Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitwerking hoorcolleges Behandeling en interventies gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en ontwikkelingsproblemen () €6,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Uitwerking hoorcolleges Behandeling en interventies gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en ontwikkelingsproblemen ()

11 revues
 198 vues  5 achats
  • Cours
  • Établissement

In dit document zijn alle 8 hoorcolleges en de kennisclips van het vak Behandeling en Interventies gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en ontwikkelingsproblemen uitgewerkt. De titels van de hoorcolleges en kennisclips zijn opgenomen op de eerste pagina van het document. Dit document i...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 3 année de cela

Aperçu 5 sur 41  pages

  • 6 avril 2021
  • 10 avril 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Martine mönch
  • Toutes les classes

11  revues

review-writer-avatar

Par: burcukazan2 • 5 mois de cela

review-writer-avatar

Par: christallyc • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: myrthevandenheijkant • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: olindewouda • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: mirthe2003 • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: lisafranke1 • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: mellyxa • 2 année de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
UITWERKINGEN HOORCOLLEGES EN KENNISCLIPS
~ Behandeling en interventies gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en
ontwikkelingsproblemen – 200300085 ~

INHOUD
HOORCOLLEGE 1 (Ortho)pedagogiek als handelingswetenschap + overzicht
behandelperspectieven .............................................................................................................. 1
HOORCOLLEGE 2 Het leertheoretisch kader als behandelingsperspectief ............................ 6
HOORCOLLEGE 3 Van interventieonderzoek naar richtlijnen ................................................12
HOORCOLLEGE 4 (Cognitieve) gedragstherapie nader uitgewerkt .......................................16
HOORCOLLEGE 5 Behandeling en interventie in het veld leerlingenzorg .............................19
HOORCOLLEGE 6 Protocollair, transdiagnostisch of modulair werken? ...............................24
HOORCOLLEGE 7 Non-specifieke factoren van behandeling met het accent op
gehandicaptenzorg ....................................................................................................................28
HOORCOLLEGE 8 Het gezin als focus voor behandeling ......................................................33
Kennisclip functieanalyse ......................................................................................................35
Kennisclip holistische theorie ...............................................................................................37
Kennisclip registratieopdracht ..............................................................................................39
Kennisclip angstladder (vGCT) .............................................................................................40
Kennisclip neerwaartse pijltechniek .....................................................................................40
Kennisclip gedragsexperiment..............................................................................................40
Kennisclip meerdimensionaal evalueren .............................................................................41
Kennisclip taartpunttechniek.................................................................................................41


HOORCOLLEGE 1 (Ortho)pedagogiek als handelingswetenschap + overzicht behandelper-
spectieven

Orthopedagogiek als handelingswetenschap
Het doel van orthopedagogisch ingrijpen is het kind helpen bij de maatschappelijke integratie.
Dit doet een professional door kennis over procedures en methodieken te combineren met
kunde met als doel dat te realiseren dat gewenst is. Dit is een normatief gezichtspunt (rich-
tinggevend). Het oorspronkelijke object van de orthopedagogiek is het afwijkende kind: een
kind dat moeilijk opvoedbaar is, leerproblemen heeft of fysiek of mentaal beperkt is.

De hulpverlening binnen orthopedagogiek wordt vaak gegroepeerd door aan de ene kant di-
agnostiek en aan de andere kant behandeling te plaatsen. De diagnostische cyclus gaat zo
over in de stappen voorafgaand aan de behandeling. De indicatieanalyse is hier het schar-
nierpunt: je komt tot een wetenschappe-
lijke onderbouwing over de best passende
behandeling (indicerende diagnose). Con-
creet heb je dan een lijst met typen inter-
venties die afgestemd zijn op de cliënt, de
doelen, indicaties en contra-indicaties
voor die casus. Uiteindelijk leidt de indica-
tieanalyse tot het kiezen van een type in-
terventie en doelstelling. Daarmee rond je
de diagnostische cyclus af en start je een
nieuwe empirische cyclus: de
Document niet delen zonder toestemming van de maker (Talitha van der Meijden)
1

,therapiecyclus. Deze bestaat uit planning en uitvoering van behandeling en de beoordeling
van het effect.

