Begrippen
Duurzaamheid Het in stand houden van onze natuurlijk hulpbronnen voor de toekomstige generaties
van de mensheid
Ecologie (volgens E. De wetenschap die de relatie tussen organismen en hun omgeving bestudeert;
Haeckel) ecologie = economie van de natuur
Plantecologie Legt zekere verschijnselen uit, leert de evenwichtstoestand “plant-milieu” kennen en
zijn oorzaken
Synecologie De ecologie van groepen
Autecologie De ecologie van individuen;
Grotendeels fysiologische ecologie
Mesologie Milieustudie;
Klimaatkunde en bodemkunde;
Steunt op de wetten van de fysica
Ethologie Onderzoekt de gedragingen van de levende wezens in bepaalde omstandigheden
Fysiologie Bestudeert verschijnselen in de organismen; bv. de invloed van de T op de assimilatie;
Ecologie Vormt het contactpunt tussen fysiologie, biochemie, morfologie, genetica en
biogeografie;
Het bestudeert de relaties en wisselwerkingen tussen levende organismen en hun
omgeving. Deze omgeving is voor het grootste deel abiotisch en bestaat vnl. uit:
- bestanddelen die tijdens de uitwisselingsprocessen verbruikt worden
- fysische factoren en hun gradiënten die de snelheid van de uitwisselingsprocessen
beïnvloeden
Ecofysiologie Een onderdeel van de ecologie;
Heeft vnl. betrekking op de fysiologische respons van planten en dieren op het
wisselend uitwendig milieu waarin zij voorkomen;
Hiertoe behoren ook de terugkoppelingsprocessen die ontstaan als gevolg van bepaalde
plant-responsen waardoor de omgeving gewijzigd wordt;
Bestudeert meer de veranderingen in het bodem-plant-atmosfeer systeem ipv.
ogenblikkelijke toestanden
Ecosysteem De abiotische, fysico-chemische omgeving en de biotische verzameling van planten,
dieren en micro-organismen vormen een ecologisch systeem
Stuurveranderlijken Een systeem wordt eerder door een uitwendige of inwendige factor gewijzigd, waarvan
het niveau of de concentratie van een bepaald tijdstip afhangt
Toestandsveranderlijken De toestand van een plant, plantengemeenschap of ecosysteem kan op ieder moment
beschreven worden door maatgetallen geassocieerd met een of meerdere
karakteristieken (bv. gewicht, hoogte,…).
Worden uitgedrukt als functie van de tijd, waardoor de evolutie van het systeem
(weefsel, plant of gemeenschap) wordt vastgelegd
Ruimte-tijdsdomeinen De ruimtelijke schaal wordt betrokken bij de tijdsschaal
GCM Global Circulation Models;
Klimaatmodellen, bv. volledig waterloopsysteem
Hiërarchisch continuüm Gevormd door de toestanden en processen die de dynamiek en de werkingsprincipes
van plantengemeenschappen of ecosystemen beschrijven
Responstijd van een De tijd nodig om, na inwerking van een stimulus (stoorimpuls), van een bepaalde
proces evenwichtstoestand naar een nieuwe evenwichtstoestand over te gaan;
Afhankelijk van het organisatorisch niveau
Lichtcompensatiepunt Waarbij Pn = 0; Pb = R;
Dit zorgt voor de natuurlijke snoei
- indien lager bladeren kunnen niet langer ontwikkelen, zullen finaal afsterven
- indien hoger bladeren onder/binnenin kruin vallen uit (nog niet genoeg licht
doorgedrongen) = natuurlijke snoei
Upscaling De bestaande (experimentele) kennis wordt ruimtelijk geïntegreerd tot op het niveau
van een landschap of een regio
1
,Empirisch model Beschrijvend; er wordt geen poging gedaan om de respons van het systeem op
veranderingen van de stuurveranderlijken te verklaren; het systeem wordt beschouwd
als een “black box” en de relatie tussen de input (stuurveranderlijke) en de output
(toestandsveranderlijke) wordt uigedrukt door een wiskunde formule
“black box” model Bepaalde “inputs” (stuurveranderlijken) worden in termen van “outputs”
(toestandsveranderlijken) vertaald;
De “black box” wijst dus louter op een mathematisch verband waarbij de
functieparameters meestal geen ecologische betekenis hebben
Productiviteit De hoeveelheid DS aangemaakt per oppervlakte- en per tijdseenheid
Productiviteitskaart van Voor het eerst samengesteld voor de jaarlijkse DSproductie in de terrestrische
Lieth ecosystemen; gebruik makend van de neerslag- en temperatuursgegevens die in de
weerstations van de nationale meteorologische diensten werden opgetekend
(jaargemiddelden); opdelen van wereldkaart in kleine cellen en voor iedere cel de twee
stuurvariabelen (neerslag en T) te interpoleren uitgaande van 3 nabijgelegen stations
(door “kwadratische interpolatie”); voor iedere cel werden de twee modelberekeningen
uitgevoerd en de kleinste productiviteitswaarde werd in kaart gebracht (volgens Liebig-
principe)
1. Tropische regenwouden in evenaarsgebieden
2. Gematigde loofbossen (W-Europa en oosten VSA)
3. Noordelijke toendra-gebieden en woestijnen(laagste productiviteiten)
Kwadratische interpolatie Het belang of de invloed van bv een station vermindert met het kwadraat van de
afstand tot het interpolatiepunt
Liebig-principe De productiviteit wordt bepaald door de stuurvariabele die het “meest beperkend” is
Mechanistisch model = structureel of verklarend model;
