Bakker- klinisch redeneren bij ouderen samenvatting bs3&4
ZVOV - Hoofdstuk 4: screening en geriatrisch assessment
Gerontologie samenvatting alle hoofstukken !
Tout pour ce livre (35)
École, étude et sujet
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Verpleegkunde / HBO-V
Geriatrie En Gerontologie
Tous les documents sur ce sujet (6)
Vendeur
S'abonner
StudieMir
Aperçu du contenu
3.3 Geriatrie en Gerontologie
LT1
Mythes en stereotyperingen uit literatuur over ouderen
Oud zijn is ziek zijn, oude hersenen leren niet meer, genen zijn bepalend, het is te laat om iets
nieuws te beginnen, ouderen zijn afhankelijk.
Hoe zijn verschillende modellenen theorieën over ouderen van invloed op de zorg
Twee soorten; kans en noodlot
Kans: wear-en-tear-theorie (slijtagetheorie): lichaam slijt en herstelt
Kans: free-radicals-theorie: schade door vrije radicalen
Noodlot: auto-immuuntheorie: vermindering van het immuunsysteem is in verband gebracht met
leeftijd gerelateerde kwetsbaarheid.
Noodlot: ageing-clock-theorie: verouderen is geprogrammeerd in ons lichaam
Noodlot: cellulaire theorie: veroudering is het resultaat van een progressieve verzwakking van de
capaciteit van de celdeling
Assimilatie- en accomodatietheorie: gebaseerd op de gedachte dat mensen op latere leeftijd veel
biologische, sociale en psychische uitdagingen en verliezen ervaren, wat grote invloed heeft.
Assimilatiecoping: actief proberen de omgeving te veranderen. Accommodatieve coping: doelen
naar beneden bijstellen. Ouderen nemen zelf een actieve rol in.
Sociaal-emotionele selectiviteitstheorie: ouderen hebben minder vaak negatieve emoties, positieve
blijft gelijk. Ouderen willen het positieve behouden omdat het leven nog maar kort is.
Modernization-theorie: status van ouderen wordt minder naarmate de samenleving moderner
wordt.
Disengagement-theorie: (ontkoppelen) zowel samenleving als oudere zelfhoud zich bezig met
scheiding, onttrekking van de maatschappij
Activiteits- en continuïteitstheorie: mensen zijn tevredener wanneer ze actiever zijn.
LT2
Definitie van het begrip kwetsbaarheid (vanuit literatuur en oudere zelf)
-lichamelijke kwetsbaarheid (smal)
-psychische en sociale kwetsbaarheid (breed)
-de oudere zelf: bedreiging voor kwaliteit van leven
De vijf stappen van het Comprehensive Geriatric Assessment en de in te zetten methodes.
CGA: multidisciplinair onderzoek dat de multiple problemen van een oudere zo veel mogelijk
opspoort, beschrijft en verklaart en de capaciteiten en zorgbehoeften van de persoon onderzoekt,
om zo te komen tot een gecoördineerd en integraal zorgplan voor het individu. Vier domeinen:
somatisch, psychisch, sociaal, functioneel.
, Meetinstrumenten voor CGA: DEFENCE-zorgmodel, Easycare, InterRai, GOUD, TraZAG, Fit, Om U.
Lineair: dominomodel; logische opeenvolging van met elkaar samenhangende ziektes en
(neven)effecten van behandeling (eerste ziekte veroorzaakt kettingreactie). Synergistisch; lineaire
optelsom van niet aan elkaar gerelateerde ziekten en (neven)effecten van behandeling (cascade
breakdown)
Intergratief gerodynamisch model: gericht op ontwikkelingsperspectief vanaf de geboorte.
Levenslang veranderproces van conceptie tot overlijden (vlindermodel van ontwikkelingsaspect en
ouder worden; groei en verval)
LT3
Factoren die het ontstaan en verloop van functionele beperkingen beïnvloeden
Risicofactoren: vrouwelijk geslacht, verminderde cognitieve functies, slechter ervaren gezondheid
ten opzichte van leeftijdsgenoten, doorgemaakte depressieve periode, overgewicht, artrose en
gewrichtsklachten.
Verstoring in:
Cardiovasculair systeem: ritmestoornissen, verminderde pompfunctie, oedeem)
Brein: dementie, delier, CVA, depressie
Motorisch orgaansysteem: spiermassa neemt af door cytokinen, botdichtheid neemt af
Endocrien systeem: afname van spiermassa heeft gevolgen voor de glucoseregulatie
Zintuigelijk orgaansysteem: pijn, polyneuropathie, duizeligheid, verminderde visus,
verminderd gehoor
Externe en persoonlijke factoren:
Restcapaciteit: compensatiemechanisme om beperkingen op te vangen
Persoonlijkheidsfunctiekenmerken: leeftijd, sociaaleconomische status, persoonlijkheid en
copingstijl
Belevingsfunctiekenmerken: gevoelens van verdriet als activiteiten niet meer lukken
Sociale omgevingskenmerken: steun van netwerk, huisvesting, culturele achtergrond
Hulpmiddelen: bv rollator
Specifieke risicosituatie: functieverlies als gevolg van ziekenhuisopname: pre-existente
factoren die kwetsbaarheid en restcapaciteit bepalen (persoonsgebonden factoren). Ernst
van de acute ziekte, omgevingsfactoren in het ziekenhuis, factoren na ontslag.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudieMir. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.