Binnen orthopedagogiek als handelingswetenschap worden kinderen geholpen volgens de
volgende stelling: Gewoon als het kan, speciaal als het moet. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van een getrapte methode; er wordt begonnen bij de lichtste vorm van ondersteuning en als
dat niet werkt, ga je naar een ‘zwaardere’ behandeling.
Binnen de onderscheiden fasen in het hulpverleningsproces (zie bovenstaande afbeelding)
wordt er beslissingsmomenten ingebouwd die het handelen sturen (regulatieve cyclus). Te-
gelijkertijd wordt de voortgang bewaakt door onderzoeksmomenten in te bouwen (empirische
subcyli). Zo wordt dus de regulatieve cyclus ondersteund door de empirische cyclus van De
Groot om op betrouwbare en valide manier informatie te verzamelen.




De regulatieve cyclus (Van Strien, 1986) heeft de volgende fasen:
1. Probleemherkenning: wat zijn de klachten?
2. Probleemdefiniëring: wat is er echt aan de hand?
3. Bedenken en afwegen van handelingsmogelijkheden: hoe kun je de doelen bereiken?
4. Maken van een plan: hoe gaan we de behandeling vormgeven? Deze stap maak je in een
adviesgesprek. Hierbij geef je informatie over de onderkennende en verklarende diagnose
en controleer je je werk door de reactie van de cliënt te peilen. Verder kom je tot een
overeenstemming over de aanbevelingen (indicerende diagnose).
5. Plan uitvoeren: behandeling inzetten.
6. Evaluatie: hoe is het gegaan? Zijn de doelen bereikt? Wat had anders gekund?

Complexiteit van behandeling
- Het integreren van gegevens uit de eerdere stappen in de behandeling wordt complexer
naarmate de problematiek veelzijdiger is en er meer disciplines betrokken zijn. Zo is het
mogelijk dat er problematiek aanwezig is uit meerdere domeinen (sociaal, psychologisch,
etc.). Verschillende disciplines gebruiken verder andere theoretische oriëntaties en instru-
menten waardoor een integratie van gegevens moeilijker wordt.
- Er zijn uiteindelijk veel factoren die invloed hebben op het uiteindelijke resultaat van de
behandeling. Een behandeling kan een negatief resultaat hebben als gevolg van verschil-
lende oorzaken, bijv. een onjuiste diagnostiek met verklarende factoren, onduidelijke doel-
stelling of een verkeerde uitvoering van het behandelplan.
- Dialogische gerichtheid van de orthopedagoog: je hebt altijd te maken met het risico op
beschuldiging of incompententieverklaring. Ouders kunnen bijv. het falen van de behande-
ling toeschrijven aan: “Jullie hebben het niet goed gedaan, het komt niet door ons.” Daarom
is het belangrijk dat het contact met cliënten en cliëntsystemen altijd goed is.


Document niet delen zonder toestemming van de maker (Talitha van der Meijden)
2

,In het behandelingsproces moet je als orthopedagoog rekening houden met het ontwikke-
lingsniveau van de jeugdige. Bij een kind is er de noodzaak om therapietechnieken af te
stemmen op de cognitieve en sociale ontwikkeling. De nadruk ligt bij hen veel meer op non-
verbale communicatie (gebruik maken van spelkamer) dan bij adolescenten. Daarnaast is een
kind nog afhankelijk van anderen, waardoor je in het behandelingstraject ook vanzelfsprekend
te maken hebt met anderen (ouders, andere gezinsleden). Een interventie kan dan ook gericht
zijn op meerdere personen.

