Samenvatting communicatiewetenschap
1. Inleiding
Wat is communicatiewetenschap?
➔ = De wetenschappelijke studie van de relatie tussen media of
communicatieprocessen en de samenleving
➔ Het is een jong veld, een jonge wetenschap (H2, H4, H8)
o Het is jong, maar een heel breed en divers vel (‘fragmentation’?)
▪ Veel interdisciplinaire invloeden → in jobs, organisaties…
▪ Taalaspect → zorgt ook voor veel diversiteit in communicatie
2. Prolegomena
2.1 Theorie en paradigma’s
Wat?
➔ Een samenhangend geheel van modellen en theorieën dat
o Universeel gedeeld wordt
o Kader biedt om de werkelijkheid te analyseren
o Richting biedt aan wetenschappelijk onderzoek
Thomas Samuel Kuhn
Wat?
➔ Structure of scientific revolutions’ = zijn boek.
➔ Hij gaat er van uit dat wetenschap ontwikkeld wordt aan de hand van
revoluties, volgens een bepaald stappenplan.
Stappenplan
1. Normale wetenschap
➢ Mensen doen onderzoek op basis van het dan heersende paradigma
2. Puzzle solving
➢ Vanuit dit onderzoek dat door verschillende mensen wordt gedaan,
ontstaan verschillende kaders. Deze ontstaan op basis van wat de
verschillende mensen ondervinden
3. Paradigma
1
, ➢ Deze verschillende kaders of theorieën rond een bepaald onderwerp
vormen samen één bepaald paradigma
4. Anomalieën
➢ Er zijn altijd een aantal bevindingen van de onderzoekers die botsen
met het heersende kader. Dit zijn anomalieën of uitzonderingen
5. Crisis
➢ Wanneer deze uitzonderingen steeds groter worden, en zich steeds
meer gaan voordoen, ontstaat er een crisis
6. Revoluties of paradigmashift
➢ De crisis bestaat er uit dat twee paradigma’s met elkaar met elkaar
botsen. De anomalie (de uitzondering) gaan zich dan verplaatsen
naar het centrum en vormt een nieuw paradigma. Het ene paradigma
uit de derde stap wordt vervangen door een ander paradigma.
Voorbeeld
De wetenschap rond het al dan niet plat zijn van de aarde is een voorbeeld van
deze opsomming.
1. Onderzoekers doen onderzoek naar of de aarde al dan niet plat is
2. Vanuit dit onderzoek ontstaan verschillende theorieën over de vorm van de
aarde
3. Vanuit deze theorieën vormt zich een paradigma rond de platheid van de
aarde
4. Natuurlijk zijn er ook een aantal onderzoekers die bewijzen verzamelden
dat de aarde een bol is, en dus niet op een bepaald moment stopt.
5. Steeds meer onderzoekers vinden hier bewijzen van, waardoor er een crisis
ontstaat
6. Het paradigma dat de aarde plat is botst met het paradigma dat de aarde
rond is. ‘De aarde is rond’ is hier de anomalie die zich naar het centrum
verplaatst. Dit vervangt het paradigma dat de aarde plat is.
De relevantie van de theorie van Kuhn is beperkt binnen de sociale
wetenschappen. Men spreekt over een evolutie in plaats van een revolutie en er
ontstaat een nieuwe definitie van ‘paradigma’:
➔ Het is een wereldbeschouwing, een achterliggend mens- en
maatschappijbeeld, is de nieuwe definitie van een paradigma
2
, ➔ Cumulatief: er is geen lineaire vooruitgang en er kunnen concurrerende
paradigma’s bestaan. Paradigma’s kunnen naast elkaar bestaan en hoeven
elkaar niet te vervangen zoals volgens Kuhn.
o Vb.: Politieke ideologieën kunnen naast elkaar bestaan en hoeven
elkaar niet te vervangen
Communicatiewetenschappen bestaan uit twee paradigma’s
1. Dominante mainstreamparadigma
➢ 1940 – 1950: USA → institutionalisering → American dream is een
ideaalbeeld dat heel heersend is in de USA
• De VS vormen het centrum van zowel de opkomst van
systematisch sociaalwetenschappelijk onderzoek, als de
ontwikkeling van media tot massamedia
➢ In Europa is de wederopbouw na WOII nog volop aan de gang
➢ Liberaal-pluralistisch mens- en maatschappijbeeld (in theorie)
• De VS komen als grote winnaar uit WOII en staan voor een
open, democratisch georganiseerde, vrije en pluralistische
samenleving → ondanks de armoede, scheiding tussen rijk en
arm, Blank en Zwart, lijkt iedereen er van overtuigd te zijn dat
de VS een georganiseerde staat is.
➢ De tijdsgeest bepaalde het soort theoretische kader dat gevormd
wordt
• Liberaal-pluralisme: Vrijheid van individuen moet de norm zijn
en de belangenvertegenwoordiging van allen in de
samenleving gebeurt via een democratisch verkozen
parlement en regering die gecontroleerd worden door de
rechterlijke macht
➢ De media is de 4e macht die de andere drie machten kan controleren.
Heeft heel sterke effecten in functie van de maatschappij, kan
mensen informeren (en verschillende perspectieven aan bod laten
komen) en tegelijkertijd zorgt de media ook voor ontspanning.
• Het democratische debat dat hieruit volgt is gericht op de tot
stand koming van een zo groot mogelijke eensgezindheid over
de verdere ontwikkeling van de samenleving → de samenleving
3
, evolueert relatief ordelijk gestructureerd en gebaseerd op
consensu, als gevolg hiervan.
➢ Onderzoek: kwantitatieve en positivistische methoden
➢ Theorie: stimulus-respons, functionalisme, informatietheorie
• Functionalistische benadering: media wordt beschouwd als
essentieel in de uitoefening van verschillende functies die
bijdragen aan een integrerende, positief evoluerende en
ordelijke samenleving.
• Informatietheorie: dit inzicht werd gehanteerd om het
communicatieproces te modelleren.
➢ Methodologisch vlak
• Volgen sociaalwetenschappelijke tijdsgeest
• Wetenschap moet gericht zijn op het opvouwen van
generaliseerbare en betrouwbare kennis door middel van
kwantitatieve en positivistische methoden.
→ Vb.: het verzamelen van empirische gegevens door
middel van surveys of experimenten en de analyse er
van via statistiek.
Waarom is het mainstreamparadigma het dominante paradigma?
➔ Het beheerst de communicatiewetenschappen nog steeds op mondiaal
niveau
➔ De VS blijft het epicentrum van de communicatiewetenschappen, in die zin
dat de meeste wetenschappelijke tijdschriften, toonaangevende
universiteiten, of gerenommeerde academici uit de VS komen.
➔ Maar, dit wil niet zeggen dat alle onderzoek onder dit paradigma hetzelfde
is! → er is ruimte voor contestatie
2. Alternatieve kritische paradigma
➢ 1970’s Europa: dit paradigma vertrekt vanuit een aantal kritieken op
het mainstream paradigma
➢ Communicatie en media is manipulatief, systeembevestigend en
ideologisch → kortom, te simplistisch!
• Communicatiemodel zoals dat van Lasswel doet zelden wat het
zegt, er is veel meer dan enkel ruis en via een signaal kan een
boodschap ook bij de foute ontvanger of zelfs geen ontvanger
4