Samenvatting Thema Feniks Het Midden Oosten Hoofdstuk 1:
Hoofdstuk.1: De nadagen van het Ottomaanse Rijk
Verval, verdeling, vernieuwing 1870 -1923
1.1 De Zieke man van Europa
Vanaf de zestiende eeuw was het Midden-Oosten onderdeel van het uitgestrekte Ottomaanse of Osmaanse Rijk, het gebied
onder gezag van de Turkse sultan. Deze regeerde vanuit de hoofdstad Constantinopel, het huidige Istanbul.
In 1683 scheelde het een haartje of de sultan had Wenen ingenomen. Maar in de achttiende eeuw brokkelde de Ottomaanse
macht snel af. Deze achteruitgang had verschillende oorzaken:
Een groeiende technologische achterstand op het Westen, zoals op het gebied van scheepsbouw en bewapening. de
ideeën van de Renaissance, de wetenschappelijke revolutie en de Verlichting gingen aan de heersers in
Constantinopel voorbij.
De opkomst van Rusland. begin achttiende eeuw drongen de troepen van tsaar Peter de Grote door tot de Zwarte
zee, de noordrand van het Ottomaanse Rijk. Russische schepen mochten vrij door de Bosporus en de Dardanellen
varen. Na 1800 drongen de Russen ook door in de Kaukasus.
Economisch raakte het Ottomaanse Rijk op achterstand: er groeide een wereldeconomie. De handel in Oost-
Aziatische specerijen ging vanaf de zeventiende eeuw aan het Midden-Oosten voorbij.
Veel van de sultans in de achttiende en negentiende eeuw misten leiderscapaciteiten. Sultans hielden zich vooral
bezig met hun hof en hun harem. Eunuchen, gecastreerde harembewakers, oefenden invloed uit op de sultan, die
het overzicht kwijtraakte op wat zich in zijn rijk afspeelde.
In de negentiende eeuw ontwaakte er onder de niet-Turkse onderdanen een vurig nationalisme. Zo slaagden de
Grieken er in 1860 in een eigen staat te vormen. Daarna riepen onder meer Roemenië, Bulgarije en Servië de
onafhankelijkheid uit. In 1912-1913 bestond Europees Turkije slechts ui Constantinopel en omgeving.
Ook Noord-Afrika ging verloren. De oorzaak daarvan lag in het modern imperialisme, men zocht naar
grondstofgebieden en afzetmarkten.
1.2 Britten kopen het kanaal en ruiken olie
In 1869 vond de opening van het Suezkanaal plaats. Door het Suezkanaal was het strategisch belang van het Midden-
Oosten enorm toegenomen.
Omdat de toenmalige Egyptische heerser zijn land wilde moderniseren klopte hij voor geld aan bij buitenlandse financiers. Hij
bood in ruil in 1875 zijn persoonlijk aandelenkapitaal van de Suezkanaalmaatschappij te koop aan.
De Broitse premier Disraeli kocht de aandelen. De vitale zeeroute tussen Londen en Bombay was 8000 kilometer korter
geworden. Groot-Brittannië was koploper in de imperialistische race.
Frankrijk speelde ook een rol en wierp zich op als de verdediger van de christelijke minderheden in Syrië en Libanon,
Ottomaanse provincies. In 1911 maakte Italië Lybi"tot een Italiaanse kolonie.
In 1882 braken er in Egypte antiwesterse rellen uit. Een invasie van Britse troepen drukte de rebellie de kop in. Zo begon een
Britse bezetting die tot 1956 zou duren. Egypte werd een Brits protectoraat (letterlijk:gebied onder bescherming). Veel
Egyptenaren ergerden zich aan de arrogante houding van de Britten.
Spoedig kwam er echter een belangrijke factor bij: olie. Na de uitvinding van de benzinemotor kwam in 1880 de auto-industrie
op gang. Begin twintigste eeuw werd in het huidige Iran en Irak de eerste aardolie aangeboord.('het zwarte goud').In 1909
werd de Anglo-Persian Oil Company opgericht die later bekend werd onder de naam BP, waarvan de Britse regering in 1914
51 % van de aandelen bezat. Naast de Britten en de Fransen speelden vanaf de jaren twintig in de twintigste eeuw vooral de
Amerikanen een actieve rol in het verwerven van olieconcessies.
Het gegeven dat én het strategische Suezkanaal én de al even strategische oliereserves in het Midden-Oosten lagen,
maakte van de regio in de twintigste eeuw een van de voornaamste conflicthaarden in de wereldpolitiek.
1.3 De Jong-Turken grijpen de macht
Omstreeks 1900 werd het Ottomaanse Rijk 'de zieke man van Europa genoemd. Het was politiek en economisch in de greep
van Europese mogendheden. Tevergeefs probeerde sultan Abdoel Hamid II zijn gezag te versterken. Hij dreigde zelfs met de
jihad, de heilige oorlog van de moslims, om zo het westerse imperialisme het hoofd te bieden.
Na het verlies van de Balkan en Noord-Afrika was er van het Ottomaanse Rijk een staatsverband overgebleven waarin
voornamelijk Turken en Arabieren samenleefden. In Istanbul en op het schiereiland Anatolië groeide het nationalisme onder
, de Turkssprekende bevolking. Voor fanatieke Turkse nationalisten was er geen plaats voor andere nationaliteiten met een
eigen taal en cultuur. Het sterkst leefde dit eng-Turkse nationalisme onder officieren van het Ottomaanse leger, die zich
ergerden aan het verval van het rijk. Zij stichtten een genootschap, het 'Comité van Eenheid en Vooruitgang'. Zij werden de
Jong-Turken genoemd. Zij streefden naar modernisering van de staat en afschaffing van de voorrechten voor buitenlandse
ondernemers. Enerzijds bewonderden zij de westerse techniek en vooruitgang, anderzijds koesterden ze haat tegen de
Europese overheersing.