Bevat structurele elementen die ook in het werkelijk systeem voorkomen; alsook de
interrelaties tussen de structurele elementen;
Bestaat uit een of meerdere vgln. die de ecologische en/of ecofysiologische processsen
mathematisch vertalen, deze mathematische uitdrukkingen bevatten daarbij uitsluitend
veranderlijken, parameters of constanten die een zinvolle betekenis hebben in het
kader van het beschouwde systeem;
Voordeel: men begrijpt waarom bepaalde output + de modelvoorspellingen zijn ook
betrouwbaar buiten het “historisch verleden” van de experimentele toets
“bottom-up” model Een gedetailleerd procesmodel die het proces beschrijft uitgaande van de
deelprocessen die zich afspelen op de lagere organisatieniveaus
Basistemperatuur Tmin; ondergrens; de minimumtemperatuur voor groei
De groei = 0 bij T < Tmin
Kardinale temperaturen Minimumtemperatuur voor groei, grenzen van het temperatuurinterval voor optimale
groei en maximale temperatuur
Thermische tijd
Densiteit Aantal individuen of de biomassa per eenheid van totaalruimte
Nataliteit Het aantal nieuwe individuen dat ontstaat per eenheid van tijd gedeeld door de totale
grootte van de populatie
Mortaliteit Het aantal individuen dat afsterft per eenheid van tijd gedeeld door de totale grootte
van de populatie
Leeftijdspiramide Het histogram met op de horizontale as de leeftijdklassen en op de verticale het aantal
individuen per klasse
Populatiedynamica Onderzoekt hoe de kenmerken densiteit, nataliteit, mortaliteit en de leeftijdspiramide
in de ruimte en in de tijd variëren
Draagkracht Bepaalt het maximum aantal individuen dat in een bepaalde omgeving kan leven
zonder zijn habitat of niche te vernietigen;
Hoe dichter de populatie de draagkracht nadert (NK in logistische vgl van Verhulst),
hoe kleiner de relatieve groeisnelheid wordt
2
, Ontogenetische drift Afname door veroudering;
De sigmoïde groeicurven illustreren dat de relatieve groeisnelheden kleiner worden op
het einde van het groeiproces (bv. naar het inde van het groeiseizoen) ;
Dit kan te maken hebben met groeiremming door de toenemende onderlinge
beschaduwing van de bladbiomassa, door de afname van de fysiologische vitaliteit,…
Doch ook abiotische factoren kunnen hiertoe bijdragen
Kwantitatieve groei- Gaat uit van groeimetingen en zoekt de best passende kromme door deze
analyse experimentele gegevens
Historiek + ontstaan!
Bladoppervlaktemeter Verband opstellen tussen de toestandsveranderlijke bladoppervlakte enerzijds, en de
stuurveranderlijke straling anderzijds;
Op een niet-destructieve manier de ontwikkeling van de bladoppervlakte opvolgen;
Geschikt voor metingen direct op het veld;
Aan de ene kant: LEDs, aan de andere kant: ontvangers
Buissolarimeter Hoeveelheid inkomende straling wordt opgemeten;
Wordt steeds gebruikt in gevallen waarbij een ruimtelijke uitmiddeling van de instraling
noodzakelijk is;
De meting van de instraling (stralingsintensiteit in W m -2) gebeurt op basis van het
verschil in opwarming tussen de zwarte (warm) en de witte (relatief kouder)
oppervlakken van de sensor. Dit geeft aanleiding tot een temperatuursverschil dat
toeneemt naarmate de stralingsintensiteit vergroot. Het temperatuursverschil wordt
geregistreerd via een thermopile (= reeks thermokoppels)
Erectofiele vegetaties Grotendeels verticaal gerichte bladeren;
betere stralingspenetratie dan planofiele vegetaties;
bv. bij maïs of rijst
Planofiele vegetaties Grotendeels horizontaal gerichte bladeren;
bv. bij een zonnebloemgewas
Modelbomen Bomen met een gemiddelde hoogte en een gemiddelde diameter op borsthoogte bij
1.30m
Allometrische relaties Een stochastisch model dat de relatie uitdrukt tussen bepaalde dimensionele
veranderingen van de boom tijdens de groei
Fenologie De tijdsevolutie van de ontwikkelingsstadia van de boomsoort ;
De ontwikkeling van bladeren (van klein tot volwassen blad, ev. + terug afvallen);
Zeer complex in het tropisch regenwoud
Unidirectionele Energie stroomt in 1 richting;
energiestroming Energie wordt aangeleverd door de zon en komt terecht in het ecosysteem en blijft
daar
Biogeochemische Circulair
stofkringlopen
Entropie Een maat voor de hoeveelheid ongeordende energie die aldus ongeschikt is voor het
leveren van arbeid; wordt geassocieerd met de wanorde in het systeem
Negatieve entropie Energie met meer orde; afkomstig van een hoger trofisch niveau; afkomstig van de zon
uiteindelijk
Functionele groepen De soorten binnen het ecosysteem die bij dezelfde specifieke processen betrokken zijn;
Onderverdeling in autotrofen, herbivore heterotrofen, carnivore heterotrofen en
detrivoren/ontbinders
Autotrofen Maken zelf organisch materiaal aan, door opname van anorganisch materiaal;
Primaire producenten;
1ste trofische niveau;
Energie uit de zon;
Worden opgegeten door de planteneters (herbivore heterostrofen)
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emma80. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.