4 GROTE THEORETISCHE KADERS
elk gebaseerd op mensbeeld
hebben elk aanleiding gegevens tot systematisch onderzoek= wetenschappelijke paradigma’s
wetenschappelijk onderbouwd:
o als wetenschap
o als behandelvorm
complementair
steeds à integratieve tendensen
o tot nu geen uniforme theorie van menselijk psychisch functioneren, psychotherapie
o verschillen blijven bestaan en zijn ook goed: ook in andere takken van de wetenschap
patiënten hebben ze een keuze over de behandelvorm
PARADIGMA’S
geheel v samenhangende assumpties die samen een bepaalde mensvisie/mensbeeld vormen
die aanleiding geven tot generatieve onderzoeksprogramma’s
o respectabele onderzoeksprogramma’s
o blijven aanleiding geven tot nieuwe vragen die kennis/inzicht vergroten
denkkaders vanuit de werkelijkheid (menselijk psychisch functioneren) gedefinieerd en dus bekeken
en bestudeerd wordt
typisch: basisassumpties die er de kern van vormen zijn slechts deels en onrechtstreeks empirisch te
toetsen
deze basisassumpties worden dus in zekere mate afgeschermd vd mogelijkheid tot directe falsificatie
paradigma’s vormen de basis voor scientist-practitioner model
o denken en handelen dat gebaseerd is op wetenschappelijke kennis
o anders bricolage, samenraapsel en samenklutsen van allerlei techniekjes en interventies
zonder dat je weet waarom je iets (niet) doet
PRAKTISCH
elke psychotherapeut kijkt naar de wereld, mens en menselijke problemen op een bepaalde manier
(impliciet en of/expliciet)
o zonder theorie zie je niets
o maar die theorie kan ook een blinde vlek zijn: bepaalde dingen net niet zien cf. confirmation
bias
elke psychotherapeut heeft ook een affectieve affiniteit met een bepaalde manier van kijken
o niet problematisch zolang je het maar kritisch bevraagd
,6 COMPETENTIES
1. generische competenties
vereist voor alle psychologische interventies (bv. band kunnen leggen met mensen)
2. basiscompetenties bij een bepaalde type van benadering
worden gebruikt in de meeste vormen van een bepaalde benadering
(bv. algemene principes van CBT of PDT: hoe doe je dat concreet?)
is basis v persoongerichte benadering als complement v stoornisgerichte benadering
3. specifieke competenties bij een bepaald type van benadering
bv. exposure bij CGT, werken met overdracht in PDT
4. algemene meta-competenties
hebben te maken met het bewaken van het proces van interventies, therapie in het algemeen
(overheen benaderingen)
bv. wat als mensen vragen hebben die de therapie tegengaan, hoe ga je daarmee om?
5. probleem-specifieke competenties
verbonden met welbepaalde interventies
bv. clark model bij depressie in CGT, EFT in humanistische, MBT in psychodynamische, multi-
systematische therapie in relatietherapie
6. specifieke meta-competenties
te maken met het proces en zijn verbonden met het type van interventie
bv. zoals kunnen kiezen uit de juiste methode of aanpak in relatietherapie
PSYCHOTHERAPIE WERKT! (OF KAN WERKEN)
centrale rol van meta-analyses
meta-analyse= statische techniek om te kijken v effecten van psychotherapie of studies heen
o notie effect size (effectgrootte) is belangrijk
indicatie vd sterkte/grootte van het verband
bv. cohen’s d
betekenis: 0,2= klein, 0,5 medium, 0,8 groot effect
kan men nagaan tss behandelingen en voor en na dezelfde behandeling
VERGELIJKINGSCONDITIES
intent-to-treat sample (ITT): al die patiënten die de behandeling starten
completer-sample: al die patiënten die de therapie (nagenoeg) volledig volgen
drop-outs: zij die onderweg afhaken
placebo: zowel behandelde als behandelaar weet het niet (bij psychotherapie onmogelijk)
o wat is placebo bij psychotherapie? moeilijk om iets te doen wat geen effect heeft
o meestal zijn het ondersteunende gesprekken maar dat is ook effectief
PSYCHOTHERAPIE
effectiviteit psychotherapie overheen patiënten-en therapiegroepen
o psychotherapie werkt!
