Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
lesnotities SCM - 2021 €2,99   Ajouter au panier

Notes de cours

lesnotities SCM - 2021

 2 vues  0 fois vendu

dit document bevat alle lesnotities van alle hoorcolleges. De gastlezingen zijn er maar een klein stukje in vervat. De WPO's niet. Daarom ook de schappelijke prijs.

Aperçu 4 sur 56  pages

  • 16 avril 2021
  • 56
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Yves molenbruch (titularis) en soukaina bayri
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (19)
avatar-seller
evelynecooreman
SCM
Inhoudsopgave
HOC 1: Inventory mgmnt & bullwhip effect.................................................................................................... 1

HOC 2: magazijnbeheer & netwerk design...................................................................................................... 9

HOC 3: Forecasting (vraagvoorspelling) en sourcing......................................................................................22

Gastlezing.................................................................................................................................................... 34

HOC 4: Sales and operations planning & MRE............................................................................................... 36

HOC 5: Transport......................................................................................................................................... 45

Gastcollege: Colruyt group........................................................................................................................... 55


Lesmateriaal: slides en extra documenten op canvas
Examen: gesloten boek, met formularium in april met theorie en oefeningen (50-50)

HOC 1: Inventory mgmnt & bullwhip effect
Short refresher: introduction to SCM (geen lesmateriaal)
 Supply chain= netwerk van activiteiten met een aantal betrokken partners
 Transformatieproces dat waarde creert voor de eindklant (bv fruitsap: gronstof zijn
appelsienen, dan te persen, dan te bottelen uiteindelijk waarde creeren voor de
consument)
 Afgewerkte producten moeten bij de klanten tercht komen  distributiekanaal
 Visuele weergave focussen op fysieke flow, maar het gaat over meer dan dat (zie
informatie = key element  scm gaat ook over verdelen van communicatie tussen
alle partners)
 Example Nike: nog veel complexer door productie in buitenland waardoor
coordinatie heel belangrijke rol (veel betrokken partners)
 Competitief voordeel creeren door goede flow van info, goederen, communicatie
tussen alle betrokken partners
 SCM niet enkel fysieke flow van goederen en logistieke, maar over linken van
verschillende partners
 Schema
o inleidende cursus: interne organisatie op manufacturing niveau
o deze cursus: de andere betrokken partners

Deel 1: Inventory management/voorraadbeheer
 Opfrisser
o Verschillende types voorraad (hier 2 voorbeelden)
 Make to stock: voorraad van grondstoffen nodig voor maken pizza, we
bereiden pizza volledig voor we hem naar de klant brengen DUS

, grondstoffen en afgewerkte producten in voorraad (klant heeft weinig
te zeggen)
 Assemble-to-order: voorraad van grondstoffen en basis voorbereiden
(voor elke hetzelfde) = halfafgewerkt product. Klant kan kiezen wat
zijn voorkeuren zijn
 Types of inventory
o raw material: sinaansappels
o Components: flesjes (worden niet getransformeerd)
o Distribution: onderweg

o MRO: nodig voor onderhoud en herstelling
 Waarom voorraad aanhouden
o Belangrijkste reden al gegeven in voorbeeld pizza: het laat ons toe
verschillende fases van dat productieproces/sc min of meer onafhankelijk van
elkaar laten functioneren  twee aspecten van elkaar loskoppelen (ook in
bredere context)
o Seizoensvoorraad: producten waarvan de vraag niet netjes gespreid is over
het hele jaar (bv ijsjes beter verkocht in zomer en skies beter in winter) bedrijf
moet hierop anticiperen, maar door bijvoorbeeld ook voorraad aan te passen
aan komende promo
o Safety: vraag is niet altijd exact te voorspellen (altijd bepaalde variatie),
supermarkten nemen altijd meer in voorraad om geen outstock te hebben
o Cycle stock = voorraad gaan bijvullen in ‘batches’ en niet in individuele
eenheden: grotere hoeveelheden ineens aankopen door bijvoorbeeld
hoeveelheidskorting, maar ook efficienter
o Transportation: goederen die onderweg zijn in het distributiekanaal
o Hedge: bedrijven gaan meer voorraad dan nodig inleggen om zichzelf te
beschermen tegen iets dat zij verwachten dat gaat gebeuren in de toekomst
(bv kleinhandelaar weet dat groothandelaar staakt, nu meer bestellen omdat
ze weten dat prijs volgende week stijgt)
 Doelstellingen voorraadbeheer
o Vinden van evenwicht tussen volgende 4
1. Bepaald klantenservice level bieden: genoeg voorraad hebben om te
voldoen aan de vereisten van de klant
 bij externe klanten servicelevel meten via 3 criteria (maximaliseren)
1) % orders op tijd bij klant (hoe efficient voorraadbeleid is): gaat over
volledig order van een klant
2) kan ook op niveau van orderlijn = elk van de verschillende items
binnen een order gaan bekijken (heel specifiek product is dan 1
orderlijn)
3) rekening houden met belang van de verschillende orderlijnen,
bepaalde producten hebben grotere waarde of worden meer
gevraagd (nog exacter)  dollar volume
context: interne klanten: 1 criteria
1) Idle time minimaliseren: bepaakde tijd dat een werkstation niet kan
produceren omdat het zijn input van vorige werkstation nog niet
ontvangen heeft

