Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Kennisbasis Nederlands (Pabo) €3,88   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Kennisbasis Nederlands (Pabo)

27 revues
 815 vues  150 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Overzichtelijke en uitgebreide samenvatting voor de Landelijke kennisbasis Nderlands toets.

Aperçu 4 sur 31  pages

  • Oui
  • 15 avril 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Resume

27  revues

review-writer-avatar

Par: hkasper • 3 mois de cela

review-writer-avatar

Par: Julietteverhagen1 • 6 mois de cela

review-writer-avatar

Par: hanneloregorter • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: zarrellabrada • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: feenstra118 • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: tessadees • 10 mois de cela

review-writer-avatar

Par: erwinarends • 1 année de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
Samenvatting
Basiskennis Taalonderwijs
Derde druk

,H2 – Taalonderwijs en taal
Vijf argumenten om apart taalonderwijs te geven in taal:

1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid eigen
maken.
3. Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven.
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van het taalonderwijs.
5. Als je kinderen plezier in het lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden.

Traditioneel taalonderwijs: lesgeven met behulp van een methode.

Indeling in de Kennisbasis:

- Mondelinge taalvaardigheid:
- Woordenschat:
- Beginnende geletterdheid:
- Voortgezet technisch lezen:
- Begrijpend lezen
- Stellen
- Jeugdliteratuur
- Taalbeschouwing
- Spelling

Kleuters vooral: mondelinge taalvaardigheid. Wat je in de kleutergroepen doet aan de schriftelijke
taalontwikkeling valt binnen de beginnende geletterdheid.

Functies van taal:

- Communicatieve of sociale taalfunctie
o Zelfhandhaving: piet wil zelf de tas dragen en wil daar geen afstand van doen. Hij
beschermt en verdedigt zichzelf.
o Zelfsturing: Piet geeft aan wat hij gaat doen: ik ga naar de bakker. Hij ordent met
woorden zijn handelen en kondigt zijn plannen aan.
o Sturing van anderen: Piet beïnvloedt het gedrag van anderen door te zeggen: ga je
mee?
o Structurering van het gesprek: hierbij gebruik je de taal om het gespreksverloop te
beïnvloeden. Piet zegt bijv.: nou moeten jullie zeggen wat je wilt kopen.
- De conceptualiserende of cognitieve functie: gedachten ordenen en greep te krijgen op de
werkelijkheid.
o Rapporteren: verslag doen van iets, bijv. beschrijven hoe een auto een fietser heeft
aangereden.
o Redeneren: stapje verder dan beschrijven. Je bewerkt de gebeurtenis door extra
denkstap in te bouwen: bijv. gebeurtenissen chronologisch orderenen (er kwam een
fietser aan en die ging linksaf en toen kwam er van de andere kant een auto etc.) of
conclusies trekken (de fietser lette niet goed op) of relaties leggen (de automobilist
kon het niet goed zien, doordat de heg hoog was) of voorstel doen (als ze de heg
snoeien, dan wordt het kruispunt veiliger).

, o Projecteren: je probeert je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand
anders. Bijv. door iets te zeggen over de automobilist: ik denk dat hij het heel erg
vindt wat er is gebeurd. Maar volgens mij had hij geen schuld.
- De expressieve taalfunctie: gevoelens uiten, iets op een creatieve, speciale manier zeggen.
Van anderen te onderscheiden of om uitdrukking te geven aan emoties.


- De communicatieve competentie: wordt ook wel onderscheiden in verschillende
deelcompetenties.
o De grammaticale competentie: ook wel de linguïstische competentie genoemd.
Hierbij gaat het niet Alleen om het kennen van de grammaticale regels, maar ook om
de woordenschat, het correct vervoegen en verbuigen van woorden en de kennis van
de correcte uitspraak van woorden. Het omvat alle kennis van de taal en de taal
regels die nodig zijn om adequater kunnen communiceren.
o De tekstuele competentie. Hierbij gaat het om de kennis van gesproken en
geschreven teksten. Je moet weten hoe je een gesprek begint en eindigt, maar ook
kennis hebben van de regels voor schriftelijke teksten.
o Dus strategische competentie. Dit is het vermogen van een taalgebruiker om
strategieën te hanteren om zo bepaalde doelen te bereiken. Het gaat om
schrijfstrategieën en spreek en luister strategieën. Je moet weten hoe je bijvoorbeeld
anderen kunt overtuigen of aanzetten tot actie.
o De functionele competentie. Dit is het vermogen van een taalgebruiker om zijn
taalgebruik aan te passen aan hun specifiekesituatie.in een brief aan de gemeente
waarin je vraagt om iets te doen aan het zwerfafval In de straat hanteer je een ander
taalgebruik dan in een chat met vrienden.


