit verdedigen.
¨ thema’s die beschouwd worden als eigen aan een “moderne” samenleving
à mobilisatie, migratie, klimaat
¨ Historische dimensie
¤ of weinig rekening mee gehouden
¤ of afgeschilderd als rooskleurig, beter, minder complex of net het tegendeel
¤ of (onjuist) toegeëigend à geschiedenis kan vaak worden gebruikt in de eigen
politieke/maatschappelijke overtuiging en dit kan juist of fout gebruikt worden.
Een academische analyse van het verleden is dan ook niet makkelijk. Doordat iedereen elkaar ligt
tegen te spreken over de inhoud en gebeurtenissen van het verleden.
De aanvaarde wijsheden en feiten van in het verleden veranderen de dag van vandaag nog steeds. In
de 19e eeuw was het ‘beschaafd maken’ van de zwarten in Afrika de normaalste zaak van de wereld,
terwijl er nu een heel andere tegenovergestelde kijk op is. Dus het verleden zijn vaak sociale en
culturele constructies. Ander vb: Franse revolutie: dat er een opstand was in 1789 kan worden
aangetoond door brieven etc maar de oorzaken, brede implicaties ervan en de betekenissen errond
verschuiven constant en zijn we niet zeker van.
à dé geschiedenis (met alle zekerheden) bestaat niet.
Waarom een historisch perspectief?
Via archieven, maar ook beelden. Deze geven een stuk van het verleden weer. Emigranten worden
voorgesteld die vertrekken vanuit Italië naar Amerika. Die hebben een beeld gekregen. Omdat men
vaak zei dat men alleen emigreerden maar het beeld toont aan dat de man en vrouw samen
vertrekken. De vrouw kijkt naar achter, wat ze moet achterlaten en de man kijkt naar voor, naar de
toekomst.
,II. Veelvuldig gebruik/misbruik van de geschiedenis
Geschiedenis gebruiken om bepaalde, belangrijke herinneringen ‘levend’ te houden
¨ Via monumenten, beelden, etc.
¨ Via films, romans, etc.
¨ Via musea
Geschiedenis gebruiken voor groepsvorming/identiteitsopbouw
¨ van gemeenschappen, groepen, klassen, etc.
¨ van bedrijven, merken, etc.
¨ herinnering als machtsstrijd: wie herinnert zich wat en waarom? Voor welke redenen?
III. Geschiedenis als academische discipline aan de Universiteit
Geschiedenis al seen ‘hoer’? = Verleden gaat gebruiken om analogieën te zoeken en vergelijkingen te
maken die niet altijd (politiek) correct zijn.
Studie van het verleden, los van misleidend, valselijk en instrumenteel gebruik ervan voor eigentijdse
politieke, ideologische, commerciële, religieuze … motieven
Cfr. Marnix Beyen in DM 7/1/2014 (‘Het nazispook van De Wever en Moureaux maakt van de
geschiedenis opnieuw een hoer en huurling’):
“Historisch begrip kan het politieke inzicht echter alleen maar verhogen indien het verleden niet
wordt gebruikt als een hoge hoed waaruit naar believen doorzichtige analogieën, vergelijkingen en
een-op-eenrelaties worden getoverd.”
Vlaanderen neemt meer initiatieven om de oorlog te herdenken dan de Walen bv.
,IV. Historische methode
Gebeuren/ feiten bestuderen à bronnen uit het veleden halen à bekritiseren Verleden construeren
Feit ≠ historische reconstructie ≠ fictie Maar: dé geschiedenis bestaat niet
1917 film: ging feiten benadrukken die in andere oorlogsfilms niet aanbod kwamen.
De academische reconstructie en representatie van het verleden gebruikt hiervoor eigen methoden
en kenmerken. Door die eigen methodes etc is de geschiedenis een zelfstandig vak geworden en
heeft die een eigen wetensch positie verworven in de 19e /20ste eeuw (los van economie, sociologie,
filosofie etc..) à deze lijnen zijn wel dun want veel sociologen of economen gebruiken het verleden
om hun argumentatie te onderbouwen en legitimeren à zo kon een bep domein van menselijke
geschiedenis beter onderzocht worden.
Een historicus schrijft en spreekt dus over het verleden volgens bepaalde ‘spelregels’ die ook
veranderen doorheen de tijd en leggen hun verhalen vast in boeken, lezingen, cursussen…
Historicus (re)construeert een verleden gebeurtenis of feit:
q aan de hand van origineel bronnenmateriaal en bestaande wetenschappelijke literatuur
(voetnoten!)
q volgens een wetenschappelijk, kritische onderzoeksmethode:
plausabiliteit/waarschijnlijkheid staat centraal
q in een narratief (verhaal): beschrijving, zoeken naar betekenis, samenhang, oorzakelijkheid,
verklaring, …
q Vijf W-vragen:
q Wat?
q Wanneer?
q Waar?
q Wie?
q Waarom?
Eigen aan de wetensch gegroeide interpretatie van de gesch is dat ze 3 terugkerende fasen heeft.
Fase 1: heuristiek: bronnen
Heuristiek: hoe vind ik bronnen?
Actief opzoek gaan naar bronnen of getuigenissen/ sporen die ons iets meer zeggen over een
gebeurtenis of feit uit het verleden.
, Schriftelijke stukken : vaak werkt de historicus hiermee want deze kunnen bestemd zijn voor een
breder publiek en zijn daardoor vaak gepubliceerd (kranten etc..). vaak worden geschreven bronnen
ook niet gepubliceerd. Ze komen tot stand tijdens een administratief proces en worden achteraf
gearchiveerd.
- Belgische geschiedenis is grotendeels terug te vinden in het Algemeen
Rijksarchief in Brussel, rijksarchieven in de Provincieën, stad en
gemeentearchieven, prive archieven etc..
Niet-geschreven bronnen
n Materiële resten (arheologie) zoals de leiden
n Audio-visuele en digitale sporen
n Mondelinge overlevering
Leien liggen eigenlijk op de spaanse omwalling van de Antwerpse stad
Fase 2: methoden: interne en externe kritiek: historisch-kritisch onderzoeksmethoden
Bronnen kunnen gebruikt worden voor tot een reconstructie te komen, maar ze kunnen niet op
eender welke manier gebruikt of geïnterpreteerd worden.
De kern van de methoden= historische kritiek met als doel belangrijke en betrouwbare info van het
verleden te achterhalen.
De waarde van de bron wordt daardoor getoetst aan externe en interne kritiek.
Tijdens de methodologische fase gaat de historicus zeer kritisch om met zijn bronnen:
Ø Externe kritiek: authenthiciteit en datering van de bron bepalen: vinden van
betrouwbare info en uitsluiten van vervalsingen. Bv Fake news: FB wordt niet gezien
als betrouwbare bron.
Ø Interne kritiek: wie, wat en waarom, en voor wie? à de omstandigheden waarin de
bron tot stand is gekomen. Tot wie richt de bron zich? En door wie werd ze
opgesteld?
Ø Gewilde en ongewilde getuigenissen. Hoe is de bron tot stand gekomen? Als je een
proces dossier bekijkt zie je dat mensen antwoorden proberen geven in de richting
van verwachtingen die anderen over hun hebben. Dus met hun antwoord proberen
te voldoen aan de verwachting die tegenover hun staan. Dus mensen proberen zich
aan te passen aan een bepaald doel en verwachtingpatronen.
=>waarde van de bron bepalen