De samenvatting gaat over het hoorcollege van epithelen en de uitgeschreven teksten ervan op de USB-stick die je kon kopen. Het gaat over het vak Histologie die in eerste bachelor biomedische wetenschappen gegeven wordt tijdens tweede semester.
1. Algemene kenmerken
Epitheel: gebruikt om het weefsel aan te duiden dat het lichaamsoppervlak bedekt, holten en
kanalen in het lichaam aflijnt, en klieren vormt.
Beddekkend-klier-gespecialiseerde epithelen
• Beschermen onderliggende weefsels tegen invloeden van buitenaf
• Ondoordringbaar door stevige intercellulaire verbindingen
• Rechtstreeks in contact met buitenwereld
à blootgesteld aan fysische/chemische beschadiging
à veel aan celdeling doen (mitotische activiteit)
à cellen die vaak delen: gevoeliger voor straling (toepasbaar bij tumorcellen)
• Uitwisseling stoffen met omgeving
• Nauw aansluitende laag van dicht opeengepakte cellen (want in epithelen komen lage
hoeveelheid extracellulaire matrix voor)
Wel nauwe spleten, gevuld met interstitiële vloeistof à diffusie kan plaatsvinden
• Geen bloedvaten aanwezig in epitheelweefsel
à stoffen via haarvaatjes (in bindweefsel) via diffusie naar epitheelcellen
• Epitheelcellen rusten op basaalmembraan à diffusie doorheen basaalmembraan
Epithelen= als een avasculair en bijna volledig cellulair (d.w.z. met weinig of geen intercellulaire
matrix) aggregaat van cellen die gespecialiseerd zijn in absorberende, secretorische, beschermende
of sensorische activiteiten.
Metaplasie= onder bepaalde omstandigheden vormt epitheeltype zich om tot ander type
Carcinoom= kwaadaardige tumor van epitheliale oorsprong
Adenocarcinoom= kwaadaardige tumor afkomstig van klierepitheel
2. De epitheelcel
2.1 Cytoskelet: keratine
Epitheelcellen produceren keratine-eiwitten à epithelen getypeerd obv soort keratine-eiwit
geproduceerd (bepaling keratine-expressie belangrijk voor onderzoek naar carcinoma’s)
Functies: rol bij verhoorning + keratinisering
Keratine-eiwitten in staat om intermediare filamenten (=keratinefilamenten) te vormen
- vormen als touw (verschillende strengen om elkaar gewonden)
à touw: uit intermedialire filamenteiwitten
- opbouw: centraal 𝛼-helix: dimeren en tetrameren kunnen gevormd worden
- Bepalen morfologie (vorm) cystoskelet
- Kunnen tonofilament bundels (bundels keratinefilamenten) vormen
- 4 klassen
o Keratine filamenten: in epitheelcellen
o Vimentine filamenten: in BWcellen, spiercellen, ondersteunende cellen
o Neurofilamenten: in zenuwcellen
o Nucleaire lamines: ondersteunen kernenveloppe
1
,2.2 Celpolariteit en celdomeinspecialisaties
Alle epitheelcellen gepolariseerd: vrij apicaal domein + lateraal domein + basaal domein
Basolateraal domein= lateraal + basaal samen (gelijkaardige kenmerken)
Apicale domein
• Domein dat naar buitenwereld gericht is
• Eiwitten voor uitwisseling water, moleculen
• Structurele opp.specialisaties (bv. microvilli, cilia)
Microvili:
• Vergroting celopp.
• Opgebouwd uit actine filamenten: rijken tot cytoplasma + verankerd in
terminaal web (= netwerk van corticale actinefilamenten)
à actinefilamenten gebundeld door eiwitten fimbrine + fascine
à bundel omgeven door plasmamembraan
Door spectrine geheel vast aan celmembraan
• Door villine en fimbrine actinefilamenten binden aan plasmamembraan
• Opp. bedekt met plasmamembraan + glycocalyx (zorgt voor hechting)
• Stereocilia lijken op microvilli: langer, bevat ook bundels actinefilamenten, ook opp.
