DOELGROEP 1
100 % open vragen
GEBRUIKTE AFKORTINGEN:
VB = verstandelijke beperking
DVB = diep verstandelijke beperking
EVB = ernstig verstandelijke beperking
LVB = licht verstandelijke beperking
EMB = ernstig meervoudige beperking
ASS = autismespectrumstoornis
LB = lichamelijke beperking
NAH = niet aangeboren hersenletsel
1. PERSONEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING
1.2 TERMINOLOGIE
1.2.1 verstandelijke beperking als een beperkt IQ?
vroeger werden personen met een VB ‘gekken’, ‘idioten’, ‘debielen’... genoemd
BINET EN SIMON ontwikkelde begin vorige eeuw een intelligentietest en beschreven
een normaal en afwijkend intelligentiequotiënt
= dit vormde de basis om mensen met een VB te definiëren als mensen met een beperkt
intelligentiequotiënt
= stoornisdenken, want men ging ervan uit dat een VB het gevolg was van een tekort dat
geheel in de persoon ligt en dat in cijfers uit te drukken was
→ ‘debiel, imbeciel’ werd niet als kwetsend/beledigend bedoeld
het was normaal om deze beperkte mensen zo de etiketteren en hen in een apart
onderwijs af te zonderen
1.2.2 verstandelijke beperking als sociaal probleem?
eind vorige eeuw kwam er een paradigmashift
= de beeldvorming over en de benadering van personen met een VB veranderde
→ het idee ontstond dat mensen in bijzondere instituten zich minder goed
kunnen ontwikkelen
→ het werd duidelijk dat de hinder die een persoon ondervindt van zijn beperkt
intellectueel functioneren sterk bepaald is door de context waarin hij leeft
TER ILLUSTRATIE: in sommige culturen is het belangrijk dat je een moeilijk uitleg kunt
begrijpen, dat je kunt denken, dat je kunt spreken…
in andere culturen worden er andere eisen gesteld zoals een goede handarbeid kunnen
leveren
1
,→ dit wijst erop dat de ernst van van een VB erg afhangt van de interactie met de
omgeving
het stoornisdenken over een VB verandert naar een bredere kijk:
een socio-ecologische visie
1.2.3 huidige omschrijving van ‘verstandelijke beperking’
volgens AAIDD1:
intellectual disability is a disability characterized by significant limitations in
both intellectual functioning and in adaptive behavior, which covers many
everyday social and practical skills
this disability originates before the age of 18
ONTRAFELING VAN BOVENSTAANDE DEFINITIE:
● een VB leidt tot problemen in het dagdagelijkse functioneren
= functioneringsproblemen
● deze functioneringsproblemen ontstaan onder meer door beperkte intellectuele
vaardigheden
m.a.w. een IQ van 70 of minder
vb. redeneren, plannen, problemen oplossen, abstract denken…
● adaptief gedrag = de mogelijkheden die iemand heeft om te beantwoorden aan de
eisen van de omgeving, om zich aan te passen aan wat men van mensen van
dezelfde leeftijd verwacht, binnen die specifieke cultuur
→ dit adaptief gedrag/ deze adaptieve vaardigheden worden in 3 categorieën
opgesplitst
1. conceptuele vaardigheden: lezen, taal, schrijven, geldbegrip, zelfbepaling
= vaardigheden die je kan gebruiken om zelf vorm te geven aan je leven, om te
beslissen in je eigen leven
2. sociale vaardigheden: interpersoonlijk contact, verantwoording besef, weerstand
bieden aan negatieve beïnvloeding, zich houden aan wetten en regels
3. praktische vaardigheden: eten, aankleden, lichaamszorg, verplaatsen,
huishoudelijke activiteiten, vermijden van gevaarlijke situaties…
● de functionele beperking moet duidelijk zijn voor de leeftijd van 18 jaar
→ een VB is een ontwikkelingsstoornis
→ meestal ontstaan ontwikkelingsstoornissen kort voor, tijdens of kort na de geboorte en
worden ze ten laatste in het begin van de lagere school opgemerkt
1 AAIDD = American Association on Intellectual and Developmental Disabilities
2
,kinderen leggen de basis van cognitieve2 en adaptieve vaardigheden in de eerste 12
levensjaren
; maar toch legt men de grens op 18 jaar om uitzonderingen mee op te nemen
er bestaan ook personen die op latere leeftijd tijdelijke of blijvende tekorten ervaren
→ vb. niet-aangeboren hersenletsel, dementie
CONCLUSIE
een VB is niet zomaar een stoornis of een persoonskenmerk
; het is een samenspel van factoren
- intelligentie
- omgeving
- verwachtingen van de omgeving
die bepalen of de persoon met VB al dan niet veel uit de boot valt
wanneer er gevraagd wordt om de definitie volgens AAIDD te geven, mag dit in eigen woorden, maar zorg ervoor dat de
vetgedrukte woorden zeker worden vermeldt
1.2.4 gevolgen van de nieuwe definitie voor terminologie
AAIDD kiest voor de term ‘disability’ of ‘handicap/beperking’ i.p.v. de term ‘stoornis’
→ waarom?