, 2. Zo kosten efficient mogelijk werken: met aantal afwegingen die daarop
een invloed hebben (35:50) (elementen die impact hebben op kosten)
 Tussen vss werkstation aan een assemblagelijn ga je typisch een
bepaalde WIP invetory houden om ervoor te zeorgen zodat de
stockouts binnen de onderneming kan vermijden (geen idle time)
 Je wil anticiperen op seizoensvraag: als je dat niet doet zijn er
negatieve gevolgen: in bepaalde periodes overuren betalen of
bijkomende personen aanwerven om daarna te ontslaan (kosten).
Dus vaak voordelig om productie af te vlakken over het jaar heen
 Keuze van de lengte van de productieruns: stel dat je bedrijf vss
productvarianten maakt  afwisseling in productie van product.
Bij omwisselen zijn er set-up kosten gepaard en dat gaat met tijd
en kost verlies gepaard. Dus we willen productieruns van 1 bepaald
product zo lang mogelijk houden  kleine kost, maar grotere
voorraad aanleggen van de producten (tradeoff: kosten en lengte)
 Grootte van de ordervolumes: bepalen door verkrijgen van
hoeveelheidskorting
3. (vaak gebruikt als KPI) Redenering dat voorraad aanleggen op zich ook
geld kost = kapitaal opslaan
 Vaak beoordeelt via turnover (zie formule): 26 inventory turns per
jaar = onze voorraad wordt 26 keer per jaar vernieuwd (hoe hoger
hoe beter vanuit het perspectief dat we hier een minimalisatie
willen doen van de voorraadinvestering)
 Vb voorraadniveau op eender welk tijdstip = 384615
 In weken kan ook: als we vanaf het bepaald tijdstip geen voorraad
meer opbouwen kunnen we twee weken toekomen (hangt samen)
 Inventory-related costs: hoe kunnen we beslissingen nemen die de voorraad gaan
optimaliseren, maar rhm verschillenden types kosten die geralteeerd zijn aan
voorraadbeheer (vier belangrijkste)
o Item cost: directe kost die geassocieerd is met de bestelinngn van een
bepaald product (als ik product bestel als klant, hoeveel betaal ik in totaal?)
 staat nog los van het voorraadbeheer
o Holding costs: als we bepaalde voorraad hebben kost dat iets om die voorraad
in stock te houden  proportioneel = hoe hoger voorraad hoe hore de kost
 Storage cost: kost voor de ruimte die we nodig hebben
 Opportuniteits kost: kapitaal aan het opslaan en met die middelen had
je ook iets anders kunnen doen
 Risk kost: vorraad kan gestolen worden, defect kan optreden,…
o Orderin gcosts: vaste kosten die te maken hebben met het plaatsen van een
bestelling, ongeacht hoe groot de bestelling is
o Shortage kost: indien je aanbod niet voldoende is om aan de vraag van de
klant te voldoen
 Reputatieschade in de perceptie van de klanten
 2 scenario’s: bacch ordering (items alsnog bezorgen maar met
vertraging eventueel met korting wat dus een kost is), lost sales (klant
gaat naar andere aanbieder)

,  ABC classification = niet alle producten zijn even belangrijk dus we maken een
onderscheid  belang van een product bepaald de review frequency = hoe
nauwgezet dat we het voorraadlevel van dat product gaan opvolgen
o Onderscheid maken obv pareto analyse: obv jaarlijkse dollar volume
o We hebben A items die heel belangrijk zijn: verkopen we veel en hebben hoge
waarde
o Visuele weergave in grafiek: eerder een principe, niet strikt
o We kunnen het wel berekeken (niet op examen): je kan producten orderen
volgens dollarvolume
 Determining optimal order quantitites (essentie van deze les)
o Opdeling van modellen in verschillende categorieen afhankelijk van het type
product waarmee we te maken hebben
1. Multiple period models
o = Producten die het hele jaar door worden aangeboden op continue basis (bv
pakje suiker in de supermarkt)
o De meeste modellen
2. Single-period model
o Producten di eje maar in een bepaalde time frame kan verkopen en die
achteraf ‘waardeloos’ worden (bv krantenkiosk die moet bepalen hoeveel
kranten hij neemt voor volgende dag, maar opletten want dag erna zijn ze
niet meer verkoopbaar = verlies)

 Fixed order quantitiy models
o Altijd Continuous review : allemaal modellen waarbij we een beslissin
gmoeten nemen over hoeveel gaan we per keer bestellen om in voorraad te
hebben
o EOQ!!!
 Meest voorkomend (ook in praktijk)
 Doelstelling: afweging tussen verschillend ekosten (order en holding
cost zijn direct gerelateerd aan voorraad)
 Mogelijkheid 1: meerdere keren per jaar kleinere hoveelheid bestellen
 relatieve hoge order cost, maar lage holding cost (want minder in
voorraad)
 Mogelijkheid 2: maar beperkt aantal keer bestellen per jaar, maar
grote hoeveelhied  weinig order cost, maar holding cost wel groter
 dit is een tradeoff en dit model gaat zeggen hoe vaak en hoeveel we
moeten bestellen  om tot goedkoopste oder policy te komen
 totale hoeveelheid die je gaat bestellen op jaarbasis gaat nooit
veranderen: je hebt als retailer klanten en er is een bepaalde vraag
waar je aan moet voldoen en deze is altijd dezelfde
 we gaan ervan uit dat we geen backorders kunnen doen: we moeten
de vraag van de klant altijd op tijd voldoen
 er is een bepaalde lead time: stel dat je als retailer zonder voorraad zit
van een bepaald product, als ik dan een bestellin gplaats dan duurt het
wel even voor die bestellinger is, de tijd die gaat van bestelling tot
aankomst is de lead time (gegeven)
 S: wat kost het ons om de oder te maken (gegeven)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evelynecooreman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64438 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (0)
  Ajouter