vergroting
Cilia, flagellen:
• Bedekt door plasmamembraan
• Opgebouwd uit bundel van microtubuli
• slag ontstaat door eiwit dyneïne (eiwit vast op microtubuli)
o beweging: dyneïne in werking gezet
à doubletten bewegen tov elkaar à slagbeweging ciliën ontstaat
• microtubuli vanonder vast in basaal lichaam: hebben triplet
structuur van microtubuli + axonema hieruit gevormd
• Axonema= 9 doubletten + 2centrale microtubuli (9x2+2)
Doubletten bevatten dyneïne + nexine
Nexine: koppeleiwit tussen doubletten
• Flagellen: ook axonema structuur
2
,Laterale domein
• Domein aan zijkant cel
• Specialisaties zodat cellen aan elkaar gehecht blijven:
celjuncties
• Desmosomen (macula adhaerens) bestaat uit 2 plaques
o 1 in cel zelf + 1 in andere cel
o opgebouwd uit eiwitten: desmoplakin,
plakoglobin
o plaques zorgen ervoor dat keratinefilamenten erin
vasthechten
o tussen 2 plaques verbindingen: cellen blijven aan
elkaar
Basale domein
= grenslaag tussen de epitheelcellen en het onderliggende bindweefsel
• aangemaakt door epitheelcellen + BWcellen
• opbouw:
o Lamina basalis: lamina densa + lamina lucida (gemaakt door epitheelcellen)
o Lamina reticularis: bestaat uit dunne collageenvezels (gemaakt door Bwcellen)
• Functie: hechting + regulering (celdeling + celdifferentiatie
• Epitheelcellen vastgehecht aan lamina basalis door hemidesmosomen
3. Indeling van de epithelen
3.1 Bedekkende epithelen
A. Functies
• Bescherming (epithelen stevig + ondoordringbaar)
• Relatie met buitenwereld
• Resorptie
• Secretie
• Excretie
• Steun, verdediging
• Plasticiteit en regeneratie
B. Indeling van de bedekkende epithelen
Ingedeeld naar gelang vorm cellen + aantal cellen
à classificatie epitheel gebaseerd op combinatie van
beiden
Vorm:
• Als je kijkt langs apicale opp: alle cellen zijn
polygonaal (veelhoekig)
• Plaveicellen: platte kern (langste as is // met
basaal membraan)
• Kubische cellen: ronde kern
• Cilindrische cellen: langste as kern loodrecht op
basale membraan (ovale kern)
Eenlagige epithelen
Opname, afgifte stoffen vergemakkelijkt
• éénlagig plaveiselepitheel: lijnt bloedvaten af (endotheel) + bekleedt pleuraholte, buikholte
(mesotheel)
vb. longblaasjes
• éénlagig kubisch epitheel
vb. niertubuli
• éénlagig cilindrisch epitheel: opp. specialisaties
vb. dunne darm
Pseudomeerlagig: speciale vorm éénlagig epitheel
• cellen niet hoog genoeg om opp. epitheellaag te bereiken
• cellen rusten op basaalmembraan
• kernen op verschillende hoogtenà valse indruk van meerlagigheid
• vervangcellen (van beschadigde epitheelcellen) liggen tegen basaalmembraan, maar komen
met apicale kant niet tot oppervlak
à kunnen niet beschadigd wordn door bv. stoffen in luchtpijp bij direct contact
Meerlagige epithelen
Laag die meest aan opp. ligt bepaalt naam laag
• plaveiselepitheel:
• kubisch epitheel
• cilindrisch epitheel
• overgangsepitheel= urotheel
(bekleed urineblaas)
Enkel basale laag rust op basaalmembraan
Opbouw meerlagige plaveiselepithelen:
• opgebouwd uit keratinocyten
(keratine eiwitten als keratine filamenten)
• cellagen vast via desmosomen
• kan verhoornd / onverhoornd zijn
o onverhoornd: opp=vochtig
o verhoornd: opp=droog
stratum basale: 1e laag, basale laag die rust op basaal membraan
o stamcellen verantwoordelijk voor vernieuwen epitheel
à bovenste cellagen naar boven schuiven
o kubische cellen via hemidesmosomen vast aan lamina basalis
o hierop verder aantal lagen van veelhoekige cellen (raken lamina basalis niet)
à hoe meer naar boven, hoe meer plaveicelvormig
4
, Stratum spinosum
o keratinefilamenten bundelen samen tot tonofibrillen
o intercellulaire ruimten aanwezig: diffusie
o cellen lijken ‘stekels’ te hebben à stekels met elkaar verbonden tot ‘ladderstructuur’
Stratum granulosum
o als verhoornd
o bevat membrane-coating granules met lipidenrijke inhoud
à als inhoud vrijgesteld aan opp (door exocytose): ontstaan lipidelaag
à diffusie niet meer mogelijk naar bovenliggende lagen
à lagen sterven af (geen O2 meer)
à geen organellen meer in deze laag (wel keratinefilamenten)
o corneocyten= verhoornde cellen
o aanwezigheid keratohyaliene korrels= granulen die niet echt membraan hebben, bevatten
wel eiwit fillaggrine, zorgen voor betere hechting keratinefilamenten
stratum superficiale:
o als onverhoornd
o opp. laag: levende cellen
stratum corneum
o als verhoornd
o opp. laag: dode cellen
o ook stratum lucidum als sterk verhoornd epitheel
Overgangsepitheel:
• bestand tegen uitrekking
ontspannen: kubische cellen
uitgerokken: aantal cellagen vermindert, eerder plaveisel cellen
• urotheel: enkel voor urinewegen, urineblaas
• opbouw
o stratum superficiale: paraplucellen: opp. laag
o stratum intermedium: cellen rusten op lamina basalis
o stratum basale: cilindrische-kubische cellen
3.2 Klierepithelen
A. Functies
- Gespecialiseerd in secretie: secretieproducten aanmaken en afgeven
- Eencellig / meercellig
- Bij ontstaan: bedekkende epithelen ingroeien in onderliggende bindweefsels
o Exocrien: secretieproducten via afvoergangen naar buiten of rechtstreeks
afgescheiden aan opp.
o Endocrien: verbinding met epitheel verloren à secretieproducten via bloedbaan
vervoerd
à kunnen ook gemengd voorkomen bv. pancreas
Indeling gebaseerd op
• Ontstaanswijze
• Bouw
• Secreet + manier waarop secreet klier verlaat
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur VFua. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.