Samenvatting Kennisbasis Taal Domein 3, 4 en 5 - kwadranten 1 en 2
21 vues 1 fois vendu
Cours
Kennisbasis Taal (VK1.3TAAL)
Établissement
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Goede en complete samenvatting van de Kennisbasis Taal Domein 3, 4 en 5. Van elk domein heb ik de kwadranten 1 en 2 samengevat voor de toets. Voor de toets moet je ook hoofdstuk 5 van Portaal leren, die sluit hier op aan en verkoop ik ook.
De startbekwame leerkracht reflecteert op de voorschoolse periode (0-4 jaar), waarin de leerling kennis
maakt met geschreven taal.
In deze periode leren de kinderen de basisprincipes van het mondelinge taalgebruik – grondslag voor
schriftelijke taalvaardigheid.
FUNCTIONEEL LEZEN EN SCHRIJVEN
De startbekwame leerkracht creëert authentieke lees- en schrijfsituaties, waarbij de leerling zelf de
noodzaak van lezen en schrijven ontdekt.
De leerkracht stimuleert dat de leerling al vroeg kennis maakt met geschreven taal in een functionele context
door lees- en schrijftaken in een betekenisvolle context te plaatsen, uit te gaan van vragen van de leerling en
door activiteiten te creëren waarin de leerling zelf de noodzaak van lezen en schrijven ontdekt.
BOEKORIËNTATIE EN VERHAALBEGRIP
De startbekwame leerkracht creëert authentieke voorleessituaties, waarbij de leerling zich oriënteert op het
fenomeen boek en op de structuur van verhalen.
Dit zijn aspecten van geletterdheid die zich ontwikkelen binnen voorleessituaties. Bij boekoriëntatie gaat het
over gedrag, omgang met boeken, wat je met boeken kunt doen, wat je eraan kunt zien en hoe je ze leest.
Hierbij zijn de doelen dat leerlingen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen en dat ze
weten dat boeken gelezen worden van voor naar achter, van boven naar beneden en van links naar rechts.
Tijdens voorleessituaties leren kinderen de opbouw van een verhaal ontdekken en door herhaald voorlezen
ontstaat verhaalbegrip. Doelen hierbij zijn: leerlingen begrijpen de taal van voorleesboeken, ze zijn in staat om
conclusies te trekken n.a.v. een voorgelezen verhaal, ze kunnen halverwege voorspellingen doen over het
verdere verloop van het verhaal en leerlingen weten dat de meeste verhalen zijn opgebouwd uit een
situatieschets (hoofdpersonen, plaats en tijd van handeling) en een episode (bepaald probleem dat vervolgens
wordt opgelost).
FUNCTIES VAN GESCHREVEN TAAL
De startbekwame leerkracht creëert authentieke situaties waarbij de leerling ontdekt dat je met geschreven
taal kunt communiceren en dat er een relatie is tussen geschreven en gesproken taal.
Doelen hierbij zijn (communiceren): leerlingen weten dat geschreven taalproducten een communicatief doel
hebben en dat symbolen verwijzen naar taalhandelingen.
Voor de start van het formele lees- en schrijfonderwijs ontdekken de leerlingen de relatie tussen de taal die je
ziet en de taal die je hoort (lezen) en ze ontdekken dat taal zichtbaar gemaakt kan worden (schrijven). Doelen
hierbij zijn (relatie): leerlingen wete3n dat gesproken woorden kunnen worden vastgelegd, op papier en met
(audio)visuele middelen en dat geschreven woorden kunnen worden uitgesproken.
, TAALBEWUSTZIJN EN ALFABETISCH PRINCIPE
De startbekwame leerkracht creëert authentieke situaties, waarbij de leerling taal tot object van denken
maakt en hierdoor de correspondentie tussen fonemen en grafemen leert inzien.
Als kinderen leren nadenken over de vormaspecten van taal maken ze taal tot object van hun denken. Doelen
bij taalbewustzijn zijn: leerlingen kunnen woorden in zinnen onderscheiden, onderscheid maken tussen de
vorm en betekenis van woorden en woorden in klankgroepen verdelen.
Alfabetisch principe houdt in dat er een overeenstemming is tussen de klanken van een woord en de weergave
in lettertekens. De lettertekens of grafemen van ons schrift verwijzen naar de klanken of fonemen. Doelen
hierbij zijn: leerlingen ontdekken dat woorden opgebouwd zijn uit klanken en dat letters met die klanken
corresponderen en leggen de foneem-grafeemkoppeling en leerlingen kunnen door de foneem-
grafeemkoppeling woorden die ze nog niet eerder hebben gezien lezen en schrijven.
AUDITIEVE VAARDIGHEDEN
De startbekwame leerkracht creëert authentieke situaties op het gebied van auditieve deelvaardigheden die
de leerling in staat stellen met zijn gehoor klanken te onderscheiden.
Een onderdeel van het taalbewustzijn is het fonologisch bewustzijn: het kunnen omgaan met klanken, bijv. het
splitsen van woorden in klankgroepen (syllabes), verbinden van syllabes tot een woord en het toepassen van
eindrijm. Objectiveren van gesproken woorden (auditieve objectivatie) – welk woord is langer: paddenstoel of
boom? Fonologisch bewustzijn is een goede voorspeller van toekomstige leerprestaties.
Een gevorderde fase van het fonologisch bewustzijn is het fonemisch bewustzijn: het besef dat woorden uit
fonemen zijn opgebouwd – herkennen en toepassen van beginrijm, opdelen van woorden is losse klanken
(auditieve analyse) en het samenvoegen van klanken tot een woord (auditieve synthese). Bij auditief
synthetiseren speelt het temporeel ordenen een belangrijke rol. Een leerling kan dat klanken of woorden in een
bepaalde volgorde onthouden. De meest complexe auditieve vaardigheid is het bepalen van de klankpositie.
VISUELE VAARDIGHEDEN
De startbekwame leerkracht creëert authentieke situaties op het gebied van visuele deelvaardigheden die de
leerling in staat stellen visueel aangeboden informatie te herkennen.
Visuele vaardigheden zijn onder andere:
- visuele discriminatie: het zien van verschillen en overeenkomsten tussen afbeeldingen, grafemen of woorden.
- visuele analyse: afzonderlijke grafemen in een woord herkennen
- visuele synthese: samenvoegen van grafemen
- spatieel ordenen: de ordening van letters van links naar rechts
- letterpositie bepalen: aangeven op welke plaats een grafeem in het woord te vinden is.
ELEMENTAIRE LEESHANDELING
De startbekwame leerkracht creëert situaties waarbij de leerling zich de elementaire leeshandeling eigen
maakt.
De elementaire leeshandeling vormt de grondslag van de leesvaardigheid. Het is gebaseerd op het fonologisch
principe van ons schriftsysteem: een foneem wordt weergegeven door een grafeem.
Geschreven woord wordt omgezet in gesproken woord.
- het geschreven woord visueel analyseren in afzonderlijke grafemen
- de juiste fonemen koppelen aan de grafemen
- de volgorde van de fonemen onthouden
- het auditief synthetiseren van de afzonderlijke fonemen
- betekenis geven aan het gesproken woord
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Annelijne. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.