Samenvatting Financieel Management jaar 2 (van het boek + kennisclips)
5 vues 0 fois vendu
Cours
Financieel Management (FIN2)
Établissement
NHTV (NHTV)
Book
Basisboek bedrijfseconomie
In dit document kan je een beknopte samenvatting van de hoofdstukken 11 t/m 14 lezen met de onderwerpen die van belang zijn voor het tentamen! Verder kun je ook een samenvatting vinden van de kennisclips van jaar 2. Ook hier is er alleen een samenvatting gemaakt van de onderwerpen die aan bod zulle...
Samenvatting Finance en accounting (Fa2)
Samenvatting Basisboek bedrijfseconomie fa1 tio
Tout pour ce livre (64)
École, étude et sujet
NHTV (NHTV)
Toeristisch Management
Financieel Management (FIN2)
Tous les documents sur ce sujet (11)
Vendeur
S'abonner
fleurwitsiers
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting
Hoofdstuk 11 – kostenstructuur
Vaste kosten = worden ook wel fixed costs genoemd en deze kosten liggen altijd vast en
hangen dus niet af van hoeveel er geproduceerd wordt. Wanneer je niks produceert maak je
net zoveel kosten als dat je 100.000 producten produceert.
Variabele kosten = zijn de kosten die niet vastliggen en afhangen van de productie die toe of
afneemt.
Variabele kosten:
Proportioneel = de productie blijft in een gelijke verhouding met de kosten.
Deze kosten blijven gelijk aan de productie. Voor één zak chips betaal jij €1,00, voor twee
zakken chips betaal jij €2,00, voor drie zakken chips betaal jij €3,00 etc.
Degressief = als er meer geproduceerd wordt gaan de kosten omlaag.
Deze kosten worden lager naarmate jij meer produceert. Zie het als één shirt waar jij €10,00
voor betaald, maar voor twee shirts betaal jij €18,00 en voor drie shirts betaal jij €24,00 etc.
Progressief = als er meer geproduceerd wordt gaan de kosten omhoog.
Progressief variabele kosten zijn kosten die stijgen naarmate je meer produceert. Dit is
precies het tegenovergestelde van degressief variabele kosten. Wanneer jij een boek koopt
van €20, maar als je twee boeken koopt kost dit jou €45. Dit is niet realistisch, maar zo werkt
dit voorbeeld wel.
Trapsgewijs = er wordt iets geproduceerd per een bepaald aantal hoeveelheden en per die
hoeveelheden is de prijs gelijk. Bij de nieuwe aantallen in een andere periode gaan de prijzen
weer omhoog per bepaald aantal.
Variabele kosten per eenheid = zijn de kosten die niet vastliggen en dus telkens veranderen,
maar dan per product.
Gemengde kosten = kosten die voor een deel vast zijn en voor een deel variabel.
Break-evenanalyse = het punt waarop er geen winst en geen verlies plaatsvindt. Dus het 0-
punt. De formule die hierbij hoort is: de totale vaste kosten/ (verkoopprijs – variabele kosten
per eenheid). Met deze formule kan er berekent worden hoeveel producten er gemaakt
moeten worden om alle vaste en variabele kosten te kunnen betalen/dekken. Het kan gezien
worden dat de onderneming quitte speelt. Mocht er sprake zijn van een winstdoelstelling
dan kan deze opgeteld worden bij de vaste kosten, de formule komt er dan als volgt uit te
zien: vaste koste + winstdoelstelling/ verkoopprijs – variabele kosten per eenheid.
- De opbrengsten en kosten hebben een lineair verloop en zijn dus gelijk aan elkaar.
- Er wordt 1 soort product geproduceerd.
- Productie = afzet
In de formule van de break-even afzet komt ook de dekkingsbijdrage naar voren, namelijk;
, (Verkoopprijs – variabele kosten). Een ander woord voor dekkingsbijdrage is de
contributiemarge. Dit wil zeggen dat alle vaste kosten gedekt kunnen worden en het wordt
gezien als een stukje winst om dit te kunnen doen.
De veiligheidsmarge = huidige afzet – break-evenafzet/ huidige afzet
Hier komt een percentage uit waarmee de huidige afzet of omzet maximaal mag afnemen
om niet onder het break-even punt te komen.
Hoofdstuk 12 – kostencalculaties
Absorption costing = integrale kostprijs
Hierbij wordt de volgende formule gebruikt: vaste kosten/ normale bezetting (productie) +
variabele kosten/ werkelijke bezetting (productie).
Soms kan het zo zijn dat de variabele kosten per eenheid al berekend zijn, dan hoef je
natuurlijk niet de variabele kosten nog eens te delen door de werkelijke productie.
De integrale kostprijs wil zeggen, de prijs dat het kost om een product te maken.
Normale bezetting = de productie die standaard is.
Werkelijke bezetting = de producten die daadwerkelijk geproduceerd worden.
Een andere manier om een kostprijs te berekenen is met behulp van direct costing. Het
verschil tussen direct costing en absorption costing is dat bij absorption costing alle kosten
worden meegenomen: vaste kosten en variabele kosten. En bij direct costing worden alleen
de variabele kosten in de formule meegenomen: variabele kosten/ werkelijke bezetting.
Het bezettingsresultaat = werkelijke bezetting – normale bezetting x de vaste kosten per
product hebben we evenveel geproduceerd als verwacht?
Transactieresultaat = verkoopresultaat = omzet – integrale kostprijs
Bezettingsgraad = werkelijke bezetting/ beschikbare eenheden x 100%
Om de winst te kunnen berekenen begin je altijd met de omzet.
Omzet = afzet x verkoopprijs
Vervolgens haal je hier de totale kosten vanaf (dus vaste en variabele kosten) kostprijs
per eenheid x afzet.
Winst berekenen met absorption costing:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fleurwitsiers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.