o meeste patiënten meer vooruitgang dan zonder behandeling
o effect groottes vaak groot tot zeer grot
ook voor specifieke stoornissen
psychotherapie vaak even effectief als medicatie of effectiever, zeker op lange termijn
maar onmiddellijk nuances
afhankelijk van stoornis, uitkomstmaat en follow-up periode
, problemen met meta-analyses
o inclusie van erg verschillende studies
o publicatie bias (negatieve studies worden vaak niet gepubliceerd)
o inclusie van methodologisch sterkere en zwakkere studies: heterogeniteit van meta-analyses
kan conclusies verzwakken/vertekenen
1: daling klachten na therapie maar aan de
linkerkant zijn er geen negatieve resultaten
die je zou moeten zien zoals bij 3 en 4
(onderaan)
= voorbeeld van publicatie-bias
GAAT HET OM KLINISCH RELEVANTE VOORUITGANG? = KLINISCHE SIGNIFICATIE
klinische significantie: in hoeverre gelijkaardig met controlegroep na behandeling?
is verschillende van statistische significantie
bevindingen:
o vergelijkbare klinische verandering als na meeste medische interventies
o hoewel een heel aantal patiënten subklinische symptomen behouden
KOSTEN-EFFECTIVITEIT?
= wat is de return voor de geïnvesteerde kosten in psychotherapie?
is wetenschap op zich aan het worden
algemeen:
o duidelijk voordeel van psychotherapie
o gaat van 2 tot 43 euro voor elke geïnvesteerde euro
als je investeert in psychotherapie krijg je voor elke euro 2 tot 43 euro terug
o zelfs en vaak vooral bij ‘kostelijke’ behandeling bv. borderline problematiek
o steeds meer uitgedrukt in termen van Quality Adjusted Life Years (QALY) = hoeveel
kwaliteitsvolle levensjaren terug gewonnen worden met elke geïnvesteerde euro
BEHOUD VAN VERANDERING?
belangrijk inzicht:
o theoretisch model belangrijk: psychotherapie biedt duidelijk geen immunisering
maakt mensen niet zomaar veerkrachtig, nog altijd kans op terugval
o hangt samen met: stoornis, type en duur van behandeling, tijdperk? bv. vroeger duidelijk
optimistischer
terugval lijkt samen te hangen met de ‘dosis’ van therapie
WORDEN PATIËNTEN SLECHTER DOOR PSYCHOTHERAPIE? = IATORGENE EFFECTEN
ja: zo’n 5-10%
niet altijd gevolg van therapie maar soms duidelijk wel: iatrogene effecten van psychotherapie
bestaan! groeiende bewustwording van iatrogene effecten v behandeling!
, VAN WERKZAAMHEID NAAR DOELTREFFENDHEID
werkzaamheid interne validiteit!
randomized controlled trials (RCTs) (toevallige toewijzing) waarbij
o controle op behandeling/conditie (randomized)
o controle op patiënten (inclusie/exclusie)
o gebruik van therapie handleiding
o controle op therapeuten
o controle op dosis
maar in praktijk altijd anders: bv. mensen kiezen wel voor een bepaalde therapievorm
o pas op met verafgoding van RCT als ‘gold standard’
o het is niet omdat bepaalde studies niet bestaan, dat ze niet effectief zijn
o vb. geen gerandomiseerde studies over mensen die met of zonder parachute springen: dus
niet weten of met de parachute springen de dood voorkomt
doeltreffendheid: in principe alles vrij in de echte praktijk externe validiteit
bevindingen:
o niet altijd gelijkaardige resultaten, meestal wel
o evolutie:
historisch vooral onderzoek naar doeltreffendheid
dan vooral accent op werkzaamheid (1980-2010)
nu terug naar de vraag: in hoeverre veralgemeenbaar naar dagelijkse klinische
praktijk (bench-marking studies)
VERGELIJKINGEN TUSSEN BONA FIDE BEHANDELINGEN
zijn er verschillen tussen behandelvormen in effectiviteit?
o basisassumptie: vooral specifieke factoren zijn werkzaam en we kunnen dus verschillen
verwachten
o dit is problematische assumptie
gemeenschappelijke factoren verklaren vaak meer
patiënt, therapeut en therapeutische relatie vak even belangrijk of belangrijker en
vooral de interactie daartussen
bevindingen: geen verschillen dodo bird verdict
o als er al verschillen zijn, verdwijnen ze vaak na controle voor researhcer allegiance (r=0,85)
o verschillen kunnen te wijten zijn aan gebruikte meetinstrumenten
o verschillen kunnen te wijten zijn aan verschillende populaties
Therapie effect wordt verklaard door samenspel van verschillende factoren
BESLUIT
psychotherapie is effectief
psychotherapie is vaak even effectief of effectiever als medicatie
maar steeds nuanceren
o welke factoren bepalen outcome?
o bij welke patiënten?
o en hoe wordt outcome gemeten?
o what works for whom?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur azer67. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.