Ethische kwesties als orthopedagoog in het behandelingsproces:
- Wie is de cliënt? De ouders, het kind, nog iemand anders?
- Wat doe je als het kind zich verzet tegen de behandeling?
- In hoeverre is het kind in staat om betrokken te worden bij beslissingen die hem aangaan?
- Wat is belangrijker: de vertrouwelijkheid met of de veiligheid van het kind?

Proces van aanmelding tot behandeling




Overzicht van behandelperspectieven
Systemisch kader
Visie / mensbeeld / etiologie:
- Focus op gezinsfunctioneren en verstoorde interactie- en communicatiepatronen.
- Opvoederskenmerken.
- Wederkerigheid in ouder-kind interactie: hyperactief kind vraagt wat anders van de ouders dan een
rustig kind.

Diagnostiek:


Document niet delen zonder toestemming van de maker (Talitha van der Meijden)
3

,- Gedrag niet geïsoleerd bekijken. Men wil zicht krijgen op het gezinsfunctioneren. Men dient te kijken
in meerdere (sub-)systemen. Niet alleen het kind wordt gezien als het probleem (zondebok-feno-
meen).
- Instrumenten: gezinsobservatie, gezinsvragenlijsten, gezinsinterview, genogram

Visie op behandeling:
- Focus: gezinssysteem. Gezin als geheel.
- Doel: gezonde gezinnen met gedeelde rollen.
- Aanpak: zorgen voor gezond en evenwichtig gezinssysteem. Succes interventie afhankelijk van
betrokkenheid van het gezin.

Interventies vanuit model: Aangrijpingspunten in het gezinssysteem.
- Gezinstherapie (systeemtherapie)
Oudergroepen, oudertherapie

Psychodynamisch kader
Visie / mensbeeld:
Persoonlijkheid is de uitkomst van een ontwikkelingsproces die bestaat uit 3 belangrijke structuren:
- Id: lustprincipe. Geen kennis van objectieve realiteit. Gericht op bevrediging van biologische be-
hoeftes.
- Ego: realiteitsprincipe. Bedoelt om id te temperen. Uitvoerder van persoonlijkheid. Controleert jouw
acties door te bemiddelen tussen id en maatschappij.
- Superego: ego-ideaal (dit wil je bereiken; positief), geweten, moreel besef. Superego wordt ge-
vormd door normen uit maatschappij en streeft naar perfectie. Superego staat dus tegenover id.
Gedrag is gevolg van interactie van deze 3 structuren. Energie tussen deze structuren blijft altijd
bestaan, maar de verhouding verschilt.

Etiologie (oorzaak van problemen):
Sociaal-emotionele ontwikkeling raakt verstoord door het niet succesvol oplossen van een conflict
(tussen id, ego en superego). Conflict is ontstaan in de orale, anale of fallische fase. Kind moet pro-
blemen oplossen in bepaalde fasen. Als het oplossen van het conflict niet is gelukt, krijg je problemen.
- Orale fase: mond is erogene zone. Baby 0-2 jaar. Uitingen van agressie zijn bijten, spugen. Pro-
blemen bij fixatie zie je op latere leeftijd sarcasme, gulzigheid, in discussie zijn, overmatig afhanke-
lijk zijn.
- Anale fase: 2-4 jaar. Fase waarin het kind zindelijk wordt. Belangrijk voor autonomie. Je moeder
ter wille zijn of juist niet in stap naar zindelijkheid. Uitingen van agressie: vernielingen, woede, over
gecontroleerd gedrag.
- Fallische fase: 4-6 jaar. Geslachtsverschil is al ontdekt. Kinderen zijn trots op lichaam. Kinderen
zijn bezig met relatie met hun ouders. Uitingen van agressie: dominantie.
- Seksuele verlangens ten opzichte van de ouder van het andere geslacht en rivaliteit t en opzichte
van de ouder van hetzelfde geslacht. Oedipuscomplex = jongens t.o.v. moeders. Elektracomplex
= meisjes t.o.v. vaders.