zo benadrukken zij dat er een mismatch is tussen de mogelijkheden van de persoon en
de verwachtingen van de maatschappij
people first3 = zeer belangrijk!
→ we gaan niet uit van een ‘mongool’ ‘een downer’
we gaan ook niet uit van een ‘mentaal gehandicapte’
we gaan wél uit van ‘personen met een beperking of handicap’
1.2.5 gevolgen van deze definitie in het werkveld
de diagnose mag niet meer afhangen van IQ-score
classificerende diagnostiek is nodig om te bepalen of een persoon wel degelijk
een VB heeft
→ dit kan nodig zijn om te zien of hij/ zij in aanmerking komt voor hulp en
ondersteuning (VAPH, toerekeningsvatbaarheid, PVF budget…)
2 cognitief = leren, geheugen, denken, onthouden...
3 naast AAIDD, bestaan er nog modellen die een VB definiëren (DSM-5 en IDC11), maar alle 3 de
modellen gaan uit van een ‘people first’ benadering
3
, VROEGER nam men enkel een intelligentietest af om te zien of een persoon een VB had
NU wordt er ook rekening gehouden met het IQ (gelijk of lager aan 70)
MAAR daar wordt het criterium ‘adaptieve vaardigheden’ ook nog bij geplaatst
→ een IQ test alleen mag niet meer worden gebruikt om de ernst van de VB in te
delen in lichte, matige of ernstige VB
waarom?
1. men kijkt nu steeds kritischer naar de waarde van de intelligentietesten, want
- de testen zijn te weinig afgestemd op personen uit verschillende culturen
- een IQ cijfer is een statisch cijfer, terwijl mensen heel dynamisch zijn
- een intelligentiemeting bij een persoon met een zwakke intelligentie is niet
goed uit te voeren en dus onbetrouwbaar
2. de personen met een IQ van 70 of net boven 70 hebben ook ondersteuning nodig
ze zijn namelijk zwakbegaafd
VOORBEELD
Maartje klinkt met haar IQ van 69 minder beperkt dan Sandra met een IQ van 5
maar Maartje kan met haar laag IQ ook nog steeds in schulden terecht komen, niet naar
school gaan, in aanraking komen met loverboys...
geclassificeerde diagnostiek bij jonge kinderen is heel moeilijk
: vooral bij kinderen onder de 5 jaar zijn de huidige testen onvoldoende
betrouwbaar
→ als kinderen onder de 5 jaar bepaalde mijlpalen in cognitieve, sociale of
motorische ontwikkeling niet halen, wordt eerder de diagnose globale
ontwikkelingsvertraging gebruikt
→ men hertest later om te zien of ze een VB hebben
conclusie: adaptieve vaardigheden scoren is ook zeer belangrijk!
→ hoe?
a.d.h.v. vragenlijsten, observatieschalen (vb. VABS4 of SRZ5)
handelsgerichte diagnostiek = het proces waarbij de ondersteuningsvraag van een
persoon in kaart wordt gebracht om ook de juiste ondersteuning te kunnen bieden
→ voor deze diagnostiek heeft AAIDD een specifiek model opgesteld
4 VABS = Vineland Adaptive Behaviour Scales
5 SRZ = Sociale Redzaamheidsschaal Zwakzinnigen
4