Recursief systeem: houdt in dat een element van taal weer eenzelfde element van de taal kan
bevatten: Ik vermoed dat hij liegt bevat weer de zin hij liegt. (samengestelde zin)

Niveau: Regels voor:
Fonologisch niveau Uitspraak

Morfologisch niveau Opbouw van woorden

Syntactisch niveau Volgorde van woorden

Semantisch niveau Betekenis

Pragmatisch niveau Gebruik

Orthografisch niveau Spelling

, H3 – Mondelinge taalvaardigheid
Theorieën over taalverwerving

1. Behaviorisme

Stroming binnen de psychologie die ervan uit gaat dat kinderen hun taal leren door imitatie. Daarbij
worden de meest frequente woorden eerst geleerd en speelt goedkeuring van ouders een rol. Echter
blijkt het in de praktijk anders. Kinderen blijken zinnen te produceren die ze nog nooit eerder
gehoord hebben: ik ben gevald. Daarnaast blijkt dat de meest frequente woorden (de, ik, die) niet als
eerste geleerd worden. Want dat zijn de concrete zelfstandige naamwoorden en werkwoorden die
verwijzen naar dingen en acties uit de directe omgeving van het kind. Wel is het voorbeeld van
ouders nodig om de taal te leren.

2. Creatieve constructietheorie of mentalisme

Ontstaan in de jaren 70 vorige eeuw. Men gaat ervan uit dat kinderen de taal niet imiteren, maar zelf
over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op creatieve manier zinnen kunnen
bouwen. Aanwijzing hiervoor is dat een kind elke willekeurige taal kan leren. Met het aangeboren
taalleermechanisme is een kind in staat om zelf structuur te ontdekken en kan het ook zinnen
vormen die het nog nooit eerder heeft gehoord. Wel is de volgorde waarin een kind zich de taal eigen
maakt bepaald door biologisch rijping. De aandacht voor het taalaanbod binnen deze theorie raakt
wat op de achtergrond.

3. Interactionele benadering

Men onderschrijft het belang van het aangeboren taalleervermogen, maar men benadrukt dat het
taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen een kind en andere moedertaalsprekers
belangrijk is bij het leren van een taal. Wel moet het taalaanbod afgestemd worden op de
mogelijkheden van het kind: hogere toonhoogte, articuleren, kortere zinnen, concrete woorden (dit
wordt vaak onbewust toegepast bij kinderen). Dat geeft een kind de mogelijkheid om allerlei
hypotheses op te stellen over de betekenis van woorden en de regels van taal.

Eerstetaalverwerving

De taalontwikkeling begint op het fonologisch niveau met het vormen van spraakklanken.
Kinderen ontwikkelen zich ook op morfologisch niveau (opbouw van woorden). Ze maken zich
geleidelijk aan de regels van de opbouw van woorden eigen.
Op semantisch niveau (betekenis), ontwikkelen ze zich. Een kind kan eerst alle dieren aanduiden met
paard bijv. tot het zich de juiste aanduiding beseft.
Op syntactisch niveau (regels) krijgen kinderen langzaam inzicht in de grammaticale regels. Eerst
produceren ze nog onvolledig zinnen zoals: waar bal? Wat naar verloop van tijd goed wordt gezegd.
Op pragmatisch niveau (gebruik) maakt een kind zich de regels eigen voor het gebruik van de taal en
de communicatie tussen mensen. Een kind moet bijv. leren dat het vaak tactischer is om de zin ‘zou
ik er even langs mogen?’ te gebruiken in plaats van ‘aan de kant jij!’.

In het taalverwervingsproces onderscheiden we de volgende perioden:

1. De prelinguale periode (van 0 tot 1 jaar)

De periode voordat een kind zijn eerste woorden spreekt. Ze produceren geluiden maar het is nog
geen taal. Maar het is wel belangrijk in de taalontwikkeling, omdat het een vorm van communicatie is
(bijv. door te huilen). Na een week of 6 beginnen baby’s zich actief met taal bezig te houden. Ze

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Sofiedv. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,88. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77764 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,88  150x  vendu
  • (27)
  Ajouter