Begrippen:
- Rechtsstaat: doel is het creëren van vrijheid voor de burger, maar staatsmacht moet
wel begrensd worden door:
o Legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder wet. Zowel de overheid als de
burgers zijn gebonden aan de wet. Als de overheid dwang wil toepassen, dan
moet de bevoegdheid daartoe in de wet staan. De wetgeving kun je
terugvinden in de rechtsbronnen.
o Scheiding van macht (trias politica): overheidsmacht bestaat uit 3
onderdelen: wetgevende macht en uitvoerende macht (wetten bedenken en
uitvoeren), de rechterlijke macht (het uitspreken van rechten ten gevolge van
de wetten) en de controlerende macht. Het is belangrijk om deze machten te
scheiden.
In Nederland wordt de wetgeving gemaakt door de Staten-Generaal
(Eerste en Tweede Kamer) en de regering (ministers en de koning). Zij
maken de hoogste wetgeving waarbij de koning ondertekend.
De regering/ het kabinet voert de wetgeving uit.
Een rechter die spreekt recht.
o Waarborging van de grondrechten: vrijheden zitten verankerd in de
grondwet. Deze wet is veel moeilijk aan te passen dan een reguliere wet.
Thorbecke herzag de grondwet in 1848.
Klassieke grondrechten: grondrechten die zeggen dat de overheid iets
niet doet. Dit geeft vrijheid aan de burger.
Sociale grondrechten: de overheid komt in actie waardoor de burger,
vrijheid kan krijgen. Bijvoorbeeld het bevorderen van vrijheid van
onderwijs. De burger kan zich hier niet op beroepen omdat de rechter
niet aan de grondweg mag toetsen (scheiding van macht).
o Rechtspraak door onafhankelijke en onpartijdige rechters: de rechters
worden voor het leven benoemd (onafhankelijk). De rechters doen uitspraken
zonder invloed van de andere machten (onpartijdig).
- Rechtsbronnen:
o Verdrag: staat in het Nederlandse rechtssysteem bovenaan. Hier moeten we
ons altijd aan houden.
o Wet: vind je terug in wetboeken. Wet wordt altijd gemaakt voor iedereen.
o Jurisprudentie: uitspraken van een rechter. Soms is een wet te algemeen dat
het niet past voor een zaak waar de rechter mee bezig is. Jurisprudentie is het
vormen van nieuwe wetten door hogere rechters.
o Gewoonterecht
- Mensenrechten: iedereen is vrij en gelijk en daarom heeft iedereen
onvervreemdbare rechten (Locke, 1690). Aan de rechten van de mens, kan een
rechter wél toetsen.
, o Universele verklaring Rechten van de Mens (UVRM) (1948): verklaring
Verenigde Naties. Voorwaarden om mee te doen: ieder land heeft zich
hieraan te houden en zorgt niet voor een hogere macht met andere
verklaringen.
o Europees verdrag van de Recht van de Mens (EVRM) (1950): Europa heeft
zich niet gehouden aan het UVRM en heeft het EVRM opgesteld. Als je hier
niet aan houdt, word je beboet.
o Beperkingen mensenrechten: Hannah Ahrendt: mensenrechten zijn voor
iedereen, grondrechten zijn voor burgers. Geen burger van de samenleving
betekent geen rechten. We hebben geen wereldsamenleving maar losse
samenlevingen. Vluchtelingen die buiten de samenleving vallen, hebben niets.
- Democratische rechtsstaat/ parlementaire democratie: het volk kiest het parlement
(Eerste en Tweede Kamer). Zij controleren de regering (Minister-president, ministers
en de koning) en het kabinet (Minister-president, ministers en de
staatssecretarissen).
o Vrije, eerlijke en geheime verkiezingen.
o Streven naar politieke gelijkheid voor iedereen.
o Non-gouvernementele organisaties: vallen niet onder de overheid, streven
politiek en maatschappelijk belang na en hebben geen commerciële
betalingen.
o Vrije media: het is belangrijk dat je onafhankelijk een vrije media hebt, die
kunnen zeggen wat ze willen, zonder dat de overheid bepaalt wat ze moeten
zeggen. Dit zou niet democratisch zijn.
- Drie grote politieke stromingen:
o Christendemocratie: christelijk mensbeeld. Gemeenschapszin,
rentmeesterschap en zorg voor naasten vormen haar kernwaarden.
o Sociaaldemocratie: zorgend/ economisch mensbeeld. Willen best meer
belasting betalen om kwetsbaren te helpen.
o Liberalisme: autonoom mensbeeld. Zo min mogelijk regels. Het erg vinden als
je beperkt wordt.
- Hoe heb je invloed op het landbestuur:
o Demonstreren.
o Petitierecht. Handtekeningen verzamelen.
o Referendum. Keuze over een bepaalde vraag waar de overheid mee verder
moet.
, Les 2: Privacywet
Begrippen:
- Recht op privacy vanuit grondrecht en mensenrecht: sinds de invoering van de AVG
in 2018 is de bewustwording waarom privacy zo belangrijk is, veel groter geworden.
Alleen als je toestemming geeft, mogen jouw gegevens gebruikt worden voor een
databestand.
- Privacy: persoonsgegevens zijn van een individu en het individu mag zelf bepalen wat
hier mee gedaan wordt.
- Persoonsgegevens: alle gegevens die een verhaal vertellen over het individu.
- AVG (Algemene Verordening voor Gegevensbescherming): bedoeld voor alle
handelingen m.b.t. het gebruik van gegevens. Bestaat vanaf mei 2018.
Vuistregels bij gegevensverwerking AVG:
1. Goede reden hebben = grondslag.
1. Overeenkomst (de gegevens zijn noodzakelijk voor uitvoering).
2. Wettelijke plicht (gegevens zijn noodzakelijk voor uitvoeren wettelijke
plicht. In de wet staat dat dit mag en daarom hoef je geen
toestemming te vragen).
3. Taak in algemeen belang of openbaar gezag (voor uitvoering van
publiekrechtelijk taak is gegevensverzameling noodzakelijk.
Bijvoorbeeld als je iemand tot beschikking wilt stellen voor WMO. In
dit geval heb je gegevens nodig).
4. Toestemming (als de bovenste 3 niet van toepassing zijn, moet je
toestemming vragen).
5. Gerechtvaardigd belang (komt niet vaak voor in de zorg).
6. Vitaal belang (als 1 t/m 4 niet gelden maar je moet informatie delen
voor bijv. acute, dringende, noodzakelijke bescherming van belangen
betrokkene of andere persoon).
2. Rechten van de betrokken respecteren (waarom en hoelang gegevens
verwerken en houden).
3. Zo min mogelijk en zo kort mogelijk gegevens verwerken.
4. Transparantie: hoe ga je om met de gegevens = privacy statement.
5. Goedwerkend automatiseringssysteem.
- Rechten van betrokkenen:
1. Benoem doel = doelbinding.
2. Benoem grondslag.
3. Benoem ontvanger/ categorie ontvangers.
4. Benoem bewaartermijn.
5. Wij hem/ haar op volgende rechten: recht op inzage, correctie, beperking en
verwijdering van gegevens (verwijderen is niet verplicht), recht van
overdracht en recht van niet-profilering.
- WGBO: beroepsgeheim:
1. Alleen gegevens delen met toestemming, tenzij;
2. Meldingsplicht bij bepaalde besmettelijke ziekten (denk aan corona).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sten2603. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.