Ethiek leerpad
Waarden, normen, ethiek en moraal
De termen ‘waarden’ en ‘normen worden vaak samen uitgesproken, alsof ze dezelfde betekenis
hebben. Er is echter een verschil tussen beide.
Waarden geven aan wat nastrevenswaardig is. Waarden zijn ideeën en opvattingen die door een
groep van mensen worden gedragen (bijvoorbeeld eerlijkheid, individuele vrijheid, respect voor
anderen). Doordat ze ‘abstracter’ geformuleerd worden, zijn ze niet zo maar af te dwingen. Je kan
ernaar leven, ze kunnen inspireren, maar ze lijken nooit ten volle haalbaar. Waarden zijn evaluatief,
ze laten toe om bijvoorbeeld een situatie te evalueren, ze geven aan wat waardevol is.
Normen zijn prescriptief. Normen zijn meer context gebonden. Normen zijn concrete gedragsregels
en worden geformuleerd om de vooropgestelde waarden zo veel mogelijk te realiseren. Ze geven aan
wat je moet doen en wat je niet mag doen (bijvoorbeeld je mag niet liegen, je moet de waarheid
vertellen). Normen zijn een leidraad voor het handelen. Ze helpen bij het beoordelen van het gedrag
of de handeling, het voldoet aan de norm of niet.
Ethiek is de systematische (wetenschappelijke) studie van het morele, de leer van de moraal. Moraal
verwijst naar de verzameling van gedragsregels en opvattingen die binnen een samenleving als
vanzelfsprekend worden aanvaard en die een weerspiegeling zijn van de heersende waarden en
normen binnen de samenleving.
Een moreel probleem
Wat maakt een probleem tot een moreel probleem? Vaak is een probleem geen exclusief moreel
probleem en is er bijvoorbeeld ook een economische, organisatorische, politieke of psychologische
dimensie aan verbonden. Om te willen inzien of te willen weten (perceptie van de situatie) dat er een
moreel probleem is, moet je bereid zijn het morele probleem te zien.
Aandacht voor de context
Vraag/bedenking
Welke dimensies zijn volgens jou mogelijks verbonden aan volgende situatie?
Een zorgverlener werkt op een acute dienst geriatrie. De zorgverlener is gespecialiseerd in het
positioneren van mensen in bed en zetel. Op een dag wordt de zorgverlener gevraagd om een
patiënt op de intensive care unit te positioneren zodat hij meer comfort heeft en minder pijn. Na de
eerste vraag komen er meerdere vragen van dezelfde en andere diensten om tussendoor iemand te
positioneren. Totdat de zorgverlener dit niet meer mag doen. De werkgever laat verstaan dat ze deze
handeling niet kunnen verrekenen aan de patiënt, het kan ook niet opgenomen worden in de
ligdagprijs. En wat als er door de handeling iets fout gaat met de patiënt en/of de zorgverlener?
en situatie is dus niet altijd en niet voor iedereen een moreel probleem. Het hangt af van de
perceptie van de situatie, de waarden van de betrokkenen en de normen binnen de cultuur of
subcultuur waarin men functioneert.
Wat is jouw mening over de pedagogische tik?
,Misschien wel het vervelendste aan een moreel probleem is de moeilijkheid om het probleem op te
lossen, een oordeel te vellen. Een probleem krijgt een morele dimensie als de situatie of de
handeling beoordeeld wordt vanuit een moreel standpunt, verwijzend naar waarden (evaluatie,
waardering) en normen (beoordeling, voldoet aan de norm of niet).
Medische ethiek
De medische ethiek is jarenlang een beroepsethiek geweest, een vorm van ethiek die enkel door
medici en hulpverleners zelf beoefend werd. Het resultaat was een beroepscode. Het naleven van de
beroepscode en de daarmee gepaard gaande attitudes, zorgde voor ‘goede’ beroepsbeoefenaars.
Vanaf het einde van de jaren ’60 is een nieuwe medische ethiek ontstaan, een gezondheidsethiek,
die rekening houdt met de cliënt en zijn zelfbeschikkingsrecht. Het was van bij het begin een poging
om zorgvragers een stem te geven en grenzen te stellen aan de medische macht. Een gewijzigde
maatschappelijke en socioculturele context en ontwikkelingen in de gezondheidszorg en welzijnszorg
voedde de noodzaak tot een cliëntgerichte oriëntatie in de medische ethiek.
In ‘Medische ethiek’ (2003, p. 33 e.v.) wijzen ten Have e.a. vijf factoren aan als oorzaken van
verandering waardoor nieuwe vragen (problemen?) ontstaan.
(1) Wetenschappelijk onderzoek, ondermeer de grote evolutie in wetenschappelijk onderzoek
waardoor vragen ontstaan rond proefpersonen, medische experimenten, nieuwe
onderzoeksmethoden, … .