In 1908 pleegden de Jong-Turken een staatsgreep. Sultan Hamid II werd in 1909 vervangen en een militair driemanschap
van het Comité van Eenheid en Vooruitgang maakte nu de dienst uit.
Ze volgden een harde politiek van Turkificatie. De Arabieren werden er het slachtoffer van. Zij vormden de grootste niet-
Turkse bevolkingsgroep. Als reactie daarop ontwikkelden de Arabieren een zelfbewustzijn, dat later Arabisme is genoemd.
De Arabische taal werd nieuw leven ingeblazen en Nationalistische Arabische genootschappen verspreidden geschriften en
kranten. Veel van die geschriften en kranten werden in het buitenland gedrukt. De Westerse mogendheden zagen dit als een
middel om het Ottomaanse Rijk van binnenuit te verzwakken.
1.4 De Armeense genocide
De Eerste Wereldoorlog betekende voor het Midden Oosten een echt breukvlak. In 1914 besloot het jong-Turkse
driemanschap de kant van Duitsland en Oostenrijk -Hongarije te kiezen. Zo kwam men in oorlog met Rusland, Frankrijk en
Groot-Brittannië. Hoewel de verwachtingen hoog gespannen waren liep de oorlog toch anders en leed men zware verliezen.
Het driemanschap nam wraak op de christelijke Armeniërs. In april 1915 besloot men om de hele bevolkingsgroep te
deporteren naar de Syrische woestijn. Deze evacuatie eindigde in een ware dodenmars en gaf het sein voor een reeks
massaslachtingen die met recht genocide, volkerenmoord, genoemd kan worden.
Tussen de zeshonderdduizend en een miljoen Armeniërs vonden in 1915 de dood, en in latere jaren nog eens ettelijke
honderdduizenden. Deze massaslachtingen waren niet het werk van het Turkse leger als zodanig, maar van speciale milities,
gevormd uit vrijgelaten criminelen of leden van Koerdische bendes. De regering wakkerde wel de haat aan tegen de
christelijk Armeniërs. De organisatie van de genocide stond onder direct gezag van de regeringspartij. Ook werd de
plaatselijke bevolking medeplichtig gemaakt: zij werd aangemoedigd de huizen van de Armeniërs te plunderen.
Het Armeense volk werd de hete woestijn ingedreven; iedereen wist dat de overlevingskansen klein waren. Al wie de
Armeniërs hielp onder te duiken, riskeerde de dood door onmiddellijke ophanging.
De vergelijking met Auschwitz is niet ver gezocht; het ging namelijk om een poging een heel volk uit te roeien.
Tot op de dag van vandaag is er een meningsverschil over het bloedbad. Volgens de officiële Turkse versie van het verhaal
is ging het om een betreurenswaardig bijverschijnsel van een onoverzichtelijke oorlogssituatie. Maar volgens de Armeniërs
was het een doelgerichte volkerenmoord. Dit standpunt wordt gedeeld door gezaghebbende historici en de EU.
1.5 De verdeling van het Midden-Oosten
In 1915 legde de Brit Mac-Mahon, hoge commissaris van Egypte, contact met de Arabische vorst Hoessein Ibn Ali. Deze was
sjarief (hoeder) van de heilige plaatsen Mekka en Medina. Begin 1916 kwam uit dit contact een Brits-Arabische
overeenkomst voort. Hoesseins bedoeïenenlegers zouden in opstand komen tegen de Jong-Turken. In ruil daarvoor ontving
Hoessein van McMahon de belofte dat hij van de Britten een onafhankelijk koninkrijk mocht stichten op het Arabisch
schiereiland en in Syrië en Irak. Hoessein kwam zijn afspraak na. Ook de Britten kwamen in actie en in 1918, het uur van de
triomf, ontvingen de Britse en Arabische troepen massale toejuichingen van de bevolking, als bevrijders van het Turkse juk.
De Arabieren juichten te vroeg. De Britten koesterden hun eigen plannen. Het Midden-Oosten was te rijk aan olievoorraden
en lag te strategisch, om het zomaar cadeau te doen aan Hoessein. Bovendien verdiende de christelijke minderheden in
Syrië bescherming. In de belofte van McMahon was een voorbehoud gemaakt voor het kustgebied van Syrië, vanwege
Franse belangen.
Achter de rug van de Arabieren om sloten de Britten en de Fransen in 1916 de zogenaamde Sykes-Picot-overeenkomst. Ze
spraken in het geheim af om samen het Midden-Oosten onder elkaar te verdelen. Frankrijk zou een invloedssfeer krijgen in
Syrië en Libanon, en Engeland een landverbinding tussen de Middellandse Zee en de Perzische golf, ongeveer het gebied
van Palestina tot en met Irak.
Op de Parijse vredesconferentie van 1919 kregen de Arabieren geen poot aan de grond. In het verdrag van Sevres (1920)
werd beslist dat de Arabieren geen eigen koninkrijk kregen. Hun gebieden werden losgescheurd van het Ottomaanse Rijk en
kwamen in Brits-Franse handen. Frankrijk kreeg het beheer over Syrië en Libanon, Groot-Brittannië over Palestina en Irak.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur guidoconcordia-. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.