Diagnostiek:
- Interview vroege ontwikkeling (anamnese). Goed navragen hoe psychoseksuele fasen doorlopen
zijn.
- Projectiemateriaal: vertelplaten, zin-aanvullijsten, tekeningen en spel. Twijfels aan betrouwbaar-
heid van projectiemateriaal, wees hier voorzichtig mee.

Visie op behandeling:
- Geblokkeerde ontwikkeling weer op gang brengen door het kind inzicht te geven in tegenstrijdige
wensen/gevoelens.

Document niet delen zonder toestemming van de maker (Talitha van der Meijden)
4

, - Beïnvloeden van de objectrelaties (relaties met significante anderen)

Interventies vanuit model:
Speltherapie: Melanie Klein (1930): Eerste analyticus die de rol van ‘spel’ benadrukte bij de behan-
deling van kinderen. De psychoanalytische interpretatie van het spel van het kind als equivalent van
de vrije associatie.


Client-centered kader (humanistisch model)
Visie / mensbeeld: Cliëntgerichte benadering. Deze benadering gaat uit van het goede in de mens.
Ontwikkeling van het ‘self-concept’:
- ‘Organismic valuing process’: ieder individu heeft de innerlijke behoefte zichzelf te ontplooien
(‘self’).
- ‘Need for positive regard’: kind heeft een elementaire behoefte aan waardering van de ouders (‘ex-
perience’)

Etiologie (oorzaak van problemen): Er is sprake van een verstoring in de ontwikkeling van het ‘self-
concept’ als gevolg van incongruente tussen het ‘self’ en ‘experience’. Incongruentie tussen wat je
zoekt en wat er van je wordt verwacht.

Diagnostiek: Is er niet. Diagnostische instrumenten krijgen geen plek in dit model. dat gaat er name-
lijk van uit dat er iets niet goed is in het kind, maar dat zegt dit model juist niet. Alleen om te kijken of
cliënt geschikt is voor behandeling.

Visie op behandeling:
- Omgeving creëren die gekenmerkt wordt door onvoorwaardelijke positieve acceptatie.
- Het ontwikkelen van een positief self-concept en daarmee een basis creëren voor de ervaring van
zelfactualisatie.

Interventies vanuit model: Virginia Axline (speltherapie):
1. Relatie: warmte en acceptatie
2. Permissieve houding: uitnodigen tot vrije expressie van gevoelens. Kind moet zelf interpreteren.
3. Respect voor kind, vertrouwen in eigen vermogen problemen op te lossen, het kind weet zelf wel
wat goed is voor zichzelf.
Non-directieve instelling; cliënt geeft de richting aan en de therapeut volgt.

Biomedisch kader
Visie / mensbeeld: Gedrag kan worden verklaard door de bestudering van neuropsychologische
processen / genetische processen / fysiologische processen. Al dan niet in interactie met een
stressvolle omgeving.

Etiologie: Gedragsproblemen en emotionele problemen zijn terug te voeren op hersenorganisatie-
dysfuncties. Oorzaken zijn genetisch, biochemisch/ neurologisch (neurotransmitters, organische
factoren, metabolische factoren) of temperament.

Diagnostiek: Ontwikkelingsgeschiedenis (anamnese) en neuro(psycho)logisch onderzoek (EEG,
CT, MRI). Relatie leggen tussen hersenen en gedrag.

Visie op behandeling: Wijzigingen aanbrengen in (chemische huishouding) hersengebieden, bijv.
bij ADHD in frontale deel.

Interventies vanuit model: Diëten of medicatie: stimulantia, anti-depressiva (tricyclisch, SSRI’s,
lithium), neuoleptica (anti-psychotica), anti-convulsiva (anti-epileptica).
Document niet delen zonder toestemming van de maker (Talitha van der Meijden)
5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur -talitha-. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73243 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  5x  vendu
  • (11)
  Ajouter