Samenvatting en voorbeeldoefeningen financiële rekenkunde
Samenvatting Financiële rekenkunde voor het HEO
Tentamen vragen business case en beheerscalculaties
Tout pour ce livre (12)
École, étude et sujet
Avans Hogeschool (Avans)
Finance & Control
Kwantitatieve Technieken (KWT)
Tous les documents sur ce sujet (2)
Vendeur
S'abonner
zothielens
Avis reçus
Aperçu du contenu
Financiële rekenkunde
Hoofdstuk 1
Economie: de wetenschap die zicht bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse
goederen en diensten.
Rente: is een vergoeding voor geleend of gespaard geld.
is een integraal onderdeel van het financieel economisch systeem en heeft daardoor invloed
op de economie als geheel.
De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van:
Het overeengekomen rentepercentage
De looptijd
De hoogte van de lening
Het rentepercentage bestaat uit drie onderdelen:
1. Compensatie voor inflatie
2. Risicopremie
3. Winst
De hoogte van de rentestand is ook afhankelijk van de economische omstandigheden, en dus
voorspelbaar. De hoogte van de rente is ook een gevolg van monetair beleid van Europa en de VS
en van beslissingen van de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve.
Interest betekent letterlijk “dat wat er tussen ligt”.
De agiotheorie van Bohm-bawerk stelt dat tegenwoordige goederen / geld meer waard zijn dan
toekomstige. Hiervoor zijn 3 redenen:
1. Mensen verwachten (In het algemeen) in de toekomst een hoger inkomen te zullen hebben.
Zodat zij gemakkelijker in hun behoefte voorzien dan nu.
2. Veel mensen hebben de neiging hun toekomstige behoefte te onderschatten.
3. Men kan met tegenwoordige goederen en geld een productieomweg inslaan, met als gevolg
een stijging van de hoeveelheid toekomstige goederen.
Daarom kunnen ondernemers aan kapitaalverschaffers een interest vergoeding geven.
De theorie van Fisher: iemand die geld uitleent, kan er een bepaalde periode niet over
beschikken.
hij is dus gedwongen om eventuele consumptie uit te stellen tot later.
Fischer is ervan overtuigd dat mensen liever nu consumeren dan later. Dit heeft 3 redenen:
1. Niemand weet hoelang hij zal leven.
2. De meeste mensen nemen aan dat hun inkomenspositie zal verbeteren, waardoor hun
toekomstige consumptie hoger kan zijn dan de huidige.
3. De waarden van geld is in de meeste tijden onderhevig aan daling of inflatie, zodat men bij
aflossing van het nominale bedrag dat men heeft uitgeleend, in feite minder koopkracht
terugontvang dan men eertijds heeft gedaan.
Tijdvoorkeur: de voorkeur voor huidige beschikbaarheid van geld ten opzichte van
toekomstige beschikbaarheid. Het verschil wordt met rente overbrugd.
gaat een steeds grotere rol spelen naarmate de periode langer wordt.
Tijdvoorkeur wordt verrekend met een interestvergoeding.
, Hoofdstuk 2
We onderscheiden twee wijze van verrekening met interest:
1. Enkelvoudige interest.
2. Samengestelde interest.
Enkelvoudige interest: een interestberekening waarbij de rente telkens over het
oorspronkelijke beginkapitaal wordt berekend.
wordt gebruikt bij looptijden tot een jaar.
Formule:
p
. I =t x xK
100
Het verschil tussen huurkoop en koop op afbetaling is alleen van juridische aard.
Bij koop op afbetaling gaat het eigendom van het gekochte goed direct over op de koper, bij
huurkoop gebeurt dit pas nadat de koper aan alle financiële verplichtingen heeft voldaan.
Voordeel:
- men kan de direct over het product beschikken.
Nadeel:
- vanwege de hoge interestkosten een dure vorm van lenen.
- De verkoper heeft het recht het product terug te vorderen in geval van
betalingsachterstand.
Termijn: een te betalen (maand) bedrag.
behalve aflossing bevat een termijn ook een opslag voor rente en kosten.
De kredietprijs van huurkoop is het percentage per jaar waarmee rente en kosten van
huurkoop worden verrkend.
Contante prijs: de verkoopprijs
Aanbetaling: het gedeelte van de contante prijs dat bij aflevering van het goed direct moet
worden betaald.
Krediet: de contante prijs min de aanbetaling, de feitelijke lening.
Kredietkosten: het totaal van termijnen min het krediet.
Kredietduur: de gemiddelde looptijd van de termijnen.
Kredietprijs: de kredietkosten (op jaarbasis) uitgedrukt als percentage van het krediet.
Interest: de vergoeding voor kapitaal, achteraf verschuldigd en berekent over het beginkapitaal.
Disconto: is de vergoeding van kapitaal, vooraf verschuldigd en berekend over het eindkapitaal.
Hoofdstuk 3
De eindwaarde: is de waarde na een aantal perioden inclusief de opgebouwde rente.
Het berekenen van eindwaarden komt goed van pas bij het vergelijken van diverse spaar- of
beleggingsvormen.
De interest kan op twee manieren worden berekend:
1. Enkelvoudige interest.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zothielens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.