DEEL 1: INTRODUCITE
1. Doelstellingen
- Het is heel multidisciplinair: kiné, arts, gynaecoloog, kind en gezin …
- Link met ICF-model:
Bio-psychosociaal model in acht nemen.
Buiten functie- en lichaamsveranderingen kunnen activiteiten en participatie
veranderen (vb. werksituatie, huishouden …).
Invloed van externe en interne factoren.
- Enkele rode draden tijdens de PRE-therapie:
Proprioceptie/bewustwording is de basis van de therapie.
o Leren luisteren naar de signalen van het lichaam.
o Respecteren medische indicatie.
Nadruk op preventie: BB-spieren versterken, houdingen …
2. Organisatie
- Voorschrift: 9 beurten te verdelen over pre- en postnataal.
Waar je meer beurten geeft hangt af van: mate van klachten, mate van
proprioceptie, vragen van de patiënt, verwachtingen, voorgeschiedenis …
- Aanwezigheid van de partner is een meerwaarde (als herinnering tijdens arbeid).
- Gebruik maken van didactisch materiaal.
- Ken je eigen competenties, maar ook je eigen grenzen:
Meer gespecialiseerde kinesitherapeuten, vroedvrouwen, zwangerschap yoga,
infosessies in het ziekenhuis, …
3. Pernatale kinesitherapie
- = begeleiding tijdens de partus.
Dit wordt niet meer gedaan.
,DEEL 2: PRENATALE KINESITHERAPIE
1. Algemene aandachtspunten
- Voor de sessie plassen, want leidt tot harde buiken.
- Wisselwerking tussen bekkenbodem contracties en uterus contracties.
BB-contracties mogen niet te intensief zijn, want kan uterus contractie uitlokken.
- Rekening houden met vermoeidheid, sneller buiten adem, suikertekort hebben …
- Vena cava syndroom:
NOOIT OP DE RUG LIGGEN, want drukt de vena cava inferior dicht.
De bloedtoevoer naar het hart neemt af en leidt tot hypertensie.
Dit is typisch in het derde trimester van de zwangerschap.
2. Anamnese
- Administratieve gegevens.
- Sociale anamnese.
- Externe factoren: werk, gezin, beschikbare hulp, …
- Interne factoren: leeftijd, ingesteldheid, angst …
- Obstetrische anamnese huidige zwangerschap:
Algemeen: GPA: graviditeit/ pariteit/ abortus, verlosdatum, tweeling …
Medisch: fysiologisch of pathologische zwangerschap, contra indicaties …
- Obstetrische anamnese vorige zwangerschap:
Zwangerschapsduur, klachten, verloop bevalling …
- Aanwezigheid van huidige klachten.
- Verwachtingen.
3. Inhoud
3.1. Bewustmaken van lichaam en de lichaamsveranderingen tijdens de zwangerschap
- Proprioceptie vormt de basis voor de behandeling.
Dit geeft de kans tot levenslang gezonde automatismen.
Gebruik maken van didactisch leermateriaal.
3.1.1. Proprioceptie bekken en bekkenbodemspieren
- Uitleggen van de anatomie van het bekken.
- Voelen localisatie van het eigen bekken.
- Bekkenkanteling aanvoelen: anterversie/holle rug vs. retroversie/bolle rug.
, 3.1.2. Invloed zwangerschap op de bekken en bekkenbodemspieren
- Toename belasting door groeiende baby, uterus en borsten:
Toename lichaamsgewicht en druk op het bekken, onderrug en BB.
Uitrekking buikspieren waardoor de abdominale doos verzakt.
Verplaatsing van het lichaamszwaartepunt naar anterior.
- Verminderde belastbaarheid door hormonale verwekende invloed:
Bekkenligamenten worden minder sterk.
o Voordeel: bekken kan plaatsmaken voor de bevalling.
o Nadeel: mogelijks bekkengordelpijn.
BB wordt minder sterk.
o Voordeel: BB kan meer plaatsmaken voor de bevalling.
o Nadeel: minder goed functioneren van de BB.
Buikspieren worden minder sterk en je krijgt verzakking abdominale doos.
3.1.3. Correct gebruik bekken en bekkenbodem
- Algemeen stappenplan voor de core-stability:
Stap 1 Proprioceptie: neutrale houding/ fysiologische lordose.
Aanpassing bij zwangere vrouw:
Vb. correctie houding tijdens stand: voeten op schouderbreedte, symmetrisch
steunen op beide voeten, lichte flexie knieën, normale fysiologische lordose …
Stap 2 Coördinatie: analytische contractie transversus abdominis, multifidus en BB-spieren.
Aanpassing bij zwangere vrouw:
Niet te intensief samentrekken om uteruscontracties te vermijden.
Belangrijk niet alleen de contractie maar het bewust relaxeren ook.
Stap 3 Coördinatie: analytische cocontractie transversus abdominis, multifidus en
bekkenbodemspieren.
Stap 4 Stabilisatie: spiercorset gecombineerd met arm-, been- en rompbewegingen ter
activatie van globale spieren.
Stap 5 Stabilisatie: functionele integratie spiercorset.
Aanpassing bij zwangere vrouw:
Rekening houden met externe factoren (werk, hobby …)
Correct gebruiken van BB-spieren tijden HNP.
Correctie hef- en tiltechnieken: enkel in het sagittaal vlak zodat er geen rotaties
voorkomen, zoveel mogelijk door de knieën buigen en dan pas flexie romp, BB
opspannen indien last tijdens heffen, blijven doorademen, last dicht tegen je
aanhouden.