(2) Technologische ontwikkelingen, ondermeer de grote evolutie en toename van geneeskundige
kennis waardoor vragen ontstaan rond overname van natuurlijke functies door technologie en
apparatuur, macht over leven en sterven, … .
(3) Demografische veranderingen, ondermeer de stijging van de gemiddelde leeftijd waardoor
vragen ontstaan rond nood aan medische interventies bij hoogbejaarden, gebruik van
zorgvoorzieningen, levensbeëindigend handelen, … .
(4) Maatschappelijke veranderingen, ondermeer de ontwikkeling van de actieve welvaartstaat
waardoor vragen ontstaan rond de hoge kost van de gezondheidszorg, wie krijgt zorg en wie niet, … .
(5) Morele onzekerheid, ondermeer de veranderingen in het denken over ethiek zelf waardoor de
patiënt niet langer een object is die de behandeling ondergaat. Hierdoor ontstaan er vragen rond
zelfbeschikkingsrecht, patiëntenrechten, wie mag of moet beslissen bij problemen, … .
Ethische beginselen van zorg en hulpverlening
“Onder hulpverlening worden alle situaties begrepen waar één partij beroepshalve een andere partij
helpt. (…) Helpen is dus enerzijds een doelgerichte praktijk waarbij een hulpverlener, gebruikmakend
van zijn specifieke competentie of expertise, bepaalde welzijns- of gezondheidsdoeleinden van een
hulpvrager of hulpbehoevende vooruithelpt en daarbij door bepaalde waarden en normen wordt
geleid. Anderzijds is helpen een intermenselijke relatie die eveneens door bepaalde waarden en
normen wordt geleid.” (Coene, Raes, 2008, p. 155) Deze waarden en normen “… verhouden zich
inter-dependent, in die zin dat relationele waarden en normen invloed uitoefenen op de ethisch
verantwoorde manieren om wenselijke doelen na te streven en dat die ethische wenselijke doelen
tegelijk invloed uitoefenen op de kwaliteit van de intermenselijke verhouding.” (Coene, Raes, 2008,
p. 155)
, Beauchamp en Childress presenteerden eind jaren zeventig een eerste codificatie van de nieuwe
(gezondheids)ethiek. Volgens hen is het medisch handelen gebaseerd op vier principes die geworteld
zijn in een common morality.
1. Weldoen, of het bevorderen van het welzijn
2. Niet schaden
3. Respect voor autonomie
4. Rechtvaardigheid
Meer recent werd de lijst aangevuld met:
5. Bescherming van de menselijke waardigheid
6. Gepast gebruik maken van middelen
Deze principes kunnen in concrete gevallen leiden tot tegengestelde conclusies met betrekking tot
wat ethisch geboden is. In dergelijke gevallen is er sprake van een dilemma.
Men kan bijvoorbeeld zorgen voor het welzijn van de persoon en de pijn bestrijden met medicatie.
De medicatie zorgt er echter voor dat de cliënt suf wordt en niet meer autonoom kan beslissen. De
evolutie van de medische technieken en behandelingen heeft tot gevolg dat men in staat is om meer
mensen (langer) in leven te houden. Hierdoor creëert men een nieuwe groep van mensen met
problemen die moeilijkheden ondervinden om te participeren in de maatschappij. Zeer ernstige
letsels of stoornissen, die vroeger onherroepelijk tot de dood leidden, kunnen nu behandeld worden
zodat de persoon in leven blijft. Deze zeer ernstige letsels of stoornissen zijn in de meeste gevallen
echter de oorzaak van zeer ernstige beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten. De behandeling
kan langdurig en pijnlijk zijn en niet geven wat de cliënt had verwacht. Het beoogde welzijn wordt
niet bereikt. Men kan autonoom beslissen om niet meer deel te nemen aan de therapie. Moet men
deze weigering respecteren?
EXAMENVRAGEN
Kennis
Wat zijn waarden en normen en hoe verhouden ze zich tegenover elkaar?
Waarden zijn ideeën en opvattingen die door een groep van mensen worden gedragen (bv.
eerlijkheid, vrijheid, respect). Ze zijn abstracter geformuleerd waardoor ze nooit ten volle haalbaar
zijn. Je laat je erdoor inspireren, ze geven aan wat waardevol is. Normen zijn meer context
gebonden. Het zijn gedragsregels en worden geformuleerd op de vooropgestelde waarden om deze
zo goed mogelijk te realiseren. Ze geven aan wat niet en wel kan in situaties.
waarden leiden naar specifieke normen. Zo krijg je de gedragsregel (norm) dat iedereen die een werf
betreed een helm moet dragen, uit de abstracte waarde van veiligheid.